Nefrologie, transplantatie en infectieziekten - ZO.7 Klinische chemie in de praktijk

16 belangrijke vragen over Nefrologie, transplantatie en infectieziekten - ZO.7 Klinische chemie in de praktijk

Bij hoeveel % van de diagnoses speelt laboratoriumdiagnostiek een sleutelrol?

70%

Wat houdt klinische chemie in?

Het meten van biomarkers in lichaamsvloeistoffen

Voor een klein aantal biomarkers, zoals kalium en totaal eiwit, wordt een marginaal verschil in concentratie gezien tussen uitslagen die gemeten zijn in serum en plasma. Beredeneer voor 1. kalium en 2. totaal eiwit het verschil in concentratie.

  1. Kaliumconcentratie hoger in serum dan in plasma: door hemolyse van rode bloedcellen komt het los van cellen in het serum terecht.
  2. Lager in serum, want fibrinogeen en andere stollingsfactoren zijn eiwitten (die zitten hier niet meer in)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Omschrijf de volgende begrippen:
  1. Juistheid
  2. Precisie

  1. Of je iets correct (met de goede methode) hebt gemeten
  2. Hoe nauwkeurig je bent geweest

Wat is hemolyse en wanneer treedt dit op?

  • Hemolyse= uit elkaar vallen van rode bloedcellen.
    • Hierbij komt hemoglobine vrij.
    • Dit gebeurt na centrifugeren serum of plasma.
  • Van alle vormen van interferentie, beïnvloedt hemolyse het grootste aantal analyses.

Wat zijn voorbeelden van interferenties bij laboratoriumanalyse?

Verkeerde afname, stolling, lysis van witte bloedcellen, neerslag ionen

  1. Beschrijf de begrippen sensitiviteit en specificiteit. Noteer ook de formule.
  2. Indien je een diagnose wilt bevestigen heb je dan bij voorkeur een sensitieve- of specifieke test nodig?

  1. Sensitiviteit = terecht positief/totaal positief; specificiteit = terecht negatief/totaal negatief
  2. Sensitieve test

ASAT is een sensitieve marker voor leverschade maar is minder specifiek.
  1. Beredeneer of bij een patiënt met verdenking op leverschade een verhoogde ASAT uitslag de diagnose bevestigd.
  2. Welke marker is specifieker dan ASAT voor leverschade?

  1. Ja, want hij is sensitief dus goed voor het aantonen van leverschade.
  2. ALAT

  1. Benoem twee bloedtesten voor acute pancreatitis. Beredeneer of je een verhoging of verlaging van deze biomarkers verwacht bij een acute pancreatitis.
  2. Benoem een biomarker voor chronische pancreatitis en beredeneer of je een verhoging of verlaging van deze biomarker verwacht bij een chronische pancreatitis.

  1. Serum amylase of lipase > 3 x bovengrens van normaal: door lysis van cellen komen deze enzymen vrij in de bloedbaan
  2. Vitamine A, D, E en K verlaagd: dit zijn vetoplosbare vitaminen. Door minder pancreasenzymen (die normaal gesproken vet verteren) worden deze vitaminen niet meer opgenomen.

Kreatinine wordt al decennia gebruikt als biomarker voor chronische nierinsufficiëntie.
  1. Is kreatinine ook te gebruiken als biomarker voor acute nierinsufficiëntie? Geef aan waarom wel of niet.
  2. Noem een aantal biomarkers die gebruikt kunnen worden voor acute nierinsufficiëntie.

  1. Ja, maar het gaat dan om de stijging in korte tijd t.o.v. De uitgangswaarde: serumkreatininestijging ≥ 26,5 umol/l in 48 uur; of serumkreatininestijging 1,5x de uitgangswaarde, in de laatste 7 dagen
  2. Urinevolume < 0,5 ml/kg/uur gedurende minimaal 6 uur
  • Oligurie: < 400 ml/24 uur
  • Anurie: < 100 ml/24 uur

Alfa-1 microglobuline en beta-2-microglobuline zijn beide urine biomarkers voor (proximale) tubulus schade. Echter de pH van de urine is een belangrijke variabele bij de bruikbaarheid van één van deze twee biomarkers.
  1. Welke van de twee biomarkers is gevoelig voor de urine pH en hoe beïnvloedt de urine pH de uitslag?

  1. Beta-2-microglobuline pH moet tussen de 6 en 8 liggen; anders wordt het versneld afgebroken.

Wat is in de eerste lijn belangrijk; sensitiviteit of specificiteit?

Sensitiviteit; je wil mensen graag met een gerust hart naar huis sturen, als iets er niet is kan je mensen vertellen dat ze de ziekte niet hebben.

Wat is het verschil tussen ASAT en ALAT?

ALAT: transaminase van alanine
  • Specifieker voor celschade van lever
ASAT: transaminase van aspartaat
  • Komt ook tot expressie in hart, nieren en skeletspieren
  • Werd lang geleden gebruikt om ASAT/ALAT ratio te berekenen ivm steatorroe. Wordt uit automatisme nog aangevraagd

Wat doen we bij verhoogde ALAT waardes?

<1.5 ULN: watchfull waiting
1.5-10x ULN: mogelijk levercelscahde, vervolgonderzoek geïndiceerd
>10x ULN: acute levercelschade, hepatitis

  1. Wat is AFP?
  2. Waarom prikken we dit bij iemand met PBC?

  1. Tumormarker alpha-fetoproteïne
  2. Verhoogde voorafkans door verlittekening galwegen

Wat is het afkappunt naar de tweede lijn voor nierfunctie?

als eGFR <60

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo