Tussen geschiedenis en kunst. Nederlandse nationale kunstmusea in de negentiende eeuw - Het verzamelen van kunst vóór 1795

14 belangrijke vragen over Tussen geschiedenis en kunst. Nederlandse nationale kunstmusea in de negentiende eeuw - Het verzamelen van kunst vóór 1795

Hoe werden Frankrijk, Engeland en verschillende Duitse staten in de zeventiende en achttiende eeuw geregeerd?

Ieder vanuit één centrum.

Welke functie werd aan kunst toegekend in deze centraal geregeerde staten?

Een veelal belangrijke politieke, de macht ondersteunende functie.

Hoe werden kunstenaars in Frankrijk ingezet?

Op grote schaal om onderdanen en buitenlanders te overtuigen van de grootheid van de machthebber.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat legden vorsten van deze staten aan?

Grote verzamelingen van kunstvoorwerpen om hun rijkdom en beschaving te demonstreren. De adel volgde hen hierin?

Verzamelden de steden een kunstcollectie?

Nee, in de zeventiende eeuw werden vele stadhuizen gebouwd en uitbundig gedecoreerd met schilderijen en beeldhouwwerk, voorzien van stichtelijke boodschappen.

Wat vormden deze wat ongericht bijeengebrachte voorwerpen?

De kern van de latere stedelijke museumcollecties, waarvoor in de negentiende eeuw, vaak op particulier initiatief, stedelijke musea zouden worden opgericht.

Wat gebeurde er na de afscheiding van de protestante Nederlandse gewesten van het katholieke Spanje?

De kunstmarkt was geheel veranderd. De katholieke opdrachten voor altaarstukken en heiligenbeelden vielen grotendeels weg en er ontstond een uitgebreide, gespecialiseerde productie van schilderijen voor de markt.

Waar waren die schilderijen e.d?

Veel was aanwezig in brede lagen van de bevolking, die in elk geval breder waren dan die in de ons omringende landen.

Wat was in Nederland niet de gewoonte met een collectie?

Dat deze bijeen bleef. De meeste schilderijen werden voor de markt gemaakt en keerden daar ook weer naar terug na de dood van de betreffende eigenaar. Meestal werd de verzameling geveild.

Welke stad werd in de zeventiende eeuw een bloeiend centrum voor de kunsthandel, waar vele veilingen werden gehouden?

Amsterdam, tot diep in de achttiende eeuw bleef de stad deze centrumfunctie behouden.

Wat was ook niet gebruikelijk om te doen met een verzameling?

Deze na te laten aan een instelling of overheid. Dit op enkele uitzonderingen na.

Hoe konden deze zeventiende- en achttiende eeuwse privé-collecties vaak worden bezocht?

Alleen door vrienden, medeverzamelaars, kunstenaars of buitenlandse bezoekers (met een introductie)

Tegen het eind van de achttiende eeuw kwam er verandering in de toegankelijkheid van de verzamelingen. Welke verzameling kon met onder meer gaan bekijken?

De kunstverzameling van stadhouder Willem V vanaf 1774 in een galerij op het Buitenhof.

Wat was de volgende museale stichting? Ook een privé initiatief?

Die van de Haarlemmer Pieter Teyler, die in 1778 een grote som geld naliet om daarmee twee genootschappen (een voor theologie en een voor kunsten en wetenschappen) te stichten, verzamelingen aan te leggen en bovendien arme en noodlijdende mensen te helpen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo