Samenvatting: Jeugdcriminaliteit
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Jeugdcriminaliteit
-
Les 1, deel 1, Oorzaaktheorieën
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 20/11/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Oorzaaktheorieën: biogenetische factoren
Aangeboren lichaamskenmerken kunnen criminaliteit voorspellen.
Lombroso: begin 20e eeuw, je kunt misdadigers aan uiterlijk herkennen
Buikhuizen: begin jaren 80, minder aanmaak stresshormoon en minder aanmaak VitB zorgt voor neiging criminaliteit -
Oorzaaktheorieën: socio-biologische factoren & psychopathologie
Socio: Wisselwerking tussen omgeving en individu. Kwaliteit van de opvoeding en mate van affectieve band zijn beïnvloedende factoren.
Psychopathologie: crimineel zijn maar onder invloed van een psychische stoornis. Minderjarige daders hebben zes tot zeven keer zo vaak een psychiatrische stoornis als jongeren van dezelfde leeftijd die geen criminaliteit vertonen. -
Oorzaaktheorieën: Differentiële associatietheotie & Staintheorie
Differentiële ('de slechte vrienden'): crimineel gedrag als imitatiegedrag. Criminaliteit wordt aangeleerd in sociale netwerken. Veel geconfronteerd worden met crimineel gedrag geeft crimineel gedrag
Staintheorie: Criminaliteit als uiting van spanning en protest. doelen die prominent zijn in onze samenleving willen bereiken: Financieel gewin en status, desnoods illegaal als het niet lukt. -
Oorzaaktheorieën: Rationele keuzebenadering (4)
Mensen komen min of meer toevallig in aanraking met criminaliteit en nemen een rationele beslissing om 'door te gaan' op het criminele pad. 'Kosten baten analyse'
fase 1: bereidheid om misdrijf te begaan.
fase 2: beslissing om daadwerkelijk misdrijf te plegen
fase 3: beslissing nemen over concrete uitvoering van specifieke misdrijven
fase 4: evaluatie van beslissing en besluiten tot blijven plegen van wel delicten staken -
Oorzaaktheorieën: Interactionistische theorie
Criminaliteit is een label, afhaneklijk van de definitie die we eraan geven. Een persoon die de wet overtreedt (primaire deviantie) ziet zichzelf misschien niet als crimineel maar doordat iemand het label krijgt vindt er stigmatisering plaats. Hij gaat er ook naar handelen (secundaire deviantie) -
Les 1, deel 2, Controle/beheersings
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 21/11/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Controle/beheersinstheorieën: Bindings/crontrole theorie (attachment, commiment, involvement, belief)
Mensen houden zich aan de wet want:
- affectieve bindingen met anderen (ouders/vrienden)
- rationele overwegingen: mensen hebben iets te verliezen door crimineel gedrag
Vier elementen zijn van belang
attachment: emotionele gehechtheid aan anderen
commiment: als je veel hebt geïnvesteerd in de maatschappij, neem je niet snel het besluit om dat te verliezen
Involvement: druk met een maatschappelijk leven te leiden
belief: waarde die iemand hecht aan maatschappelijke regels -
Controle/beheersingstheorieën: Reïntegrative Shaming
crimineel gedrag is aangeleerd en levert resultaat op voor de dader. Tegenover crimineel gedrag staat schaamte. Mensen met wie de dader affectieve bindingen heeft, kunnen deze ter verantwoording roepen.
- meest effectieve manier om criminaliteit te bestrijden is verantwoording af te leggen aan diegene met wie men een affectieve relatie heeft -
Sociaal ecologisch hulpverlening/diagnostiek (ecologische validiteit en empowerment)
- breed kijken naar allerlei factoren in oorzaak en gevolg, maar de kern van de probleemsituatie moet de professional zelf oplossen
- Ecologische validiteit is hoog doordat professional breed kijkt naar oplossingen, de analyse samen met betrokkenen doet en ook de omgeving van de cliënt bezoekt en betrekt.
- Empowerment: door het opsporen en activeren van gunstige persoonlijke omgevingsfactoren vindt er vaak herstel van ze zelfsturing plaats. -
Les 2, deel 1, Risicofactoren
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/01/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Risicofactoren individu: Psychopathologie (3)
- Psychopathologie komt zeven keer vaker voor bij jongeren die worden voorgeleid
- kinderen met meer dan één psychische s. hebben verhoogd risico op later crimineel gedrag. vooral gewelddelicten
- kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling: voorsteller van volwassenen antisociaal gedrag -
Risicofactoren individu: fysiologisch (fysieke gesteldheid) (arouselniveau, fearlessness, geslachtshormoon)
- Laag arousel niveau (ze voelen minder snel angst en spanning)
- Simulation seeking theorie: door het lage arousel niveau hebben ze meer prikkels nodig dan normaal.
- fearlessness: niet bang voor de gevolgen van grensoverschrijding, weinig gevoelig voor beloning en straf
- geslachtshormoon: verband tussen testosteronspiegels en agressie: hoe vroeger het begint in de puberteit, hoe meer kans op problemen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden