Val- en fractuurrisico (osteoperose)

9 belangrijke vragen over Val- en fractuurrisico (osteoperose)

Wat zijn drie mogelijke oorzaken die bij kunnen dragen aan de stijgende incidentie van het aantal valincidenten bij ouderen?

  • Meer kwetsbare (multimorbide) ouderen, mensen leven langer met meer co-morbiditeit.
  • Toegang tot langdurige zorg (bijvoorbeeld verpleeghuis) is beperkt.
  • Ouderen zijn steeds actiever, bijvoorbeeld door te sporten en te reizen.

Wat zijn indicaties voor een uitgebreide valanalyse?

  • Val met bewustzijnsverlies
  • Herhaald vallen
  • Hoog fractuur risico
  • Angst om te vallen
  • Mobiliteitsstoornis, moeite met bewegen of hulp nodig bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL)

Welke groepen geneesmiddelen verhogen het valrisico?Geneesmiddelen...

  • voor het CZS.
  • met vertraagde vrijstelling.
  • met een nauwe therapeutisch-toxische index.
  • die gemetaboliseerd worden door het CYP450.
  • met anticholinergische eigenschappen.
  • die orthostatische hypotensie kunnen veroorzaken.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe defnieert men orthostatische hypotensie?

als een daling in systolische bloeddruk van 20mmHg en/of een daling in diastolische bloeddruk van 10 mmHg binnen 3 minuten na het begin van een ortostase meting (stress moment).
Let op: wanneer er symtomen zijn passend bij orthostase wijzend op verminderde perfusie kan een kleinere daling ook relevant zijn.

Wat is het sinus caroticus syndroom?

Bij het hypersensitieve sinus caroticus syndroom leidt stimulatie van de sinus caroticus in de hals tot een sterke cardiovasculaire reactie met als gevolg symptomen die passen bij een tijdelijk verminderde bloedtoevoer naar de hersenen. Dit alles past bij activatie van het vagale systeem. Van het HSCS worden 3 vormen onderscheiden: de cardiodepressieve vorm, de vasodepressieve vorm en de gecombineerde vorm.

  1. Hoe vaak komt osteoporose voor bij 55-plussers?
  2. Wat zijn de meestvoorkomende osteoporotische fracturen?

  1. 12% mannen, 29% vrouwen
  2. Wervel heup pols

Wat zijn de belangrijskte risicofactoren voor osteoporose?

  • Een eerdere fractuur na het 50e levensjaar.
  • Roken en overmatig alcohol gebruik.
  • Positieve familieanamnese voor fracturen (m.n. heup bij ouder).
  • Vitamine D deficiëntie.
  • Lichaamsgewicht < 60 kg.
  • (Langdurige) immobiliteit.
  • Vroege menopauze (< 45 jaar)/ secundaire amenorroe > 1 jaar.
  • Ziekten die met osteoporose gepaard gaan (secundaire osteoporose), zoals:
    • Inflammatoire ziekten (reumatoïde artritis, IBD, COPD)
    • Hypogonadisme
    • Hyper(para)thyreoïdie
    • Coeliakie
    • Hypogonadisme
    • Diabetes
    • Orgaantransplantatie
  • Medicatie:
    • Glucocorticoïden
    • Heparine
    • Cyclosporine
    • Tacrolimus
    • Protonpompremmer
    • SSRI
    • Methotrexaat
    • Carbamazepine
    • Aromataseremmers
    • Gonadotrophin-releasing hormone agonisten
    • Thiazolidinedionen

  1. Middels welk onderzoek stel je de diagnose osteoporose?
  2. Wat bepaal je hierbij?

  1. DXA-scan
  2. T-score: hoeveel standaarddeviaties de BMD afwijkt van de gemiddelde BMD van een gezonde 30-jarige van hetzelfde geslacht.

Hoe behandelen we osteoporose?

Het primaire doel van behandeling is voorkomen van nieuwe fracturen. De eerste stap is een oraal bisfosfonaat, waarbij de eerste keuze alendroninezuur of risedroninezuur is. Zorg tevens voor een optimale calcium en vitamine D status.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo