Samenvatting: Keuze Cardio
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Keuze cardio
-
klepafwijkingen
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10/11/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Vertel iets over een acute en chronische mitralisklepinsufficientie en de gevolgen daarvan
Chronischemitralisklepinsufficientie :
bij chronischemitralisklepinsufficientie stijgt de druk in hetlinkeratrium niet! Er is namelijk al lange tijd sprake van LA dilatatie door hetteruglekken van bloed.
acutemitralisklepinsufficientie :
hierbij nog geen dilatatie opgetreden. Het atrium is dus nog nietgedilateert , dus de druk in het atrium neemt toe. Een toegenomen LA druk resulteert in verhoogde druk in de longvenen. Dit resulteert weer inlongstuwing (kortademigheid, arteriele ondersaturatie) . Ook de druk in de arteria pulmonalis moet stijgen om delongdoorstroming op peil te houden (pulmonale hypertensie). Dit leidt weer totrechterkamerbelasting . -
Wat is de gouden standaard voor diagnosticeren klepafwijkingen?welke andere aanvullende onderzoeken bestaan er?
Echocardiogram met doppler: abnormale klepvorm, beweging, ernst van de stenose/insufficientie, analyseren van cardiale functie.
overige onderzoeken:
-ECG: vaak aspecifiek, soms dilatatie/hypertrofie van atrium/ventrikel en/of artitmieen.
-X-thorax: cardiomegalie
-cardiale MRI: bij inconclusieve echocardiogram
-CT-cor: klepverkalkingen en afwijkingen van de aorta ascendens
-hartkatheterisatie: indien non-invasieve testen inconclusief. Intracardiale drukmeting, ventrikelfunctie, ernst van klepafwijking bij stenose. -
Pulmonalisklepinsufficientie (zeldzaam!)-pathofysiologie-oorzaken-anamnese en LO-AO-behandeling
-pathofysiologie:
tijdens diastole lekt bloed vanuit longen terug naar de rechterkamer. Hierdoor volumeoverbelasting van rechterkamer.
-oorzaken:
fysiologisch
primair: iatrogeen, infeciteuze endocarditis, acuut reuma, congenitaal
secundair: ernstige pulmonale hypertensie.
-anamnese en LO:
dyspneu d'effort, inspanningstolerantie laag, vermoeid.
-AO:
echocardiografie en doppler
-behandeling
klepreparatie of vervanging. -
ischemische hartziekten
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10/11/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de klassieke presentatie van angina pectoris klachten?
1.Retrosternaal gelokaliseerd, drukkend, benauwend, beklemmend. Soms met uitstraling naar de kaken, armen of rug.
2. Uitgelokt door bepaalde omstandigheden zoals inspanning, psychische spanning,tachycardie ,hypoxie etc.
3. Verdwijnt na enkele minuten in rust of na nitraten.NB :atypische anginapectoris heeft 2 vd 3 bovengenoemde dingen
NB: vaker atypische klachten bij ouderen, vrouwen, mensen met DM. -
Acuut coronair syndroom:-welke 3 vormen heb je? -pathofysiologie:
Vormen:
1. Non ST elevatie + troponine negatief --> instabiele AP.
2. Non ST elevatie + troponine positief --> NSTEMI
3. ST-elevatie myocardinfarct --> STEMI.
pathofysiologie:
wordt veroorzaakt door atherotrombose (of trombo-embolie, spasme, spontane dissectie van coronairvat). In geval van atherotrombose is er sprake van instabilitit van een atherosclerotische plaque. Het kapsel is zo dun dat het ruptureert. Het plaquemateriaal komt in aanraking met bloed met als gevolg activatie van trombocyten en stollingscascade. Hierdoor krijg je trombusvorming. Resultaat kan dan zijn: totale of subtotale afsluiting van aangedane coronair arterie. Indien de occlusie kort is (<15-20 min) spreken we van instabiele AP. Hartspiercellen zijn niet necrotisch geworden. Indien het langer duurt en hartspiercellen raken wel necrotisch, dan sprake van NSTEMI of STEMI. -
ECG volgorde bij myocardinfarct
1. Hoge T-top (minuten)
2. ST-elevatie (minuten/uren)
3. Q-golf: (uren/dagen)
4. T-inversie (dagen)
5. ST-elevatie verdwijnt (dagen)
6. Normalisatie, Q golf pathologisch (dagen/weken/maanden) -
Wat is de typische patient met een ischemische hartziekte?
>65 jaar oud, onrustige indruk, presenteert zich met POB uitstralend naar linkerschouder/kaak. Bij stabiel verdwijnt deze pijn in rust, maar bij instabiel niet. -
ritmestoornissen
Dit is een preview. Er zijn 26 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 06/01/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Pathofysiologie elektrische geleiding hart:
Sinusknoop initieert hartslag. In rust genereert hij zo'n 60-100 actiepotentialen per minutt. Actiepotentiaal verspreidt zich over beide atria richting de AV knoop. Dit leidt tot contractie van de atria. De AV knoop is normaliter de enige plek die het actiepotentiaal vanuit de atria naar de ventrikels kan doorgeleiden. In de AV knoop wordt de actiepotentiaal vertraagd, zodat de ventrikels zich met bloed kunnen vullen voordat de contractie plaatsvindt. Distaal van de AV knoop wordt de prikkel doorgegeven aan de Bundel van His en vervolgens via de linker en rechterbundeltak aan de purkinjevezels -
Lichamelijk onderzoek bij tachycardieen, waar let je op:
-palpitatie arterie (bij klachten tijdens poli) gelijktijdig met luisteren naar het hart. Dit is nodig want bij bijv. Atriumfibrilleren is de diastolische vulling van het hart soms onvoldoende en zal niet elke kamercontractie een voelbare pols geven.
- inspectie halsvenen --> indruk over de rechterboezem.
-kikkerfenomeen of cannon waves: cannon waves: boezemcontractie tegen gesloten kleppen door een kamerextrasystole, totaal AV block of kamertachycardie. Kikkerfenomeen bij AVNRT. -
Atriale tachycardie:- wat is het- behandeling
Berust meestal op abnormaleautomatie . Op basis van anamnese moeilijk tedifferentieren tussen verschillendetachycardien . Diagnose goed te stellen met ECG. Frequentieatriale tachycardie ligt rond de 120-250 meestal.
behandeling:
-acuut: tijdens een aanval kan vasalva manoeuvre geprobeerd worden: carotis massage, koud water drinken, persen en lucht laten ontsnappen. Evt chemische cardioversie middels antiaritmica klasse 1 of elektrische cardioversie.
-postacuut: ablatie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden