Nefrologie, transplantatie en infectieziekten - Elektrolytstoornissen
19 belangrijke vragen over Nefrologie, transplantatie en infectieziekten - Elektrolytstoornissen
Welke oorzaak van hyponatriëmie staat hier afgebeeld?
Wat is de definitie van hyponatriëmie?
- Serum natrium <136 mmol/L
- primair stoornis van de waterbalans
- Relatieve toename water t.o.v. Natrium in extracellulaire vloeistof
- patiënten met hyponatriëmie kunnen hyper/eu/hypovolemisch zijn.
- >90% van gevallen is vasopressine (ADH) verhoogd
- Een hypo-osmolaire hyponatriëmie zou ADH moeten onderdrukken, dus verhoogd ADH ten tijde van de hyponatriëmie impliceert een verstoring van de regulatie van de normale waterbalans
Noem vier redenen waarom bij de meeste patiënten met hyponatriëmie, ondanks hypo-osmolaliteit, het antidiuretisch hormoon aantoonbaar is.
- Verlaagd intravasculair volume (“appropriate”); volumeregulatie gaat dan boven osmoregulatie
- Non-osmotische stimulatie van osmoreceptoren in de hersenen (“inappropriate”); door sommige ziekten of medicijnen
- Ectopische productie ADH (bijv. door kleincellig longcarcinoom, pneumonie of olfactoir neuroblastoom)
- “Nefrogene” antidiurese; bijv erfelijke ziekte waarbij ADH receptor continu actief is
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welk scenario past bij welke oorzaak?
- Scenario 1 = Hartfalen
- Scenario 2 = SIADH
- Scenario 3 = Diarree
Waarom veroorzaakt SIADH euvolemische hyponatriëmie, en niet hypervolemisch?
Hoe onderscheid je klinisch acute van chronische hyponatriëmie?
- De meeste diepe hyponatriëmieën zijn chronisch. Bij snelle daling kunnen vanaf serum Na+ 125 mmol/L al ernstige neurologische verschijnselen optreden.
- Acute hyponatriëmie herken je vaak op grond van de ernst van neurologische symptomen. Polydipsie hoort vaak bij acute hyponatriëmie.
- Het is mogelijk dat er al chronische hyponatriëmie is en je er een acute hyponatriëmie overheen krijgt.
Noem voorbeelden van situaties die acute hyponatriëmie kunnen veroorzaken.
- Polydipsie
- post-marathon
- start thiazidediureticum (hangt af van genetische gevoeligheid, mechanisme hierachter is ingewikkeld)
- MDMA
- voorbereiding colonscopie
- Desmopressine (bijv om verlengde bloedingstijd te corrigeren voor een ingreep)
- oxytocine
- cyclofosfamide IV
- post-operatief: vooral icm hypotone infuusvloeistoffen
Welke vier groepen geneesmiddelen kunnen hyponatriëmie op basis van SIADH veroorzaken?
- Anti-epileptica
- Anti-depressiva (tricyclisch/SSRI's)
- Anti-psychotica
- Chemotherapie (cyclofosfamide, ifosfomide en platinumhoudende chemo)
Hoe behandel je een acute, symptomatische hyponatriëmie?
Als bolus 2x150 ml met evaluatietijd ertussen, of als continu infuus volgens Adrogué Madias formule: echter risico op overcorrectie.
Wat is de urine osmolaliteit indien hyponatriëmie enkel door polydipsie wordt veroorzaakt?
Wat is het nut van het meten van serum glucose en serum osmolaliteit bij een patiënt met hyponatriëmie? Noem 2 redenen.
- Het uitsluiten van hyperglycemie-geïnduceerde hyponatriëmie.
- Het uitsluiten van pseudohyponatriëmie.
Vanaf welke serumglucosewaarde kan hyponatriëmie volledig door hyperglycemie worden verklaard?
- Wat is osmotische demyelinisatie en hoe ontstaat dit?
- welke correctiesnelheid streef je na?
- Te snelle correctie van hyponatriëmie, waardoor de cellen krimpen, hierdoor kan zelfs een locked-in syndroom ontstaan
- max 8-10 mmol/L/dag; als het een acute bovenop chronische hyponatriëmie betreft, kan je bijv wel beginnen met 5mmol/L stijging en dan in totaal voor de eerste 24u max 8-10 mmol aanhouden
Hoe ontstaat hyponatriëmie bij thiazidediuretica?
SIADH is een diagnose per exclusionem. Wat zijn criteria hiervoor?
- Serum osmolaliteit < 275 mOsm/kg
- Urine osmolaliteit > 100 mOsm/kg
- Euvolemie
- Urine natrium > 40 mmol/l
- Normale functie schildklier en bijnier
- Geen diuretica.
- Hoe leidt bijnierinsufficiëntie tot hyponatriëmie?
- Hoe onderscheid je primaire van secundaire bijnierinsufficiëntie?
- Bijnier produceert normaal aldosteron en cortisol: hypoaldosteronisme geeft Na+ verlies, hypocortisolisme verhoogt ADH.
- Primaire bijnierinsufficiëntie geeft bijkomende verschijnselen van hypoaldosteronisme zoals hyperkaliëmie en hypotensie; secundaire zorgt alleen voor hypocortisolisme, gedraagt zich als SIADH
Wat is de eerste keus behandeling van SIADH?
- Furosemide + NaCl tabletten: meer water uitgescheiden in lis van Henle
- Ureum: kan osmotische diurese induceren
- Tolvaptan (vasopressine receptor antagonist)
- (Demeclocycline)
Wat differentieert tussen hyponatriëmie door SIADH en diuretica?
Hoe bepaal je de 'echtheid' van hyponatriëmie?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden