Samenvatting: Kaov
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van KAOV
-
HC 1
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 04/09/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Het bioecologisch model kijkt naar de menselijke ontwikkeling over tijd.Hoe wordt de ontwikkeling hierin gezien?
De ontwikkeling wordt hierin gezien als een fenomeen van continuïteit en verandering in de biopsychologische eigenschappen van de mens, zowel als individuen als binnen een groep. -
Waar is het bio-ecologisch model specifiek op gericht?
de interdisciplinaire en integratieve focus op de kindertijd en adolescentie en het willen verbeteren van de ontwikkeling van jeugdigen en hun gezinn -
Binnen het bioecologisch model zijn er twee ontwikkelingsprocessen. Welke?
1. continuïteit en verandering in de biopsychologische kenmerken van mensen
2 beoordeling van continuïteit en verandering -
Er liggen vier hoofdcomponenten ten grondslagaan het bioecologisch model: proces, persoon, context en tijd.Wat wordt er verstaan onder proces? Leg uit
Proces zijn de interacties tussen organismen en de omgeving, ookwel het procimale proces.
Dit wordt gezien als het primaire mechanism wat zorgt voor de ontwikkeling van de mens -
Er liggen vier hoofdcomponenten ten grondslagaan het bioecologisch model: proces, persoon, context en tijd.Bij persoon wordt onderscheid gemaakt tussen 3 karakteristieken die invloed uitoefenen.Welke?
1. disposities kunnen procimale porocessen in werking zetten in een bepaald gebied
2. bioecologische middelen van vermogen, ervaring, kennis en vaardigheden kunnen invloed hebben op de ontwikkeling in een bepaald stadium
3. verlangens/eisen kunnen bepaalde reacties uitlokken vanuit de omgeving. Deze kunnen proximale processen bevorderen of belemmeren -
Er liggen vier hoofdcomponenten ten grondslagaan het bioecologisch model: proces, persoon, context en tijd.Objecten en contextuele kenmerken op macro en micro niveau hebben ook invloed op het proces. Wat zijn voorbeelden van contextuele factoren?
school, thuis, buurt, maatschappij -
Er liggen vier hoofdcomponenten ten grondslagaan het bioecologisch model: proces, persoon, context en tijd.Tijd is opgedeeld in drie lagen. Welke? Leg uit
Microtijd: de continuïteit en discontinuïteit van in voortdurende episodes van proximale processen
Mesotijd: de periodiciteit van deze episodes in brederen intervallen (weken/maanden)
Macrotijd: focust op veranderende verwachtingen en gebeurtenissen in de maatschappij binnen en tussen generaties -
Waar of niet waarBinnen het bioecologisch model worden veranderingen of stabiliteit binnen een persoon belangrijker gevonden dan veranderingen of stabiliteit over generaties
Niet waar
over generaties niet als minder belangrijk dan in de persoon -
Ervaringen worden binnen dit model gezien als relevante kenmerken van een omgeving met objectieve eigenschappen én subjectieve eigenschappen.Waarom?
ieder persoon neemt de omgeving anders waar. Objectieve en subjectieve elemenbten hebben invloed op de ontwikkeling van een persoon.
Daarnaast hebben ervaringen invloed op gevoelens, die stabile kunnen zijn of kunnen veranderen. Deze gevoelens hebben weer invloed op de activiteiten waarin we participeren. -
Proximale processen kunnen op verschillende manieren worden beïnvloed. Wat is hierbij van belang?
- deelname aan een activiteit
- activiteit regelmatig en gedurende een langere periode plaatsvinden
- activiteiten moeten lang genoeg duren om steeds complexer te worden
- bidirectioneel verband: tweezijdige interactie
- ook interacties met objecten en symbolen hebben invloed op de ontwikkeling
- persoon, context en tijd hebben invloed op inhoud, timing en effectiviteit van proximale processen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden