Presentatie in kunstmusea na de Tweede Wereldoorlog - Presentatie van oudere kunst - De aandacht voor historische context
19 belangrijke vragen over Presentatie in kunstmusea na de Tweede Wereldoorlog - Presentatie van oudere kunst - De aandacht voor historische context
Welke verschuiving tekende zich in de museumwereld af met de polemiek rondom de tentoonstelling In het licht van Vermeer in 1966 af?
Welk uitgangspunt accepteerde men vrij algemeen in de jaren vijftig?
Waar was in een aantal gevallen die constatering aanleiding voor?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waar moest dat de beschouwer ervan bewust maken?
Wanneer verdween de expressiviteit uit de vormgeving van de presentaties?
Waar werd in die periode naar gestreefd?
Wat werd ongedaan gemaakt als het om historische gebouwen ging?
Hoe kon museumarchitectuur als neutrale locatie dienen voor het verhaal van de kunstgeschiedenis?
Waardoor werd er in de jaren zeventig echter steeds vaker ook voor andere invalshoeken gekozen?
Waar legt Eddy de Jongh de nadruk op in de begeleidende publicaties?
Hoe dient deze geconstrueerde context te worden beschouwd?
Waar is deze formule van, 'een schilderij centraal', bij uitstek geschikt voor?
Wat is eigen aan de contextuele benadering voor de toelichtingen?
Voor wie is bij deze presentaties dus een belangrijke rol weggelegd?
Waarom is dit tot op heden over het algemeen niet toepasbaar geacht voor vaste opstelling in kunstmusea?
Waarom zijn hierin toch in de afgelopen decennia enkele veranderingen te signaleren?
Wat is daarnaast, in de loop van de jaren tachtig, ook sterk toegenomen?
Waar heeft dat onder meer de ogen voor geopend?
Waar naar toe is die aandacht verschoven?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden