Samenvatting: Kennisclips O&b

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Kennisclips O&B

• 1 Week 1

• 1.1 A

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een machine volgens Morgan?

  ordelijke relatie tussen duidelijk te onderscheiden onderdelen, waartussen een bepaald verband bestaat

• Wat is de classical management theory?

  Het is bedacht door Fayol. Richt zich op de organisatie als geheel om deze zo efficient mogelijk te maken. Het verschil met Weber is dat dit een ontwerp is en niet een ideaaltype. Organisatie wordt opgebouwd als machine. Heeft geen oog voor het menselijk aspect.

• Wat is de Scientific Management?

  Het is bedacht door Taylor. Doel is ook maximale efficiency. Is meer gericht op werknemer als persoon en daarmee minder gericht op het geheel maar meer gedetailleerd. Het verschil met Weber is dat dit een ontwerp is en niet een ideaaltype. De werknemer wordt ingezet als radar in machine. Het idee is dat de mens zich aanpast aan de machine.

• Wat zijn 7 dingen over de bureaucratische organisatie die Max Weber benoemd?

  1. connotatie: bureaucratie wordt vaak negatief gezien, maar het heeft ook veel voordelen.

  1. Inbedding bij Weber: traditioneel gezag, charismatisch gezag en rationeel legaal gezag.
  2. Functie van de bureaucratie is het ten uitvoer brengen van het rationeel legale gezag.
  3. Kenmerken van de bureaucratie zijn duurzaamheid, arbeidsdeling, strikte naleving van wettelijke regels en hiërarchische controle.
  4. Effecten van bureaucratie is dat het voorspelbaar en betrouwbaar is, precisie en efficiency.
  5. Overeenkomst met machine, het werkt als een machine
  6. voordelen van de bureaucratie zijn objectiviteit en anonimiteit
  7. Nadelen zijn het menselijk aspect uit beeld, inflexibiliteit.

• 1.2 B

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke 3 dingen benoemd Larrick in zijn artikel over het nemen van beslissingen in groepen?

  • Besturen is het nemen van beslissingen. 
  • De samenstelling van de groep heeft invloed op de beslissingen.
  • Gelijke deelname van leden verklaart succes, maar pas op voor groepsdruk.

• 2 Week 2

• 2.2 B

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het probleem met de vrijheid van een uitvoerder (bijvoorbeeld zelf beleid mogen maken of regelgeving)?

  De regelgevende bevoegdheid wordt gezien als inbreuk op het stelsel. We hechten veel waarde aan het uitvoeringsprimaat van de minister. De directie van de uitvoeringsinstantie kan niet ter verantwoording geroepen worden.

• Welke vier vormen van uitvoerders van de publieke taak hebben we?

  In volgorde van weinig naar veel autonomie:
  

  1. Diensten
     
  2. Agentschappen
  3. Zelfstandige bestuursorganen
     
  4. Rechtspersonen met een wettelijke taak (quango's)

• Welke twee dimensies van autonomie zijn er?

  1. Bevoegdheden; hebben ze managementbevoegdheden of beleidsbevoegdheden. (discretionaire ruimte die in de structuur is ingebouwd) 
     
  2. Vrijheidsgraden; 
  1. organisatorisch
  2. financieel
  3. juridisch
  4. interventie

• 4 Week 4

• 4.1 A

• Wat zijn drie vormen van politiek-ambtelijke verhoudingen?

  1. Het klassieke model: ambtenaar en politicus hebben gescheiden rollen en zijn ondergeschikt. Politiek is dominant. 
  2. Village life model: staat tegenover het klassieke model. Politici en ambtenaren zijn uitwisselbaar. Ambtenaren oefenen invloed uit op beleid. Vereniging-achtig. 
  1. Tegenmacht model: ambtenaar en politicus vechten om de macht. Beiden hebben eigen interesse en proberen grip te houden op besluitvorming.  

• 4.2 B

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is task, career en extramural?

  Deze 3 dingen kunnen gaan conflicteren. Task gaat over de taak van de functie, career gaat over wat je gaat bereiken en extramural gaat over belangen van buiten de organisatie, zoals gezin. Deze dingen kunnen de belangen van leden van de organisatie en de organisatie op scherp zetten.