ZO.8 COPD
6 belangrijke vragen over ZO.8 COPD
Wat zijn de kernpunten van COPD?
- Aanhoudende klachten van kortademigheid en hoesten met of zonder opgave van sputum.
- Verhoogde luchtwegweerstand.
- Niet of niet volledige reversibiliteit van de luchtwegobstructie.
- Aanwezigheid van een inflammatoire respons op schadelijk geïnhaleerde stoffen.
- Systemische respons en effecten.
Wat zijn de gevolgen van de toegenomen compliantie bij COPD?
Hoe behandel je COPD medicamenteus?
- B2-agonisten relaxeren de gladde spiercellen door het stimuleren van de bèta2adrenerge receptoren, dit gaat bronchospasme tegen.
- Muscarine-antagonisten blokkeren van het acetylcholine effect op de muscarine receptoren. Ook hierdoor wordt bronchospasme tegen gegaan.
- Bij COPD met een FEV<60% verbeteren inhalatiecorticosteroïden de symptomen, de longfunctie, de kwaliteit van leven en de frequentie van exacerbaties. Regelmatig gebruik verandert niet de achteruitgang in FEV1 of de mortaliteit.
Farmacotherapie heeft geen effect op de langetermijnoverleving! Wel op verminderen klachten en exacerbaties
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wanneer geef je iemand met COPD O2-therapie?
Wat voor invloed heeft een exacerbatie van COPD?
- Meer exacerbaties geven een hogere mortaliteit en afname van kwaliteit van leven. Daarnaast zorgen herhaalde exacerbaties voor een sneller verlies van longfunctie bij een patiënt met COPD.
Welke gradaties in ernst zijn er voor COPD-exacerbaties?
- Mild, hierbij is behandeling nodig met kortwerkende luchtwegverwijders (hoofdstuk 5).
- Matig, hierbij worden antibiotica en/of orale corticosteroïden toegevoegd.
- Ernstig, hierbij wordt een patiënt opgenomen in het ziekenhuis of beoordeeld op de spoedeisende hulp.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden