ZO.7 Beoordelen van wils(on)bekwaamheid
10 belangrijke vragen over ZO.7 Beoordelen van wils(on)bekwaamheid
Wat is is de beste duiding van de betekenis van het begrip wilsbekwaamheid?
- In deze omschrijving komt tot uitdrukking dat de persoon in kwestie zijn belangen op dat moment (ter zake) op een redelijke manier (dus afgewogen) moet kunnen waarderen (waarde toekennen aan wat voor hem of haar op dat moment het belangrijkste is).
- Deze omschrijving geeft dus aan dat het begrip wilsbekwaamheid geen duiding is van een statische toestand, maar van een situatie die op dit moment speelt en waarbij de context van doorslaggevend belang is.
In welke 2 gevallen mag een arts een patiënt onmiddellijk als wilsonbekwaam beschouwen?
- Als deze bewusteloos is
- In een vergevorderd stadium van dementie
In welke situaties kan en mag de arts twijfelen over de wilsbekwaamheid van een patiënt?
Ook hieruit blijkt dat ‘wils(on)bekwaamheid’ sterk samenhangt met “het vermogen om weloverwogen te beslissen”.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat houdt respect voor autonomie van de patiënt vooral in?
De grens die daarbij getrokken wordt is dat de vrijheid van de één niet mag leiden tot inperking of schade van de vrijheid van een ander persoon.
Welke vier criteria moet een arts hanteren om de wilsbekwaamheid van een patiënt te beoordelen?
- Kan de patiënt een keuze maken en uiten?
- Kan de patiënt de informatie begrijpen?
- Kan de patiënt de verschillende keuzemogelijkheden rationeel en logisch afwegen op voor- en nadelen (gevolgen)?
- Kan de patiënt de verschillende keuzemogelijkheden waarderen in zijn eigen situatie (voor-en nadelen/ gevolgen afwegen naar zijn eigen situatie)?
> criteria van Grisso en Appelbaum
Iedere arts moet iedere arts in beginsel zelf beoordelen of de patiënt wilsbekwaam is.
Bij complexe patiënten kan een arts een andere arts, met specifieke expertise, in consult roepen, zoals:
- AVG
- geriater
- psychiater
Wie kunnen volgens de WGBO de wilsonbekwame patiënt vertegenwoordigen?
- Niet-benoemde vertegenwoordigers (veelal ten onrechte als wettelijk vertegenwoordigers gezien), zoals partner, kinderen, ouders, broers en zussen.
- De schriftelijk gevolmachtigde (benoemd door de patiënt zelf).
- De mentor of curator (door de rechter benoemd).
- Een mentor behartigt uitsluitend zaken van persoonlijke aard zoals verzorging, behandeling, begeleiding en verpleging.
- Een curator kan naast deze kwesties ook financiële zaken behartigen.
Er zijn 4 niveaus van vertegenwoordiging: 1 is de hoogste, 4 de laagste. Wie vallen hieronder?
- Indien er een mentor of curator benoemd is, staat deze persoon bovenaan in de rangorde om plaatsvervangend te mogen beslissen voor de patiënt.
- Schriftelijk gevolmachtigde
- Partner/echtgenoot
- Familie: De WGBO geeft hier slechts een beperkte keuze, grootouders en kleinkinderen komen er niet in voor. Zij kunnen alleen optreden als vertegenwoordigers als zij door de patiënt zelf schriftelijk als gevolmachtigde zijn aangewezen.
Als de arts geconfronteerd wordt met een wilsverklaring in de zin van de WGBO (een negatieve wilsbeschikking), dan moet de arts deze respecteren als...
- Er geen reden is om te betwijfelen dat de patiënt de verklaring zelf in vrijheid en wilsbekwaam heeft gemaakt.
- De bewoordingen van de verklaring helder zijn en van toepassing op de betreffende situatie.
- De verklaring van recente datum is.
- Er geen andere gegronde redenen zijn om van de verklaring af te wijken.
- Wat is een negatieve wilsbeschikking?
- Wat is een positieve wilsbeschikking?
- Wat is juridisch gezien het verschil tussen deze twee?
- Een wilsverklaring waarin de patiënt verklaart in een bepaalde situatie niet meer behandeld te worden.
- Dit is een wilsverklaring waarin een persoon een hulpverlener verzoekt om wél iets te doen; met deze verklaring geeft de persoon vooraf toestemming voor die (be)handeling.
- Een patiënt heeft geen claimrecht, kan een behandeling niet afdwingen van een arts, maar het niet-geven van een behandeling valt onder schildrecht.
Uit welke 7 stappen bestaat het ‘Stappenplan bij beoordeling van wilsbekwaamheid’, zoals dat door de KNMG (in het rapport Van wet naar praktijk. Implementatie van de WGBO, deel 2 bijlage 9, uit 2004) is opgesteld?
- Aanleiding
- In welke context wil je de wilsbekwaamheid gaan bepalen? Wat heeft gezorgd dat je dit nodig vindt?
- Besluit tot gestructureerde beoordeling wilsbekwaamheid
- Bij twijfels, mogelijk in samenspraak met andere hulpverleners
- Informeren van patiënt
- over reden van bepalen wilsbekwaamheid
- over alle behandelopties en de gevolgen van deze opties
- Voorafgaand overleg
- Met de wettelijk vertegenwoordiger
- Met andere hulpverleners
- Beoordeel de beslisvaardigheid
- Bespreek en overleg de beoordeling
- Dossiervorming
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden