Startpagina / Samenvattingen / Jaarverslaggeving / termijn-herwaarderingsreserve-fva

Vaste activa - Financiële vaste activa

4 belangrijke vragen over Vaste activa - Financiële vaste activa

Welke twee soorten FVA kun je onderscheiden?

Aandelen in andere ondernemingen (deelnemingen)
Schuldvorderingen en aandelen die voor langere termijn worden aangehouden, bijvoorbeeld om investeringen op termijn te financieren

Waarderingsgrondslag tegen historische kostprijs:

Bij waardering op historische kostprijs ligt het voor de hand - hoewel de wet het niet voorschrijft - dat rekening wordt gehouden met eventuele agio door afwijkende marktrente. Dit kan op de volgende twee manier:

door met hulp van de financiële rekenkunde de geamortiseerde kostprijs te berekenen, dit wordt wel de effectieve rentemethode genoemd.
door agio of disagio lineair over de resterende looptijd te verdelen. De RJ staat lineaire amortisatie alleen maar toe indien het niet tot belangrijke verschillen leidt ten opzichte van het toepassen van de effectieve rentemethode (RJ 273.201).

Wat versta je onder geamortiseerde kostprijs bij de waardering van financiële instrumenten

Dit is de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een agio of disagio
Je kunt het berekenen door rente en aflossing contant te maken tegen marktrente geldend op moment van aankoop.

Hoe worden waardeveranderingen bij actuele waarde verwerkt (FVA)?

Volgens de wet 2 mogelijkheden:

Opname in herwaarderingsreserve (kan alleen indien er per saldo een waardevermeerdering is)
Verwerking in resultatenrekening --> als er geen frequente marktnoteringen bestaan: herwaarderingsreserve opnemen ter grootte van de ongerealiseerde waardestijgingen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Jaarverslaggeving | 9789001590567 | Peter Epe

Bekijk samenvatting