Rijksvaccinatieprogramma - Surveillance
9 belangrijke vragen over Rijksvaccinatieprogramma - Surveillance
Uit welke drie elementen bestaat de infectieziektebestrijding in NL?
- Surveillance: gegevensverzameling
- Signalering en respons
- Uitbraakbestrijding
Wat waren de eerste aanleidingen voor surveillance?
- 14e eeuw: pest
- 17e eeuw: cholera in Londen werd het sterftecijfer wekelijks bijgehouden.
Een belangrijke stap is signalering. Je kunt ook iets signaleren en het associeren met een verkeerde determinant. Noem een voorbeeld.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het verschil tussen isolatie en quarantaine?
Quarantaine = monitoren vindt plaats tijdens de incubatieperiode
Welke soorten van databronnen zijn er voor surveillance?
- Meldplicht als iemand besmet is en dit geconstateerd is bijvoorbeeld door een dokter of het lab => aan GGD
- Lab surveillance
- Syndroom surveillance = als iemand klachten heeft maar geen bewijs van echte besmetting
- Serosurveillance = kijken of iemand antistoffen heeft aangemaakt.
Voor hoeveel infectieziekten is er een meldplicht?
Wat gebeurt er en wie doet het in fase 0 van infectieziektenbestrijding?
- GGD (LCI richtlijnen landelijke coordinatie infectieziektenbestrijding)
- Fase 0 bij een enkele patient => eventueel bron en contact onderzoek en informatie aan de patient geven
- Voorbeeld: op een school een voedseluitbraak (niet heel ernstig)
Wat zijn de andere fases van infectieziektenbestrijding (grotere uitbraken)? Door wie wordt dit gedaan?
- Signaleringsoverleg: wekelijks is er een overleg waar binnen en buitenlandse uitbraken worden besproken en of nederland daar iets mee moet. (lokale klusters, griepseizoen)
- Als er aanleiding is voor zorg of vragen zijn wordt er een afstemmingsoverleg gehouden. Experts volgen het verloop + onderzoek voor extra informatie (landelijke salmonella uitbraak)
- Willen we nog meer zicht op de situatie of willen we echt al maatregelen gaan coordineren dan wordt er een responsteam actief. De uitbraak is dan vaak in meerdere regios in NL. Bijvoorbeeld de mazelen
- Crisis team bij mogelijk ernstige gevolgen. Bijvoorbeeld polio op een campus of covid
Wat zijn relevante voorbeelden + hoofddoel van surveillance?
- Uitbraakdetectie (epidemieën)
- Monitoren van trends in infectieziekten (bijv. age shifts, seizoensverschillen, afname/stijging, etc.)
- Evalueren van interventies (bijv. vaccinatie na uitbraak)
- Toekomstige uitbraken voorspellen
- Ziektelast voorspellen (bijv. griep of waterpokken & gordelroos)
- Plannen en monitoren van preventieprogramma’s (bijv. het RVP)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden