Samenvatting: Jeugdbeleid In Transitie | 9789046904008
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Jeugdbeleid in transitie | 9789046904008
-
1 Jeugdbeleid in Nederland
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Binnen jeugdbeleid is sprake van drie soorten beleid. Noem deze drie soorten.
-Curatief (genezend, beperken negatieve gevolgen)
-Preventief (voorkomend)
-Repressief (onderdrukkend) -
Er zijn twee soorten beleidsproblemen. Noem deze twee problemen.
-Getemde beleidsproblemen (eenvoudige kwesties)
-Ongetemde beleidsproblemen (bijv. jeugdcriminaliteit, kwesties waar de meningen over verdeel zijn) -
2 Jeugdbeleid binnen bestuurlijke organisaties
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Het Nederlands bestuurlijke hoofdstructuur bestaat uit drie lagen. Noem deze drie lagen.
-Het Rijk (algehele verantwoordelijkheid jeugdbeleid, zorgt voor wet- en regelgeving)
-De provincie (weinig van doen in het jeugdbeleid)
-De gemeenten (vaststellen en aansturen lokale jeugd) -
3 Het beleidsproces en beïnvloeding
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Ontstaan van beleid is in wezen een cyclisch model en bestaat uit de volgende stappen:
-Agendering
-Beleidsvoorbereiding
-Beleidsbepaling
-Beleidsuitvoering
-Beleidsevaluatie
-Beleidsterugkoppeling -
Het instellingenbeleid kan een externe functie en een interne functie hebben.
Externe functie: Legitimeren van maatschappelijke waarde en nut, welke prioriteiten het heeft en duidelijk maken wat de relatie is met andere jeugd- en gezinsorganisaties en hoe daarin gaat worden samengewerkt.
Interne functie: Richt op individuele beroepskrachten en zijn kaders waarbinnen professionals behoren te handelen. -
4 Stuurkracht in het jeugdstelsel
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Drie niveaus regievoering:
1.Bestuurlijk niveau (meestal gemeente)
2.Instellingsniveau
3.Uitvoeringsniveau -
Netwerken bevinden zich op meerdere niveaus:
-Beleidsbepalend niveau
-Uitvoerend niveau -
4.1 Regie
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke types van regie zijn er?
- Beheersing => doorzettingsvermogen
- uitvoering => doorzettingsvermogen
- visie => overtuigingskracht
- faciliteren => overtuigingskracht
De laatste twee komen het meest voor - Beheersing => doorzettingsvermogen
-
Horizontale en verticale sturing
horizontaal (governance) => zekere gelijkwaardigheid (bottum-up), moderne benadering van besturen
verticaal => hiërarchische aanpak van bovenaf (top-down), klassieke benadering van besturen -
4.3 Netwerken en interactieve benadering
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke aanleidingen zijn er doorgaans voor het ontstaan van beleidsnetwerken?
- Dusdanig ingewikkelde situaties dat het niet niet kan worden opgelost door één instelling (zoals voortijdig schoolverlaten)
- Nieuwe complexe vraagstukken (zoals stelselherziening passend onderwijs en decentralisatie van de jeugdzorg)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden