Samenvatting: Jeugdprofessionals Tussen Praktijk En Overheidsbeleid | 9789046909034 | Gerardus Tobias Witte

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Jeugdprofessionals tussen praktijk en overheidsbeleid | 9789046909034 | Gerardus Tobias Witte

• 1 Deel 1: Jeugdprofessionals, jeugdbeleid en de complexiteit van het jeugdzorgstelstel Hoofdstuk 1 -Ingeklemd tussen beleid en praktijk

• 1.1 Tussen beleid en praktijk

• Waarom is bij jeugdprofessionals de behoefte om invloed uit te oefenen op het jeugd- en sociaal beleid toegenomen in de afgelopen jaren?Hoe kan dit tot uiting komen?Spreek je vanuit je eigen mening of politieke overtuiging?

  Om constructief op te komen voor een menswaardig bestaan voor kwetsbare kinderen, jongeren, volwassenen, gezinnen en groepen. Iedereen moet immers volwaardig kunnen participeren in de samenleving.
  
  Dit kan door te agenderen, kritisch te reflecteren, door wanpraktijken en perverse effecten van beleid te signaleren.
  
  Nee. Hetgeen wat je spreekt is gebaseerd op ervaringen uit de praktijk en je brengt het perspectief vd betrokkenen in.

• 1.2 Beroepscompetentie, beroepscode en jeugdbeleid

• In het competentieprofiel pedagogiek staan 3 pedagogische kerntaken. Noem deze.

  1. Opgroeien en opvoeden ondersteunen;
     
  2. Condities voor opgroeien en opvoeden bevorderen;
  3. Professionaliteit versterken.

• Welke 3 competenties in kerntaak 2 zijn voor de pedagoog(/jeugdprofessional) van belang als het gaat om jeugdbeleid?

  1. Pedagogen dragen als onderzoekende professional systematisch bij aan beroepsinnovaties en kennisontwikkeling;
     
  2. Pedagogen onderzoeken relevante pedagogische vraagstukken en vertalen uitkomsten naar beleidsadviezen voor (pedagogische) instellingen, overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven;
  3. Pedagogen onderzoeken beleid van instellingen, overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven en wijzen op de gevolgen ervan voor het opgroeien en opvoeden. 

• Wat is het doel van de beroepscode? Wat staat er zoal in?

  Om de juiste keuzes te maken en te onderbouwen kan het raadplegen van de beroepscode van nut zijn. Bijv. wanneer je je afvraagt: wanneer doe ik het goede? Het bevat normen, uitgangspunten en regels die zorgdragen voor het welzijn vd cliënt en fungeert als kader bij de reflectie op het eigen handelen.
  
  Er staat oa in:
  

  • regels over de positie vd cliënt en wettelijke vertegenwoordigers
  • algemene beginselen vd beroepsuitoefening, zoals deskundigheid, bekwaamheid, zorgvuldigheid, geheimhouding + prof./maatsch. verantwoordelijkheid.  

• 1.3 Structuurgericht en gelaagd werken

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is structuurgericht (politiserend) werken?

  Je richt je als professional dan op het helpen oplossen van structurele (diepere) oorzaken van langdurige problemen. Het probleem wordt boven het individuele niveau vd hulpverlening getild, waarbij wordt gestreefd naar bredere beleidsverandering en maatschappijhervorming.
  De aanpak of acties zijn dan gericht op 1 of meerdere niveaus en lagen tegelijk.

• 1.4 Interprofessioneel samenwerken

• Wat is het verschil tussen integraal en interprofessioneel werken?

  Integraal werken is dat jeugdprofessionals problemen van kinderen, jongeren en gezinnen in hun leefwereld in samenhang moeten verstaan en begrijpen en dat de professionele ondersteuning en hulpverlening hier methodisch nauw bij moeten aansluiten. 
  
  Interprofessionele samenwerking daarentegen draait om de inzet van en samenwerking tussen meerdere professionals uit verschillende disciplines, omdat voor het oplossen van een weerbarstig vraagstuk verschillende soorten expertise nodig zijn en dus ook verschillend beleid nodig is (Voorbeeld kinderarmoede).

• 2 Jeugdbeleid in Nederland

• 2.1 Beleid en overheid

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is beleid?Welke 3 belangrijke, samenhangende onderdelen omvat beleid?

  Het kiezen van doelen, effectief (doelgericht) en efficiënt (doelmatig) inzetten van middelen in een bepaalde tijdsvolgorde.
  
  

  1. Doelen; bijv. Het terugdringen van vroegtijdig schoolverlaten en aanmoedigen van behalen diploma.
  2. Middelen; die men gaat inzetten/maatregelen die genomen worden
  3. Planning; binnen welk tijdsbestek moet het doel bereikt zijn? 

  
  Aan het ontwerpen en uitvoeren van een beleid ligt een vraagstuk of probleem ten grondslag. Er wordt in het jeugdbeleid ook in positieve zin geïnvesteerd in het versterken vd kwaliteit en talent vd jongeren, o.a. via opleiding.
  Beleid is altijd in (cyclische) beweging.

• Wat is het verschil tussen output en outcome? (college 2)

  Output; wat je produceert
  Outcome; het (maatschappelijk) effect daarvan

• Wat wordt bedoeld met de overheid? Wat zijn de 3 belangrijkste kerntaken?

  De overheid vormt het hoogst bevoegde gezag op een bepaald territorium of grondgebied en bestaat uit bestuurders, bestuursorganen en het ambtelijke apparaat.
  
  

  1. Zorgen voor openbare orde en veiligheid;
  2. Zorgen voor sociaaleconomische zaken als werkgelegenheid, sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden;
  3. Zorgen voor sociaal-culturele zaken als welzijn, onderwijs, volksgezondheid en kunst.   

• 2.3 Jeugdbeleid door de tijd heen

• Wat was vroeger de betekenis van een preventief beleid?

  De strijd tegen schoolverzuim, een doelmatiger structurering vd opvoeding en de vrije tijd vd jeugd, om zo de criminaliteit meer terug te dringen.