Technieken - Procesmodel
20 belangrijke vragen over Technieken - Procesmodel
1. Op welke manieren kan een proces worden getekend?
4. Hoe worden stromen grafisch weergegeven?
5. Wat kan door een stroom worden weergegeven?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
6. Wat betekend een gesplitste pijl?
7. Hoe kunnen 2 pijlen worden samengevoegd?
8. Wat kan door een opslagplaats allemaal worden voorgesteld?
- Archiefkast
- Magnetisch medium
- ponskaarten
- microfilm
- optische schijf
9. Wanneer verandert een opslagplaats en wanneer verandert een opslagplaats niet, als een stroom de opslagplaats verlaat?
10. Wat betekent "opslagplaatsen zijn passief"?
11. Bevinden terminators zich binnen of buiten het systeem?
12. Kan de inhoud van een eindstation worden beïnvloed door de systeemontwerpers?
13. Waarom worden relaties tussen terminators onderling niet aangebracht in het model?
15. Wat is de beste manier om processen te benoemen?
16. Om welke redenen kan een DFD telkens opnieuw moeten worden getekend?
- Het DFD is technisch nog niet correct, onvolledig, niet juist.
- Het DFD is nog niet acceptabel voor de gebruiker.
- Het DFD is niet netjes genoeg voor een presentatie aan de klant.
17. Noem 3 esthetische regels bij het tekenen van DFD's?
- Zorg voor dat alle gebruikte symbolen van ongeveer gelijke grootte zijn.
- Zorg voor dat de stromen netjes als pijpleidingen lopen en niet krom of kriskras door elkaar.
- Probeer DFD's in principe met een tekenpakket te maken
18. Waarop moeten DFD's intern worden gecontroleerd?
- Zijn er geen "Black holes"? Processen waar alleen invoer naartoe gaat, maar waar geen uitvoer uitkomt
- Zijn er geen spontaan genererende processen? Processen waar niets in komt, maar die wel uitvoer hebben
- Hebben alle stromen een naam?
- Controleer opslagplaatsen waar alleen gelezen wordt, of alleen geschreven. Deze zijn niet uitgesloten, ze moeten goed worden gecontroleerd.
19. Wat betekend decompositie van DFD's?
20. Welke eisen worden gesteld aan het opstellen van processpecificaties?
- Exact en eenduidig
- Overzichtelijk
- Functioneel (WAT moet er gebeuren)
- Controleerbaar
- Leesbaar voor systeemontwikkelaar en gebruiker
21. Welke regels worden er gehanteerd bij een procesbeschrijving in gestructureerde taal?
- Verwijs in de procesbeschrijving alleen naar die gegevens die in het DFD bij het desbetreffende proces staan vermeld
- Gebruik eenvoudige korte instructies
- Voor het aangeven van een bepaalde volgorde in de instructies zijn 3 basiscontrolestructuren uit het gestructureerd programma zeer bruikbaar.
- Sequentie - Opeenvolging van acties
- Selectie - Een keuze van acties onder bepaalde voorwaarden
- Iteratie - Herhaling van acties
22. Welke eisen stelt men aan een programma?
- Foutloos - Een programma mag geen fouten bevatten
- Onderhoudbaarheid - Een programma zal altijd aan veranderingen onderhevig zijn doordat gebruikers of organisatie eisen kunnen veranderen. (software breakage)
- Uitbreidbaar - Nieuwe functies moeten relatief snel en eenvoudig worden aangebracht.
- Leesbaar - Programma moet leesbaar zijn zodat andere programmeurs zonder veel moeite de structuur in het programma kunnen bepalen. (Codeerstandaarden - Coding standards)
23. Noem de kenmerken van een structure chart?
- Beschrijf functies en subfuncties van elk deel van het systeem
- Geeft de relatie weer tussen de module van een programma
- Diagram is een boomstructuur met boven aan de root module
- Elke module is verantwoordelijk voor een specifieke functie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden