Startpagina / Samenvattingen / Kern van het Europees recht / beroep-hof-procedure

Procedures bij het Hof van justitie - Beroep tot nietigverklaring - Beroepsgerechtigden

Q: Welke drie situaties onderscheid alinea vier van art. 263 VWEU?

1. Wanneer een handeling 'gericht' is tot de particulier (het gaat hier (bijna) altijd om besluiten, aangezien verordeningen of richtlijnen een abstracte el algemene werking hebben en vaak niet gericht zijn tot een (rechts)persoon. 2. particulier kan beroep gaan tegen een handeling die niet aan hem gericht is, maar hem 'rechtstreeks en individueel' raakt . (bijv derde-belanghebbende. Particulieren kunnen dus niet zomaar algemeen geldende regels aanvechten, maar dat zij moeten aantonen dat zij in het bijzonder worden getroffen.

7 belangrijke vragen over Procedures bij het Hof van justitie - Beroep tot nietigverklaring - Beroepsgerechtigden

Wat is er zo lastig om een beroep te doen op nietigverklaring ?

Het is lastig; want wie mag deze procedure initiëren?

Moet het Hof altijd hun beroep in behandeling nemen? (die van de lidstaten, Raad, Commissie en parlement)

Ja, als geprivilegieerde partijen zijn zij altijd ontvankelijk in hun beroep, dat wil zeggen dat het Hof altijd hun beroep in behandeling moet nemen. Anders gezegd: zij hebben dus onbeperkt toegang tot deze rechter. Het idee hierachter is dat de vier genoemde entiteiten ieder een belangrijk maatschappelijk belang dienen.

Voor welke drie organen is de toegang tot het Hof beperkter van aard en waarom?

Voor de Rekenkamer, de ECB en het Comité van de Regio's is de tong tot het Hof beperkter van aard.

Zij worden 'quasi-privilegieerden' genoemd. Dit is zo omdat zij telkens moeten aantonen dat hun beroep gericht is tegen handelingen die samenhangen met hun takenpakket ('prerogatieven')

Wie is de derde groep?

De 'niet-geprivilegieerden', namelijk de natuurlijke of rechtspersonen.

Aan welke voorwaarden moeten de natuurlijke of rechtspersonen aan voldoen?

Ze moeten voldoen aan bepaalde ontvankelijkheidsvoorwaarden (locus standi-voorwaarden) moeten voldoen en dus een procesbelang moeten aantonen voordat het Hof zich ook inhoudelijk over het beroep buigt.

Welke drie situaties onderscheid alinea vier van art. 263 VWEU?

1. Wanneer een handeling 'gericht' is tot de particulier (het gaat hier (bijna) altijd om besluiten, aangezien verordeningen of richtlijnen een abstracte el algemene werking hebben en vaak niet gericht zijn tot een (rechts)persoon.

2.particulier kan beroep gaan tegen een handeling die niet aan hem gericht is, maar hem 'rechtstreeks en individueel' raakt. (bijv derde-belanghebbende. Particulieren kunnen dus niet zomaar algemeen geldende regels aanvechten, maar dat zij moeten aantonen dat zij in het bijzonder worden getroffen.

Wat is het verschil tussen een rechtstreekse beroep bij het Hof (art. 258 en 263 VWEU) en de prejudiciële procedure (art. 267 VWEU)?

1. Het Hof bij de eerste twee procedures het geschil beslecht en constateert of er al dan niet een schending is van het EU-recht. Voor de prejudiciële procedure laat het Hof dit over aan de nationale rechter die als 'eindbeslisser; optreedt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Kern van het Europees recht | 9789462905733 | J W van de Gronden, et al

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Procedures bij het Hof van justitie - Beroep tot nietigverklaring - Beroepsgerechtigden

Rechtsbescherming en handhaving - Procedures bij het Hof van justitie

Procedures bij het Hof van justitie - Beroep tot nietigverklaring - Beroepsgerechtigden

7 belangrijke vragen over Procedures bij het Hof van justitie - Beroep tot nietigverklaring - Beroepsgerechtigden

Wat is er zo lastig om een beroep te doen op nietigverklaring ?

Moet het Hof altijd hun beroep in behandeling nemen? (die van de lidstaten, Raad, Commissie en parlement)

Voor welke drie organen is de toegang tot het Hof beperkter van aard en waarom?

Wie is de derde groep?

Aan welke voorwaarden moeten de natuurlijke of rechtspersonen aan voldoen?

Welke drie situaties onderscheid alinea vier van art. 263 VWEU?

Wat is het verschil tussen een rechtstreekse beroep bij het Hof (art. 258 en 263 VWEU) en de prejudiciële procedure (art. 267 VWEU)?

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Procedures bij het Hof van justitie - Beroep tot nietigverklaring - Beroepsgerechtigden

Rechtsbescherming en handhaving - Procedures bij het Hof van justitie

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Geschiedenis en ontwikkeling - 1951-1965: De oprichtingsfase - Nooit meer oorlog - De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

Kern van het Europees recht

Rechtshandeling en overeenkomst

Lijf ende Goedt

Pitlo 3 goederenrecht

Familierecht

Privaatrecht als opdracht

Hoofdstukken uit de Europese codificatiegesc…

Recht, orde en vrijheid : een historische in…

Internationaal publiekrecht als wereldrecht

Inleiding constitutioneel recht

Zwaartepunten van het vermogensrecht

Strafrecht met mate. Editie 2019