De toepassingen van drama - Drama buiten het basisonderwijs

5 belangrijke vragen over De toepassingen van drama - Drama buiten het basisonderwijs

Waarom is het belangrijk om verbanden te zien met wat je in de praktijk doet en wat je op de opleiding ziet en hoort over het vak drama. Waarom?

Als je die verbanden legt, kun je jouw handelen en de gedragingen van kinderen makkelijker analyseren en daaruit gevolgen trekken. Dan kun je zo effectief mogelijk onderwijs aanbieden.

Coöperatief (samenwerkend) leren heeft 4 sleutelbegrippen in verband met drama, welke zijn dit?

1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid: kinderen kunnen een opdracht niet afhankelijk van elkaar maken, iedereen levert zijn eigen bijdrage.

2. Individuele aanspreekbaarheid: over werkvormen, gedrag, organisatie en aanpak.

3. Directe interactie: in de organisatie van het lokaal wordt rekening gehouden dat kinderen elkaar goed kunnen zien en communiceren (zoals een u-vorm).

4. Aandacht voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden en het groepsproces: het sociale gedrag (binnen een veilig werkklimaat) bij drama is een randvoorwaarde, dus sociale vaardigheden moeten impliciet worden getraind.

Individuele aanspreekbaarheid is een sleutelbegrip voor coöperatief leren bij drama. Waar zie je dit terug in de praktijk?

- Directe interactie tussen leerkracht en kind.
- Werkpunten en positieve aspecten van het gepresenteerde werk worden concreet aangehaald. Dit moet wel empatisch gebeuren. Bij drama houdt dit in: vak-didactische kennis (leerkracht kent de werkvormen) en empatisch vermogen (opbouwen doseren en positief formuleren van werkpunten).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Op welke manier wordt actief leren bij drama ingezet?

1. Leren gericht op wendbaar gebruik (transfer): in de klassikale warming-up wordt de vaardigheid geoefend die direct in een tweede warming-up in een andere opdracht wordt toegepast (transfer). Kennis en vaardigheden die na de warming-up in de kernopdrachten kunnen worden toegepast, leveren competent gevoel op.

2. De betekenisvolle leertaak (voorwaarde): doen-alsof is voor de meeste leerlingen betekenisvol opzicht. De inhoud moet relevant zijn en binnen de belevingswereld passen.

Wanneer een leraar zich richt op het wendbaar gebruik van een vaardigheid (actief leren), wat is dan naast de warming up zijn taak?

- Hij stelt kaders.
- Hij geeft structuur aan het proces.
- Hij beoordeelt de resultaten op vooraf ingestelde criteria (die betekenisvol zijn).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo