Samenvatting: Jurisprudentie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 53 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Jurisprudentie

  • 0 extra info

    Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 0
    Laat hier meer flashcards zien

  • -aan een bepaalde daad die in het algemeen onrechtmatig is, kan het onrechtmatige karakter worden ontnomen. Maar wanneer wordt aan een onrechtmatige daad het onrechtmatige karakter ontnomen?

    -laatste gedeelte van artikel 6:162, tweede lid, BW, waar wordt bepaald: ‘(...) een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.’
  • wat houdt het relativiteitsvereiste in bij onrechtmatige daad?

    -zie 6:163 BW=>de pleger van een onrechtmatige daad slechts dan aansprakelijk is, indien de norm die hij (de dader) heeft overtreden de strekking heeft de benadeelde in het geschonden belang te beschermen
  • Stel iemand steekt zijn huis in brand. is de brandstichting dan onrechtmatig jegens de verz mij?

    -De Hoge Raad achtte de brandstichting niet onrechtmatig jegens ‘De Onderlinge’. Een overeenkomst tot schadeuitkering bij een zekere gebeurtenis verplicht derden nog niet (ook al zijn ze met de overeenkomst bekend) zich daarom te onthouden van handelingen die deze gebeurtenis doen intreden. De verzekeringsovereenkomst verplichtte in casu mevrouw Vonk dan ook niet om ter wille van het verzekeraarsbelang het huis niet in brand te steken. Wel heeft mevrouw Vonk wettelijke en zedelijke regels overtreden, maar deze strekken ter bescherming van andere belangen dan die waarin de verzekeraar is geschaad, zodat deze aan de overtreding dier regels geen vordering kan ontlenen.
  • -Het schuldvereiste in artikel 6:162, derde lid moet in subjectieve zin worden opgevat. wat wordt daarmee bedoeld?

    -Hiermee bedoelen we aan te geven dat bij de schuldvraag gekeken wordt naar ‘de pleger in kwestie’. Deze dader kan, rekening houdend met zijn eventuele onvolmaaktheden, de onrechtmatige daad worden verweten.
  • -Een daad kan ook aan de dader worden toegerekend zonder dat aan de dader een verwijt van zijn daad valt te maken. Wanneer is dat?

    -De toerekening van de daad aan de dader kan plaatsvinden krachtens de wet. Een voorbeeld van deze toerekening vinden we in artikel 6:165.
     Op grond van de bepaling neergelegd in artikel 6:165, eerste lid wordt een onrechtmatige daad toegerekend aan de dader van veertien jaar of ouder, indien de daad is verricht onder invloed van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming . Let hier dus op: aan de dader. Let op maakt niet uit of dit bv hersenbloeding is of een epileptische aanval v e epilepsie patient
  • -De wet geeft ook een voorbeeld van een geval waarin er bij de dader wel sprake kan zijn van verwijtbaar gedrag maar dit verwijtbaar gedrag niettemin niet aan de dader wordt toegerekend. noem dit?

    -Dit voorbeeld vinden we in artikel 6:164.
    Op grond van deze bepaling kunnen kinderen beneden de veertien jaar niet aansprakelijk gesteld worden.
  • welk woord in art 6:162 BW duidt op causaliteitsvereiste?

    dientengevolge
  • 1.1 Lindebaum Cohen 31-1-1919

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  •  Lindebaum Cohenwaar => waarover ging deze casus?

    -De drukker Cohen pleegt ‘bedrijfsspionage’ bij zijn concurrent Lindenbaum, door diens bediende om te kopen hem, Cohen, inlichtingen te verschaffen over hetgeen in de zaak van zijn patroon Lindenbaum omgaat. Als Lindenbaum erachter komt, eist hij schadevergoeding van Cohen op grond van onrechtmatige daad.
    Alvorens we de overwegingen van de Hoge Raad geven, moeten we weten dat de gedragingen van Cohen (het aftroggelen van bedrijfsgeheimen) noch als overtreding van een wettelijk voorschrift, noch als een inbreuk op een subjectief recht kon worden opgevat.
  • hoe oordeelde Hof in Lindebaum Cohen ?

    Het hof oordeelde dan ook dat Cohen géén wettelijke plicht had geschonden en dus geen onrechtmatige daad had gepleegd-
  • Hoe oordeelde HR in Lindebaum Cohen?

    -onder onrechtmatige daad is te verstaan een handelen óf nalaten, dat óf inbreuk maakt op eens anders recht, óf in strijd is met des daders rechtsplicht, óf indruischt, hetzij tegen de goede zeden, hetzij tegen de zorgvuldigheid, welke in het maatschappelijk verkeer betaamt ten aanzien van eens anders persoon of goed, ...
    => O., dat onder dit begrip zeker valt de daad van hem, die tot eigen baat, door giften en beloften den bediende van een concurrent overhaalt de beroepsgeheimen van zijn meester aan dezen afhandig te maken en aan hemzelven te openbaren.’
LET OP!!! Er zijn slechts 53 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Jurisprudentie