Samenvatting: Isbn 978-90-415-0982-6 | 9789041509826 | Pieternel Dijkstra, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van ISBN 978-90-415-0982-6 | 9789041509826 | dr Pieternel Dijkstra, drs Tamara A. Vincent
-
1 Professioneel hulpverlenen
Dit is een preview. Er zijn 35 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke vormen van sociale steun noemen we alledaagse hulpverlening?
Emotionele steun = mensen helpen elkaar op emotioneel gebied, luisteren, arm om iemands schouder slaan etc.
Informationele steun=steun door adviezen geven of informatie verstrekken
Instrumentele steun=steun door middel van praktische hulp
Waarderende steun= bevestiging halen uit het contact met anderen
-
stress:vermoeidheidsteeds terugkerende infecties of rugpijnbij aanhouding ernstiger klachten (hart en vaatziekten)
alledaagse hulpverlening gaat stress tegen
mensen zonder sociale steun kunnen depressief worden -
bij hulpvraag omwille van psychische, emotionele of sociale problemen, blijkt dat er vaak sprake is van
kleiner of oppervlakkiger sociaal netwerk, dan bij gezonde mensen -
Benoem de vier fasen van het hulpverleningsproces
1. Oriëntatie: wat is de hulpvraag, kan de hulpverlener helpen en is er voldoende wederzijds vertrouwen om tot een goede samenwerkingsrelatie te komen (intakeverslag)
2. Assessment: De 1e indrukken, vermoedens en ideeën over de hulpvraag worden onderzocht en getoetst dmv tests, observaties, gesprekken met anderen (assessmentrapport)
3. Planning: Op basis van de informatie die dit oplevert, wordt een advies geformuleerd (hulpverleningsplan)
4. Uitvoering: Behandeling wordt uitgevoerd zoals omschreven in het hulpverleningsplan. Monitoring en evaluatie kunnen leiden tot aanpassing hulpverleningsplan, resultaten worden vermeld in evaluatierapport -
Welke persoonlijke kwaliteiten zijn van belang voor hulpverleners?
- Communicatieve vaardigheden - verbaal en non-verbaal, actief luisteren, parafraseren, reflecteren, concretiseren, structureren, resumeren
- Empathie
- Respect
- Echtheid
- Zelfinzicht
-
Hoe kunnen ethische dillema's volgens Rothfusx (2010/2012) gestructureerd en gedegen aangepakt worden?
- In kaart brengen van de situatie (RET)
- Vaststellen van het morele dillema
- Verkenning van handelingsalternatieven
- Benoemen van de betrokkenen en afwegen van hun belangen
- Omschrijving van relevante waarden en normen
- Kiezen van een handelingsalternatief
-
2 De oriëntatiefase
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke drie typen aanmelding zijn er?
- Zelf aanmelden
- Zelf aanmelden of doorverwijzing (beide is mogelijk)
- Doorverwijzing (verplicht)
-
Benoem de formele posities van personen die betrokken kunnen zijn bij de aanmelding:
- De cliënt
- Het cliëntsysteem (groep van personen waarop de hulpverlening betrekking heeft. b.v. een gezin)
- De aanmelder (persoon die contact heeft gezocht met hulpverlener)
- De opdrachtgever (geeft met wettelijke bevoegdheid opdracht tot uitvoer hulpverleningstraject (b.v. rechtbank maar kan cliënt zelf zijn))
- De verwijzer (doorverwijzer, b.v. huisarts, leerkracht, kerk)
-
Hoe creeër je een prettige sfeer tijdens een intakegesprek, zonder dat het te gezellig wordt?
- Creeër duidelijkheid en geef structuur aan het gesprek
- Kies voor een non-directieve of een directieve aanpak - bij de eerste doet cliënt gewoon z'n verhaal en let de hulpverlener op of alles wel aan bod komt. Bij de tweede heeft de cliënt moeite zijn gevoelens of gedachten onder woorden te brengen en is de hulpverlener sturend en confronterend (bij onduidelijkheden of irrationele gedachten)
- Empathie, echtheid en begrip zijn van groot belang.
-
Wat is de globale omschrijving van de verschillende onderdelen van het Dialoogmodel (Maurer & Westermann)?
- Omgeving (gezin, samenleving, school, werk, vrije tijd etc.)
- Lichamelijk domein (lichamelijke ontwikkeling en conditie, ziekten etc.)
- Relationeel domein (capaciteiten en beperkingen in contacten)
- Emotioneel domein ( alle aspecten van de gevoelswereld)
- Gedachtendomein (alle aspecten van het cognitief functioneren en taal)
- Gedrag (geheel functioneren met de problemen die gesignaleerd zijn)
- Regelmogelijkheden (de mate waarin cliënt en directe omgeving zelf en samen hun functioneren in ruime zin geregeld krijgen)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden