Neonatale problemen

Maternaal: genetisch, leeftijd, ras, SES, pariteit; ondervoeding, chronische ziekte; factoren die placentaire flow en oxygenatie beïnvloeden zoals roken, hypertensie en cocaïne

Placenta: malformatie, infarct, solutio

Foetaal: constitutioneel, meerlingen; chromosomale afwijkingen; congenitale aandoeningen, mn CZS en skelet; congenitale infecties, mn rubella en CMV

In ongeveer 1/3 wordt geen oorzaak gevonden!

- anencephalie

- trisomie 16 en 18

- Seckel syndroom (dwerggroei)

- foute amenorroeduur

- constitutioneel

- kinderen van diabetische moeders

- sommige serotiene kinderen

- Beckwith-Wiedemann en andere syndromen

1-3/1.000 en ca. 15% bij SGA en LGA

- laat afnavelen

- tweeling transfusie syndroom (TTS)

- placenta insufficiëntie

- endocriene factoren: diabetische moeder, neonatale thyreotoxicose

- chromosomale afwijkingen: trisomie 13, 18, 21, Beckwith-Wiedemann syndroom

- dehydratie

Meestal asymptomatisch, cq bij lichamelijk onderzoek plethora of cyanose.

Bij een serum bilirubine > 100 micromol/L.

- icterus > 24 uur na geboorte

- ongeconjugeerde serum bilirubinewaarde piekt op dag 3-4 (max 250)

- icterus verdwijnt rond 7e dag

- afgenomen afvoer van bilirubine door (passagère) tekort aan glucuronyltransferase en/of versterkte enterohepatische kringloop

- behandeling: vochttoediening, fototherapie

- icterus < 24 uur na geboorte

- meestal gevolg van hemolyse

- kernicterus (bilirubine encefalopathie) door hoge ongeconjugeerde bilirubinewaarden, verminderde binding van bilirubine aan albumine en verstoring van de bloed-hersenbarrière

- behandeling: vochtinname, fototherapie, wisseltransfusie, intraveneus immunoglobulines

TORCH:

- toxoplasmose

- other (syphilis, hepatitis, parvovirus B19, varicella-zoster virus, HIV, enterovirussen)

- rubella

- cytomegalovirus

- herpes simplex virus

Door schimmels (Candida species) en virussen (enterovirus, herpes simplex virus)

Sterk afhankelijk van de zwangerschapsduur:

- <1000 gram: 86 per 1000 levendgeborenen

- >2500 gram: 1 per 1000 levendgeborenen

Totale incidentie: 3/1000 levendgeborenen

- hypoplastisch linker hart syndroom

- metabole stoornissen (galactosemie, amino-acidurie)

- hypovolemische shock door bloedingen

- meningitis (25%) bij 'late onset' sepsis

- endocarditis

- arthritis en osteomyelitis

Aanvullend onderzoek:

- bloedbeeld: leukocytenaantal en differentiatie, thrombocyten

- C-reactieve proteine (CRP), Astrup en glucose

- kweken (+ gram): bloed, liquor, sputum, urine, huid

Evt. beeldvorming:

- X-thorax, X-BOZ

- echo cerebrum, MRI

- botscan

- vroeggeboorte (< 37 weken)

- langdurig gebroken vliezen (> 18-24 uur)

- maternale koorts durante partu (37.8 graden Celsius of meer)

- ernstige maternale GBS kolonisatie, waarvan een urineweginfectie/bacteriurie door GBS tijdens de zwangerschap een uiting is

- vrouwen die eerder een kind kregen met GBS-ziekte

CNS:

- vaak 'subtieler' ziek worden

- veroorzaakt 50% van 'late-onset' sepsis gevallen

- symptomen: apneu/tachypneu, vlekkerige huid, bolle buik, af en toe spugen, dunnere faeces, soms temperatuur iets verhoogd (37.6-38.0)

S. aureus (inclusief MRSA):

- pathogener, sneller ziek, hoge CRP

- m.n. infecties huid/navelstreng/botten/ogen

- hoge morbiditeit en mortaliteit (Pseudomonas 70% sterfte, Klebsiella 60% sterfte)

- vaak fulminant beloop

- associatie tussen kolonisatie van de luchtwegen en ontwikkeling van bronchopulmonale dysplasie (BPD = chronische longziekte) bij prematuren

- associatie met cholestase

Algemeen:

- respiratoire ondersteuning

- circulatoire ondersteuning

- correctie zuur/base evenwicht en elektrolyten

- comfort, zo nodig pijnstilling

Specifiek:

- IV medicatie (z.n spiegels bepalen)

- omgeving schoon

- couveuse schoon

- voldoende wastafels

- ieder kind eigen spullen

- waterpotten/beademingsapparatuur

- navelstomp schoon houden

- handen wassen!!!!

- prematuriteit

- dysmaturiteit

- serotiniteit

- infectie moeder

- congenitale anemie

- medicatie moeder, m.n. ademsuppresieve medicatie

- congenitale afwijkingen/syndromen

- structureel onrijpe long (mn < 32 weken)

- tekort aan surfacant

- mannelijk geslacht

- blank ras

- sectio caeserea

- maternale diabetes

- prematuriteit

- tachypneu

- neusvleugelen

- intrekkingen

- kreunen

- vermindering ademgeruis

- cyanose

- vertraagde sluiting bij prematuriteit

- symptomatisch dag 3-4 pp

- links-rechts shunt als druk in arteria pulmonalis normaliseert

- souffle

- heffende ictus

- wijde polsdruk

- pulmonale verslechtering

- oedeem

- vochtbeperking

- medicamenteus (indometacine, ibuprofen)

- chirurgisch (clippen)

- prematuriteit

- fluctuaties in de cerebrale doorbloeding (RDS, hypotensie, CO2)

- meestal asymptomatisch

- acute verslechtering algehele conditie

- snelle daling van het hemoglobinegehalte

- prematuriteit

- circulatiestoornissen (ischemie)

- inflammatie

- voedingsintolerantie, retenties

- toenemende buikdistensie

- slijm/bloed bij ontlasting

- systemische verschijnselen: sepsis, repiratoire en/of circulatoire insufficiëntie , glucose instabiliteit, instabiele temperatuur

- 2-5% van neonatale IC opnames

- 5-10% < 32 weken amenorroeduur