Identiteit van non-profitorganisaties - Markt versus budget - Gebreken van de marktsector

9 belangrijke vragen over Identiteit van non-profitorganisaties - Markt versus budget - Gebreken van de marktsector

Ad 1 Onmogelijkheid van prijsuitsluiting. Wat betekent prijsuitsluiting (of EXCLUSIVITEIT)?

Dat het mogelijk moet zijn om degenen die niet willen betalen uit te sluiten van consumptie. De hier bedoelde omstandigheid gaat over de (technische) onmogelijkheid dit te realiseren.

Voorbeelden van onmogelijkheid van prijsuitsluiting zijn de rechtsorde, aanleg en onderhoud van dijken, defensie en openbaar bestuur. Ook individuen die hieraan niet meebetalen (door bijvoorbeeld ontduiking van belastingen) kunnen niet van het genot van deze voorzieningen worden uitgesloten. Hoe gedragen zij zich?

Als FREE RIDES ('uitvreters' waartegen geen uitsluitingssancties kunnen worden genomen).

Ad 2 Hoge initiële kosten. De voor de samenleving noodzakelijke voorzieningen worden niet of in onvoldoende mate tot stand gebracht, aangezien aan de voortbrenging hoge initiële kosten zijn verbonden.

Marktpartijen zijn veelal niet in staat of niet bereid deze hoge kosten en bijbehorende financiële risico's te nemen. Voorbeelden hiervan zijn de aanleg van spoorwegen, bruggen en havens.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Ad 3 Over- of onderwaardering van interne effecten. Wat zijn interne effecten?

De effecten die ruilovereenkomsten op de betrokken marktpartijen hebben. De interne effecten van door de markt voortgebrachte voorzieningen worden soms mede onder invloed van het gehanteerde prijssysteem door de consument over-of ondergewaardeerd. In dit geval worden dus positieve of negatieve interne effecten niet in het prijssysteem tot uitdrukking gebracht. 

Deze over- of onderwaardering kan het welzijn van de burgers schaden, zoals het te veel consumeren van drugs, tabak en alcohol (onderwaardering van negatieve effecten) en het te weinig gebruiken van autogordels, valhelmen en onderwijs (onderwaardering van positieve interne effecten). Waarvan wordt in de verband wel gesproken?

Van het 'abuis van de consument', dat onverbrekelijk verbonden is met het paternalisme van de overheid.

Ad 4 Het optreden van externe effecten. Aan particuliere productie en consumptie kunnen ook externe effecten zijn verbonden.

In dit geval ondergaan (groepen van) subjecten die niet bij de ruilovereenkomst zijn betrokken ongewild positieve of negatieve effecten van de voortbrenging en het verbruik. (positieve en negatieve externe effecten)

Welke twee motieven worden naast de genoemde vier marktimperfecties veelal ook gegeven als motieven voor marktinterventie door de overheid?

Het VERDELINGSMOTIEF en het STABILISATIEMOTIEF.

Welke overweging speelt bij het verdelingsmotief?

De overweging dat marktwerking niet altijd leidt tot een gewenste verdeling van de beschikkingsmacht van (groepen van) personen over productiemiddelen en resultaten. Elke burger wordt dan geacht over een minimaal producten- en dienstenpakket te kunnen beschikken.

Welke rol accentueert het stabilisatiemotief?

De rol van de collectieve sector in de macro-economische ontwikkeling van de samenleving als geheel. Het geheel van collectieve heffingen, besparingen en bestedingen kan een dempend effect hebben op nationale en internationale verstoringen van evenwichten in verschillende deelmarkten, zoals de arbeidsmarkt, financiële markten en markten voor eindproducten.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo