Regelmatige werkwoorden - Eindigend op -are - Mangiare
3 belangrijke vragen over Regelmatige werkwoorden - Eindigend op -are - Mangiare
Vervoeg het werkwoord "mangiare" in de Passato prossimo tijd. Geef een voorbeeldzin en vertaal deze naar het Nederlands.
- Io ho mangiato la pizza ieri sera. (Ik heb gisteravond pizza gegeten.)
- Tu hai mangiato la torta al cioccolato. (Jij hebt de chocoladetaart gegeten.)
- Lui/lei ha mangiato un piatto di pasta al ristorante. (Hij/zij heeft een bord pasta in het restaurant gegeten.)
- Noi abbiamo mangiato una cena squisita. (Wij hebben een heerlijk diner gegeten.)
- Voi avete mangiato pesce fresco durante le vacanze al mare. (Jullie hebben verse vis gegeten tijdens de vakantie aan zee.)
- Loro hanno mangiato la frutta dopo il pranzo. (Zij hebben fruit gegeten na de lunch.)
- Tu hai mangiato la torta al cioccolato. (Jij hebt de chocoladetaart gegeten.)
- Lui/lei ha mangiato un piatto di pasta al ristorante. (Hij/zij heeft een bord pasta in het restaurant gegeten.)
- Noi abbiamo mangiato una cena squisita. (Wij hebben een heerlijk diner gegeten.)
- Voi avete mangiato pesce fresco durante le vacanze al mare. (Jullie hebben verse vis gegeten tijdens de vakantie aan zee.)
- Loro hanno mangiato la frutta dopo il pranzo. (Zij hebben fruit gegeten na de lunch.)
Vervoeg het werkwoord "mangiare" in de Imperfetto tijd. Geef een voorbeeldzin en vertaal deze naar het Nederlands.
- Io mangiavo sempre la colazione con cereali. (Ik at altijd ontbijt met granen.)
- Tu mangiavi il gelato ogni estate. (Jij at ijs elke zomer.)
- Lui/lei mangiava la pizza con gli amici. (Hij/zij at pizza met vrienden.)
- Noi mangiavamo la carne solo una volta alla settimana. (Wij aten vlees slechts één keer per week.)
- Voi mangiavate le verdure per essere sani. (Jullie aten groenten om gezond te zijn.)
- Loro mangiavano la torta durante la festa di compleanno. (Zij aten cake tijdens het verjaardagsfeest.)
- Tu mangiavi il gelato ogni estate. (Jij at ijs elke zomer.)
- Lui/lei mangiava la pizza con gli amici. (Hij/zij at pizza met vrienden.)
- Noi mangiavamo la carne solo una volta alla settimana. (Wij aten vlees slechts één keer per week.)
- Voi mangiavate le verdure per essere sani. (Jullie aten groenten om gezond te zijn.)
- Loro mangiavano la torta durante la festa di compleanno. (Zij aten cake tijdens het verjaardagsfeest.)
Vervoeg het werkwoord "mangiare" in de Futuro semplice tijd. Geef een voorbeeldzin en vertaal deze naar het Nederlands.
- Io mangerò la pizza stasera. (Ik zal vanavond pizza eten.)
- Tu mangerai un panino al prosciutto per pranzo. (Jij zult een ham-broodje eten voor de lunch.)
- Lui/lei mangerà il pesce al ristorante di pesce. (Hij/zij zal vis eten in het visrestaurant.)
- Noi mangeremo al ristorante giapponese domani sera. (Wij zullen morgenavond in het Japanse restaurant eten.)
- Voi mangerete una torta per festeggiare. (Jullie zullen een taart eten om te vieren.)
- Loro mangeranno la pasta con la salsa al pomodoro. (Zij zullen pasta eten met tomatensaus.)
- Tu mangerai un panino al prosciutto per pranzo. (Jij zult een ham-broodje eten voor de lunch.)
- Lui/lei mangerà il pesce al ristorante di pesce. (Hij/zij zal vis eten in het visrestaurant.)
- Noi mangeremo al ristorante giapponese domani sera. (Wij zullen morgenavond in het Japanse restaurant eten.)
- Voi mangerete una torta per festeggiare. (Jullie zullen een taart eten om te vieren.)
- Loro mangeranno la pasta con la salsa al pomodoro. (Zij zullen pasta eten met tomatensaus.)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
