Samenvatting: Jaarrekeninglezen Voor Juristen | 9789089747099 | P R de Geus

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Jaarrekeninglezen voor juristen | 9789089747099 | P.R. de Geus

• 1 De jaarrekening: balans & winst-en-verliesrekening

• 1.1 Inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de belangrijkste groepen die interesse hebben in de financiële gang van zaken van een onderneming?

  Het management, voor deze groep worden interne stukken gemaakt. Deze bevatten veel informatie zodat het bedrijf kunnen aansturen.
  
  De fiscus, vaak wil een bedrijf dat de winst laag is zodat zij minder belasting hoeven te betalen.
  
  De externe belanghebbende, met uitzondering van de fiscus. Hier vormt een belangrijk deel van de informatie de jaarrekening.
  

• 1.2 De balans en de winst-en-verliesrekening

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Moeten de BV en de NV de jaarrekening deponeren bij de KVK?

  Ja (geheel of ten dele)

• 1.2.1 De balans

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de balans in een jaarrekening?

  Geeft een overzicht van het op een bepaald tijdstip in de onderneming vastgestelde vermogen. (momentopname/foto)

• Wat staat er aan linkerkant van de balans en wat aan de rechterkant?

  Aan de linkerkant staan de activa (debet) en de aan de rechterkant de passiva (credit). Aan de linkerkant staan de bezittingen(bedrijfsmiddelen) en aan rechterkant de bronnen van vermogen, hoe deze bezittingen zijn gefinancierd.

• 1.2.2 Het boekhoudkundig evenwicht

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom is een balans per definitie in evenwicht?

  Elke bezittingen moet namelijk zijn gefinancierd.
  

• Geef twee vergelijkingen die het evenwicht van de balans illustreren:

  1. Bezittingen= eigen vermogen + vreemd vermogen

  2. Bezittingen -/- vreemd vermogen= eigen vermogen

• 1.2.3 De winst-en-verliesrekening

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Naast de scontro-vorm is er ook de staffelvorm. Hoe ziet die eruit en wanneer wordt die gebruikt?

  Bij de staffelvorm staan de opbrengsten en kosten onder elkaar waarbij de kosten van de opbrengsten worden afgetrokken en als saldo het resultaat wordt berekend. Deze wordt gebruikt bij de te publiceren jaarrekening om de lezers meer inzicht te geven.

• Noem de drie uitkomsten van een winst-en verlies-rekening:

  1. Winst (meer opbrengsten dan kosten)

  2. Verlies (meer kosten dan opbrengsten)

  3. Break-even (de kosten en opbrengsten zijn praktisch gelijk aan elkaar).

• welke twee soorten modellen zijn er voor de winst-en verliesrekening en wat houdt het in?

  1. categoriale opstelling :naar categorieën ingedeeld.
  2. functionele indeling: kosten naar functie

• 1.2.5 Opbrengsten en kosten versus ontvangsten en uitgaven

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.5
  Laat hier meer flashcards zien

• wat houdt het acrualbeginsel in en hoe wordt het ook genoemd?

  aangroeibeginsel of toerekeningsbeginsel. het bepaalt dat dat opbrengsten en kosten worden verantwoord in de periode waarop ze betrekking hebben ongeacht of ze tot ontvangsten of uitgaven in die periode hebben geleidt.