Grondslagen van het jeugdstrafrecht - Strafgrond en strafdoel in het jeugdstrafrecht

9 belangrijke vragen over Grondslagen van het jeugdstrafrecht - Strafgrond en strafdoel in het jeugdstrafrecht

Wat geldt met name voor de vroege adolescentie (12-16 jaar)?

Verschillen van volwassenen in cognitief en intellectueel opzicht en dat beïnvloedt hun vermogen om zelfstandig te kunnen beslissen.

Wanneer verschillen cognitieve en intellectuele vermogens weinig meer van volwassenen?

Rond het 15de levensjaar nemen deze vermogens sterk toe. De cognitieve en intellectuele vermogens van adolescenten tussen de 15 en 17 jaar verschillen weinig meer van die van volwassenen.

Wat is naast cognitieve vermogens van belang om de verantwoordelijkheid van jongeren voor delinquent gedrag goed te kunnen begrijpen?

Psychosociale vaardigheden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar hebben psychosociale vaardigheden invloed op?

Op het belang dat jongeren hechten aan de mogelijke gevolgen van hun beslissingen.

Welke drie aspecten spelen een grote rol van betekenis m.b.t. de psychosociale vaardigheden van jongeren?

1. Beïnvloeding door leeftijdsgenoten. Die neemt sterk toe tussen 10 en 14 jaar en neemt daarna geleidelijk af.
2. Oriëntatie op de toekomst. Adolescenten zijn in het algemeen veel sterker georiënteerd op de kortetermijnuitkomsten dan op gevolgen op de langere termijn. Adolescenten zijn sterker geneigd om risico's te nemen en gevaar te onderschatten.
3. Vatbaarheid voor impulsen. Jongeren zijn veel sterker dan volwassenen vatbaar voor impulsen. De impulsbeheersing, zeker bij een groot deel van de jongens, is nog lang niet voltooid rond het 18e levensjaar.

Welke twee kanttekeningen moeten geplaatst worden bij gegevens over de cognitieve en psychosociale vaardigheden van jongeren?

1. Dit zijn 'laboratoriumgegevens'. Veelal verkregen onder uitzonderlijke, rustige omstandigheden.
2. Dit zijn uitkomsten van gemiddelde onderzoekspopulaties.

Waarom kan het strafrecht niet worden gezien als analogie van de rol van straf in de opvoeding?

Vanwege het ontbreken van een vertrouwensrelatie tussen gestrafte en straffer, en daarmee het ontbreken van het 'bestwill-argument'.

Hoe houdt de rechtspraak rekening met de kinderlijke status van de minderjarige, wanneer rechtspreken niet analoog aan opvoeden kan worden gezien?

Door een eigen accent in de strafgrond en een eigen accent in het strafdoel aan te brengen.

Wat zijn de strafdoelen van het jeugdstrafrecht?

Deze komen overeen met die in het commune strafrecht: primair het voorkomen van recidive, en secundair, indien er sprake is van slachtoffers, het zoveel mogelijk goedmaken van wat hen is aangedaan. Daar bovenop kent het een pedagogisch uitgangspunt dat meestal wordt aangeduid met de term het belang van het kind, als eerste en allesbepalende fundering van het jeugdstrafrecht.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo