Samenvatting: Kern Van Het Europees Recht | 9789462905733 | J W van de Gronden, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Kern van het Europees recht | 9789462905733 | J.W. van de Gronden, J. Krommendijk, A. Looijestijn-Clearie, S.J. Tans & H.C.F.J.A. de Waele
-
1 Geschiedenis en ontwikkeling
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Europese gemeenschap voor kolen en staal (EGKS; 1951)
DE OPRICHTINGSFASE Kolen en staal belangrijke grondstoffen voor oorlogsvoering. Men besloot samen te gaan werken.
- 6 lidstaten
- gemeenschappelijke markt voor kolen en staal
- hoofddoel: handel, protectionisme uitbannen, economische groei, levenstandaard verhogen
- staten geven een deel van hun soevereiniteit af, om een industrie voor de oorlog tegen te gaan -
EEG en Euratom (1957)
DE OPRICHTINGSFASE
Hoofddoelen
- gemeenschappelijk douanetarief
- verwijderen beperkingen op vrij verkeer
- vrije concurrentie, geen vervalsing van mededinging
- gemeenschappelijke handelspolitiek
Doormiddel van het overdragen van soevereiniteit, kwam er een meer interne markt. -
1.1.1 Inleidende opmerkingen
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat betekent het begrip 'supranationaal'?
De term supranationaal verwijst naar een organisatie of orgaan boven ('supra') de lidstaten. Lidstaten hebben bevoegdheden overgedragen aan dergelijke organen en hebben daar niet langer de volledige controle over. -
Wat houdt de term intergouvernementeel in?
De term maakt duidelijk dat er afspraken of organisaties tussen lidstaten zijn waarover lidstaten grotendeels de controle hebben. -
Noem een kenmerk van een intergouvernementele instelling
Er is unanimiteit vereist voor het aannemen van besluiten (door de Europese Raad, als je kijkt naar vb hierboven). Alle lidstaten moeten met het besluit instemmen. Lidstaten kunnen dus niet tegen hun wil aan bepaalde besluiten worden gebonden. -
1.1.2 Opzet van dit hoofdstuk
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de 4 periodes waarin de geschiedenis van Europa na de tweede wereldoorlog kan worden ingedeeld?
- De oprichtingsfase - nooit meer oorlog (
1951 -1965 ) - Eurosclerose - (
1965 -1985) - De jubeljaren - (1985-2004)
- Van crisis naar crisis - (2004-nu)
- De oprichtingsfase - nooit meer oorlog (
-
1.2 1951-1965: De oprichtingsfase - Nooit meer oorlog
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke gemeenschap was de eerste Europese samenwerking? En welke landen deden mee?
De Europese samenwerking begon met de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) IN 1951 opgericht met het Verdrag van Parijs. De zes oprichtende landen waren Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië. -
Hoe is de huidige Europese samenwerking begonnen?
Die is begonnen met de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staat (EGKS) die in 1951 is opgericht met het Verdrag van Parijs. De zes oprichtende landen waren: Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, (West-)Duitsland en Italië. De voornaamste drijfveer voor het ontstaan van deze samenwerking was om een einde te maken aan de steeds terugkerende oorlogen op het continent Europa. -
Noem nog andere organisaties die terugkerende oorlogen wilden voorkomen
1. De Verenigde Naties (1945)
2. De Raad van Europa -
Welke andere verdragen werden opgericht met dezelfde gedachte als het EGKS en welke gedachte was dat?
De gedachte was het creëeren van collectieve veiligheid en wederzijdse militaire samenwerking.
- VN
- EVRM
- EHRM
- NAVO
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Kern Van Het Europees Recht
-
Geschiedenis en ontwikkeling - 1951-1965: De oprichtingsfase - Nooit meer oorlog - De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
-
Geschiedenis en ontwikkeling - 1951-1965: De oprichtingsfase - Nooit meer oorlog - Naar drie gemeenschappen
-
Geschiedenis en ontwikkeling - 1965-1985: Eurosclerose - De Lege Stoel-crisis en het Akkoord van Luxemburg (1965-66: inertie
-
De instellingen van de Europese Unie - De Europese Raad
-
De instellingen van de Europese Unie - De Europese Commissie
-
De instellingen van de Europese Unie - Het Europees Parlement
-
De instellingen van de Europese Unie - Het Hof van Justitie
-
Rechtsbronnen, besluitvorming en wetgevingsprocedures
-
De doorwerking van Europees recht - Voorrang - Voorrang van EU-recht
-
Directe werking - Richtlijnen en directe werking - Horizontale, verticale en omgekeerd verticale directe werking van richtlijnen
-
De doorwerking van Europees recht - Conforme interpratie - Inleiding
-
De doorwerking van Europees recht - Staatsaansprakelijkheid
-
Rechtsbescherming en handhaving - VEU: handhaving, rechtsbescherming taakverdeling tussen het Hof en nationale rechters
-
Rechtsbescherming en handhaving - De prejudiciële procedures
-
Rechtsbescherming en handhaving - Procedures bij het Hof van justitie
-
Algemene beginselen van marktintegratie - Vormen van marktintegratie
-
Algemene beginselen van marktintegratie - Integratiemethoden - Negatieve integratie en positieve integratie
-
Vrije verkeer van goederen - Het begrip goed in de zin van het VWEU
-
Vrije verkeer van goederen - Belemmeringen - Oorzaken van belemmeringen van het vrije verkeer
-
Vrije verkeer van goederen - Tarifaire belemmeringen
-
Vrije verkeer van goederen - Non-tarifaire belemmeringen - Inleidende opmerkingen
-
Vrije verkeer van goederen - Non-tarifaire belemmeringen - Maatregelen van gelijke werking in de zin van VWEU
-
Vrije verkeer van goederen - Rechtvaardigingsgronden
-
Vrij verkeer van personen en diensten
-
Mededingingsrecht - doelstellingen en opzet van het Europese mededingingsrecht - doelstellingen
-
Mededingingsrecht - doelstellingen en opzet van het Europese mededingingsrecht - begrip onderneming
-
Mededingingsrecht - doelstellingen en opzet van het Europese mededingingsrecht - het systeem van mededingingsrecht
-
Mededingingsrecht - doelstellingen en opzet van het Europese mededingingsrecht - afbakening van de relevante markt
-
De pijlers van het mededingingsrecht - kartelverbod: WVEU - het verbod van lid 1 WVEU
-
De pijlers van het mededingingsrecht - kartelverbod: WVEU - Uitzonderingen op het kartelverbod
-
Mededingingsrecht - de pijlers van het mededingingsrecht - verbod om misbruik te maken van een economische machtspositie
-
Mededingingsrecht - de pijlers van het mededingingsrecht - concentratietoezicht
-
Mededingingsrecht - de pijlers van het mededingingsrecht - handhaving van de Europese mededingingsregels
-
Mededingingsrecht - overheid en mededinging - staatssteun