De Britse Parlementaire Enquête uit 1853. De 'modernisering' van de National Gallery in Londen - De parlementaire enquête van 1853 - Verzamelen

15 belangrijke vragen over De Britse Parlementaire Enquête uit 1853. De 'modernisering' van de National Gallery in Londen - De parlementaire enquête van 1853 - Verzamelen

Wat was een van de conclusies van het rapport van 1853?

Dat er vóór de enquête geen noemenswaardig aankoopbeleid was ontwikkeld.

Welke vragen werden hierover in de schriftelijke enquête opgenomen en welke niet?

Geen vragen over de inhoudelijke strekking van het verzamelbeleid, welk werd gevraagd hoeveel geld er beschikbaar was, of er eigentijdse kunst werd verworden en of er wellicht agenten uitgestuurd werden om aankopen te doen en zo ja, hoeveel geld daarvoor ter beschikking stond.

Wat zijn de voornaamste, althans de meest volumineuze bron op het punt van verzamelen?

De vele kunstenaarsnamen die, geordend naar land en daarbinnen chronologisch, als bijlage van 36 foliobladzijden lang aan het rapport zijn toegevoegd.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Op wiens verzoek waren deze verlanglijsten opgesteld en door wie?

Prins Albert. Hij had het gevraagd aan Eastlake, die alleen de lijsten voor de Italiaanse school opstelde. Hij vroeg op zijn beurt de schilder en kunsthistoricus Ralph Wornum om de andere landen voor zijn rekening te nemen.

Wat kwamen in deze megalomane opsommingen aan de orde?

Alle belangrijke Europese schilderscholen, het betrof kunstenaars die geleefd hadden van de late middeleeuwen tot in de negentiende eeuw.

Op welke naslagwerken baseerden Eastlake en Wornum zich?

Op onpartijdige naslagwerken; ze bevatten iedereen die ooit een schilderij of sculptuur had gemaakt en ze maakten geen onderscheid tussen goede of slechte kunstenaars.

War wijst het feit dat deze verlanglijsten werden gemaakt, waarin de verschillende schilderscholen vooral heel uitputtend, zij het niet erg systematisch werden behandeld?

Op een nieuwe zienswijze. Niet alleen kwam er aandacht voor meer schilderscholen maar ook de periode werd verlengd, daar niet alleen meer de oude canon van de 'klassiek' schilders uit de zestiende en zeventiende eeuw werd genoemd, maar ook vijftiende en soms zelfs veertiende-eeuwse schilders en die uit de achttiende en negentiende eeuw.

Wat vonden Eastlake, Wornum, prins Albert en de enquetecommissie?

Dat een nationaal museum een overzicht van de geschiedenis van de héle Europese schilderkunst behoorde te tonen.

Welke nieuwe visie over het verzamelen kwam naar voren tijdens de enquête?

Dat er aandacht moet komen voor 'the earlier and purer schools of painting' .

Wat werd bedoeld met 'earlier and purer'?

Soms Rafaël, maar vaker de Italiaanse en in mindere mate Noordelijke kunstenaars van vóór de zestiende eeuw, zoals Sandro Botticelli, Fra Filippo Lippi en Jan van Eyck.

Wat kon met werken van deze vroegere meesters worden getoond?

Zowel de ontwikkeling van de kunst - de kunstgeschiedenis - als het algemene publiek tot een betere smaak worden opgevoed.

Wat betekende deze voorkeur voor vroegere kunst niet?

Dat er in het museum een einde kwam aan de tot dan heersende canon van Europese schilderkunst, de classicistische selectie van meesterwerken uit de zestiende en zeventiende eeuw, hoofdzakelijk vervaardigd door schilders uit Italië, Frankrijk, Spanje en de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden.

Wanneer was de ommezwaai van het 'traditionele' verzamelen (classicistisch zestiende- en zeventiende-eeuws) naar het 'moderne' (vijftiende-eeuws) in De National Gallery ingezet?

Al voorzichtig in 1842 met de aankoop van het vijftiende-eeuwse Portret van Gionanni Arnofini en zijn vrouw van Jan van Eyck en later diens Mansportret?

Waarmee was dit aankoopbeleid van voornamelijk vroege Italianen mee in strijd?

Met wat in de aanbevelingen van het rapport was gesteld, namelijk dat de directeur niet alleen 'a complete knowledge' moest hebben 'of the various masters and schools of art',  maar ook 'an enlightened taste in appreciating theri several merits, to the exclusion af alle partiality for particular schools, epocht, or authors?

Zowel de overzichtskennis als de onpartijdigheid liet bij Eastlake te wensen over. Waar blijkt dit bijvoorbeeld uit?

Het feit dat de directie en Trustees van de National Gallery schitterden door afwezigheid tijdens de veiling van de schilderijen van Willem II.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo