Samenvatting: Jeugdcriminologie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van jeugdcriminologie

• 1 les 1

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Aard en omvang : trends omtrent criminiele feiten

  - delicten worden geweldadiger en daders jonger : recidive is groot
  - recidive = terugval, opnieuw in contact komen met popo
  - jongeren plegen delicten vaak samen met anderen
  
  in nederland:
  - jeugdcrimi vaak door mannen , maar vrouwen nemen toe naar verhouding 
  - grootste vertegewoordigers = allochtone groepen

• Om iets te zeggen over de aard en omvang van jeugdcriminaliteit wordt gebruikt gemaakt van ? (nederland)

  - politiestatestieken 
  - zelfrapportageonderzoek 
  - slachtoffer enquetes

• 1.2 tekst : het beeld van de jeugd als criminaliteits-en veiligheidsprobleem. ALTHOFF

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Vraag 1: de grote bloei van de jeugdbewegingen die vol idealisme aan een betere toekomst wil bijdragen, degene die er niet bij horen zijn de arbeidersjongeren, die moeite hebben met de idealen vd jeugdbeweging. HoezoWat waren die idealen dan?   

  De eerste jeugdbeweging in Belgie = katholieke vlaamse studentenvereniging 
  -> idealen van de kerk VS idealen van nieuwe orde partijen: katholicisme VS socialisme 
  -> arbeiders jongeren vielen over het feit van de 'terugkeer van de natuur ' en al de activiteiten die daarbij horen  
  
  later werd de reactie extremer over het feit hoe de werkelijkheid beleefd moet worden alsook de vrije tijd.

• Vraag 2: in de jaren 50 was men van mening dat de verwilderde jeugd gemakkelijk tot crimineel gedrag zal komen. De jongens en meisjes level op instinctief niveau. Wat werd hiermee bedoeld? + vb

  - Arbeidersjeugd = ongeschoold. Leven vitaal en instinctief niveau betekenent dat ze zich makkelijk overgeven aan wat ze voelen... Doen wat ze voelen en denken niet na over consequenties 
  vb: op stap gaan -> drinken en alcholproblematiek
  
  - de beleving van de arbeidersjeugd is vooral gericht op het lichamelijke met allerlei vormen van genot       

• Rekening van catelijne : documentaire welke kenmerken van jeugdcultuur zie je ?

  1. Kind gaat niet meer naar school 
  2. Kind hangt rond... Vecht vrienden 
  3. Schermverslaving
  4. Weinig respect naar ouderen ; ook bij vechten

• Kenmerken van een problematische opvoedingssituatie ?

  - persoon ervaart psychische problemen doordat ze in zware armoede leven
  - slecht gedrag -> uithuisplaatsing 
  - ouders niet weten hoe met kinderen om te gaan : licht ontvlambaar 
  - kind geen eigen slaapkamer 
  - bij ziekte = dure rekening = geen geld hiervoor...? 
  - slechte sociaal economische status = veel problemen = weinig leefgeld = kinderen niet naar school ..

• Rekening van Catelijne (docu)naast probleem aspecten ook positieve aspecten in de stijl  van Minkowski " het euvel van misschien wel elke opvoeding tot op heden is dat het weinig of geen plaats heeft voor de onaangepaste mens, voor de onaangepastheid in de mens    voorbeeld?

  Mama leeft in armoede maar gaat toch elke avond lopen => goed voor mentale gezondheid 
  
  fles waar statiegeld op staat, terugbrengen voor een nieuwe fles frisdrank te kopen.

• 2 les 2

• 2.1 meervoudig risicomodel van der ploeg

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom spreken we bij het MR-model van een 'multivariate karakter" ?

  multivariate karakter = tussen de onderscheiden concepten is er sprake van interacties, die gezamelijk meer verklaringskarakter hebben voor het ontstaan van probleemgedrag 
  
  Omdat we niet spreken kunnen spreken over een éénrichtingsverkeer als het gaat om de risicofactoren..

• In een overzichtstudie; belangrijkste risicofactoren voor later crimineel gedrag1) risicofactoren op kind niveau ? 2) risicofactoren op gezinsniveau ? 3) risicio factoren op omgevingsniveau?

  Risicofactoren op kind niveau: 
  1. storend onrustig kind gedrag dat gepaard gaat met veel agressie en hyper zijn 
  2. Lage intelligentie 
  3. Aandachtsproblemen
  4. Slechte schoolprestaties 
  5. Politiecontacten
  
  risicofactoren op gezinniveau: 
  1. Afwijkend en afwijzend oudergedrag
  2. Ouderlijke ruzies 
  3. Criminele ouders 
  4. Weinig discipline en toezicht thuis
  5. Armoede/ werkeloosheid   
  
  risicofactoren op omgevingsniveau:
  1. Achterstandsbuurten
  2. Hoge buurtcriminaliteit 
  3. Vrienden in de criminaliteit

• Welke biologische factoren kunnen een rol spelen om een jeugddelict te plegen?

  Wanneer een kind de aanleg heeft voor een psychologische stoornis