De jeugd van tegenwoordig: geïndividualiseerd of samen jong? - Jeugd en peergroep: Samen jong zijn - Hessen en Claassen
13 belangrijke vragen over De jeugd van tegenwoordig: geïndividualiseerd of samen jong? - Jeugd en peergroep: Samen jong zijn - Hessen en Claassen
Wanneer was de opkomst van de jeugdbewegingen?
Wat kwam in de jaren `60 en `70 in opkomst?
De ene jeugdperiode is 'erflater' voor de volgende jeugdperiode.
Voorbeeld: traditionele gebruiken rond de jaarwisseling.
Het jeugdbestaan in theoretisch perspectief bestaat uit 3 optieken, welke?
* de cultuuroptiek
* de personalisatie optiek
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is een gemeenschappelijk structuurpatroon van het jeugdbestaan door de tijd en cultuur heen?
Wat is jeugdsubcultuur in de cultuuroptiek?
* Voorbeeld: jeugdsubcultuur in de Middeleeuwen met heidense gebruiken zoals de paasvuren, terwijl de gangbare cultuur de christelijke was.
Wat is een gemeenschappelijk kenmerk van de jeugdsubcultuur door de tijd en cultuur heen?
* roesbeleving
De personalisatie optiek: wat wordt bedoelt met persoonlijkheidsstijl?
De persoonlijkheidsstijl van de jeugdige kenmerkt zich door de tijd heen als...?
Jongeren presenteren zich vaak 'opvallend' als groep.
In publieke ruimte: Dramaturgisch:de jeugd wil zich in openbaar als jeugd doen gelden.
*Dramatisering
*Gemeenschappelijk kenmerk door alle tijden heen.
Waar kenmerkt elk jeugdbestaan zich door?
* Geheimzinnigheid
* Dramatisering
Noem het jeugdbestaan in historisch perspectief op.
2. Het folklorisch jeugdbestaan = 'folklore' zonder oorspronkelijke betekenis (dauwtrappen)
3. Het traditionele jeugdbestaan = rond 1200 standverschillen - jeugd uit hogere sociale klasse ontmoeten elkaar in aparte ruimtes (partijtjes), jeugd uit lagere sociale klasse ontmoeten elkaar op straat volgens tradities (kermis)
4. Het ideologische jeugdbestaan = eind 18e eeuw - jeugdbestaan met een eigen ideologie
Noem de 4 ideeën van het ideologische jeugdbestaan
2. Progressivisme: jeugd staat voor een betere wereld
3. Non-conformisme: jeugd staat voor zuiverheid, oprechtheid
4. Activisme: jeugd staat voor energie, daadkracht
De jeugdideologie is verbonden met het verleden, welke, leg uit.
2. Progressivisme - verbonden met de verlichting
Eind 18e eeuw: elke nieuwe generatie kent een vernieuwende kracht.
3. Non-conformisme - verbonden met de Romantiek
Romantisering van het onbedorven kind.
4. Activisme - verbonden met de opkomst van de burgerij (ondernemingslust, bedrijvigheid)
Hoe was de jeugdsubculturen in de jaren 70, 80 en 90?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden