Privaatrechtelijke handhaving

19 belangrijke vragen over Privaatrechtelijke handhaving

Waarom is publiekrechtelijk optreden door het AFM niet de oplossing voor een belegger persoonlijk?

De publiekrechtelijke weg leidt niet tot het wegnemen van de schade van een belegger. De beboet de veroorzaker, maar leidt niet tot een schadevergoeding voor de belegger.
De privaatrechtelijke handhaving is daarvoor nodig, want het publiekrechtelijke handhaven leidt niet tot een schadevergoeding.

Leidt het schenden van de publiekrechtelijke zorgplichten uit de wft door een UI tot een onrechtmatige daad?

de gedragsregels die gesteld zijn, strekken ter bescherming van beleggers. Dat is heel belangrijk. Dit betekent dat als een uitgevende instelling regels schendt, dit in beginsel de onrechtmatigheid van die gedraging privaatrechtelijk vaststaat. Niet alleen de onrechtmatigheid staat dan vast, maar daarmee staat ook vast dat voldaan is aan het relativiteitsvereiste, art. 6:163. Belangrijk!!!

Hoe kan een belegger een schade claimen wanneer hij vindt dat een UI een onrechtmatige daad heeft gepleegd?

In beginsel is aan het relativiteitsvereiste van art. 6:163 BW voldaan wanneer vast staat dat de UI een publiekrechtelijke zorgplicht heeft overtreden.
Gevolg voor de belegger is dat hij alleen hoeft te bewijzen dat hij schade heeft geleden, wat de omvang van de schade is en dat de uitgevende instelling daarvoor toerekenbaar verantwoordelijk is en natuurlijk conditio sine qua non moet dan aangetoond worden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Is een overeenkomst nietig wanneer wordt gehandeld in strijd met een wettelijk voorschrift uit de wft of andere regel?

Nee, dit maakt de overeenkomst niet direct nietig, dit volgt uit art. 1:23 Wft. De rede hiervoor is rechtszekerheid.


Dit staat in 1:23 Wft. Een privaatrechtelijke rechtshandeling tussen een financiële marktpartij en een belegger die in strijd is met de wft levert dus niet direct een nietige rechtshandeling op, dus niet nietig op grond van art. 3:30 BW. Reden is rechtszekerheid

Wat moet je doen als belegger wanneer je een financieel instrument hebt waar je schade door leidt, vanwege onjuiste informatieverschaffing?

Eerst kijken in het register van de AFM of er sprake is van een boete, last onder dwangsom. In die feiten van de AFM kan eventueel aangetoond worden dat er echt in strijd is gehandeld met de gedragsregels van de wft. Hiermee staat de onrechtmatigheid en relativiteit dan vast. Het is dus niet nodig dat je eerst een maatregel van de AFM nodig hebt om privaatrechtelijk te procederen, dat hoeft niet, maar uit zo’n besluit van de AFM kan wel blijken dat er echt in strijd is gehandeld.

Wie zijn er aansprakelijk wanneer en onjuistheden staan in de prospectus?

De uitgevende instelling zelf, de begeleidende banken die de prospectus medeondertekend hebben (lead manager) en mogelijk de accountant die de cijfers heeft gecontroleerd. Bestuurders en commissarissen zijn niet aansprakelijk, want zij zijn slechts vertegenwoordigers van de uitgevende instelling. Zij zijn pas aansprakelijk als er sprake is van een persoonlijk ernstig verwijt.

Aansprakelijkheid door misleidende opgemaakte jaarlijkse financiële verslaggeving.

Art. 6:162 jo 5:25c lid 1 wft.  Beleggers kunnen ook worden benadeeld doordat de opgemaakte jaarlijkse financiële verslaglegging een onjuist beeld geeft. Het moet wel gaan om materiële feiten waarop de gemiddelde maat man belegger zijn handeling zou hebben gebaseerd, dit volgt uit HR World Online. Daarvoor is de uitgevende instelling aansprakelijke en mogelijk ook de accountant. Bestuurders alleen bij een persoonlijk ernstig verwijt.

Aansprakelijkheid door misleidende opgemaakte jaarlijkse financiële verslaggeving.

Art. 6:162 jo 5:25c lid 1 wft.  Beleggers kunnen ook worden benadeeld doordat de opgemaakte jaarlijkse financiële verslaglegging een onjuist beeld geeft. Het moet wel gaan om materiële feiten waarop de gemiddelde maat man belegger zijn handeling zou hebben gebaseerd, dit volgt uit HR World Online. Daarvoor is de uitgevende instelling aansprakelijke en mogelijk ook de accountant. Bestuurders alleen bij een persoonlijk ernstig verwijt.

Stel AFM beboet een instelling voor handelen met voorwetenschap, staat dan die voorwetenschap in de civielrechtelijke procedure bindend vast in het privaatrecht?

In beginsel niet, want de rechter moet zelfstandig vaststellen of er sprake is van voorwetenschap, maar als de dagvaarding waarin vastgesteld wordt dat er gehandeld wordt met voorwetenschap als bijlage verwijst naar het boetebesluit van de AFM en dat is door de rechtbank niet onderuit gehaald, dan is daar initieel bewijs geleverd dat er voorwetenschap is en moet de uitgevende instelling maar bewijzen dat er geen voorwetenschap is.

Wat is de functie van de enquêteprocedure?

HR OGEm en DSM:  openheid van de gang van zaken, maar ook vaststelling wie verantwoordelijk is voor het wanbeleid met het oog op een eventuele aansprakelijkheidsstelling. De enquêteprocedure is niet geschikt voor het wijzigen van privaatrechtelijke verhoudingen, en ook niet voor het oordelen over vermogensrechtelijke geschillen, zoals schadevergoeding, maar het heeft wel een disclosure functie, namelijk informatie verschaffen en vaststelling wie verantwoordelijk is voor het wanbeleid met het oog op een aansprakelijkheid stelling.

Wat kan een belegger doen met een enquêteverslag wanneer hij een civielrechtelijke schadevergoeding wil?

De belegger kan met een enquêteverslag en met het oordeel wanbeleid, zijn dagvaarding in de civielrechtelijke procedure onderbouwen.
Het is dan vervolgens aan de uitgevende instelling of bestuurders die aangesproken worden om die bewijsvermoedens vervolgens te gaan weerleggen. Dit is ook zo gebeurd in de Fortis zaak. Het is dus slim om eerst een enquêteprocedure te starten, want extra bewijs.

Banken die aangesproken worden door een niet professionele belegger die zelf geen relatie heeft met de bank, maar waarbij de bank een relatie heeft met de beleggingsonderneming of de financiële instelling. Driehoeksverhouding.

Dit in het geval de bank een rekening aanhoudt voor de beleggingsinstelling of de financiële instelling. De bank is in dit geval niets verplicht ten opzichte van die derde belegger.
Onder omstandigheden heeft de bank dan toch op grond van de gewone onrechtmatige daad, de bank een bepaalde zorgplicht. Hierdoor kunnen banken aansprakelijk zijn jegens niet professionele beleggers, die geen contractuele relatie met de bank hebben, maar waarvan de bank wist of behoorde te weten dat zij ten aanzien van hun eigen cliënt zijn belangen schaadt.
Dit volgt uit HR Safe Haven en HR Stichting Befra.

Banken die aangesproken worden door een niet professionele belegger die zelf geen relatie heeft met de bank, maar waarbij de bank een relatie heeft met de beleggingsonderneming of de financiële instelling. Driehoeksverhouding.

Dit in het geval de bank een rekening aanhoudt voor de beleggingsinstelling of de financiële instelling. De bank is in dit geval niets verplicht ten opzichte van die derde belegger.
Onder omstandigheden heeft de bank dan toch op grond van de gewone onrechtmatige daad, de bank een bepaalde zorgplicht. Hierdoor kunnen banken aansprakelijk zijn jegens niet professionele beleggers, die geen contractuele relatie met de bank hebben, maar waarvan de bank wist of behoorde te weten dat zij ten aanzien van hun eigen cliënt zijn belangen schaadt.
Dit volgt uit HR Safe Haven en HR Stichting Befra.

HR Safe Haven en HR Stichting Befra

De HR zegt dat de bank in beginsel geen relatie heeft met derde en hoeft er met de belangen van een derde geen rekening te worden gehouden, maar onder omstandigheden kan een bank jegens een derde een zorgplicht hebben vanuit zijn maatschappelijke functie als bank om het publiek te beschermen.

Wie kan bepalen of een jaarrekening herzien moet worden?

OK kan beoordelen of een jaarrekening herzien moet worden. De AFM kan hiervoor een verzoek doen bij de OK.

Aansprakelijkheid door het niet melden van koersgevoelige informatie

Art. 6:162 BW jo MAR. Bestuurders zijn alleen aansprakelijk bij een persoonlijk verwijt. Alleen de bestuurder die de verplichting had om voorwetenschap met de markt te delen kan aansprakelijk gesteld worden, dus niet de andere bestuurders.

Wat als een beleggingsonderneming handelt zonder vergunning?

Een beleggingsonderneming heeft een vergunning nodig van de AFM. Als je die vergunning niet hebt, maar je beidt wel je diensten aan, waardoor beleggers worden benadeeld, dan is dit per definitie in strijd met het recht. Dus onrechtmatige daad. Vergunning is formeel criterium.

Wet handhaving consumentenbescherming

(art. 3:305d BW) is een instrument voor de AFM, daarmee kan zij wanneer er financiële producten op de markt zijn waarvan aantoonbaar beleggers benadeeld worden, kan zij een verbod vorderen dat het financieel instrument kan worden gebruikt.

Heeft een consument ook een eigen informatieplicht om schade te voorkomen?

De wft is er vooral ter bescherming van de consument, dus geldt er eigenlijk niet echt een informatieplicht voor de belegger.
Wanneer een belegger echt roekeloos is geweest, moet een beleggingsonderneming weigeren de transactie door te zetten, dus dan ligt het alsnog aan de beleggingsonderneming.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo