Rechtsbronnen, besluitvorming en wetgevingsprocedures - Voorwaarden voor geldigheid - Toereikende en correcte rechtsbasis
3 belangrijke vragen over Rechtsbronnen, besluitvorming en wetgevingsprocedures - Voorwaarden voor geldigheid - Toereikende en correcte rechtsbasis
Wanneer mogen instellingen van de EU bindende handelingen vaststellen?
Als zij hiervoor een daarvoor toereikende rechtsbasis hebben, de bevoegdheid is aan hen geattribueerd. Ze staan dus beschreven in art. 4 lid 1 en art. 5 lid 2 VEU.
Noem de drie typen bevoegdheden die er zijn.
1. Exclusieve bevoegdheid: alleen de EU mogen het regelen/ handelen. De lidstaten staan aan de zijlijn (art. 2+3 VWEU)
2. Gedeelde bevoegdheid: EU+ lidstaten samen (art. 4 VWEU)
3. Coördinerende bevoegdheid: de EU mag alleen handelen wanneer zij de lidstaten daarbij niet in de weg zit. (art. 6 VWEU)
2. Gedeelde bevoegdheid: EU+ lidstaten samen (art. 4 VWEU)
3. Coördinerende bevoegdheid: de EU mag alleen handelen wanneer zij de lidstaten daarbij niet in de weg zit. (art. 6 VWEU)
Wat is er naast een geldige rechtsbasis ook nodig voor geldige bindende handelingen in de EU?
Het moet correct zijn, wanneer er keuzes voorliggen, dient te worden aangeknoopt bij de competentiegrondslag die het beste aansluit bij de te reguleren materie (lex specalis).
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
