Samenvatting: Kleine Ontwikkelingspsychologie De Schoolleeftijd | 9789031337798 | Rita Kohnstamm
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Kleine ontwikkelingspsychologie de schoolleeftijd | 9789031337798 | Rita Kohnstamm
-
5 Variaties in persoonlijkheid
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de intrinsieke motivatie?
Mate waarin iemand zelf gemotiveerd is een taak uit te voeren -
Wat is de extrinsieke motivatie?
Een taak uitvoeren voor een beloning -
Wat is het verschil tussen een taakafhankelijke en een uitvoeringsafhankelijke beloning?
Eerste afhankelijk van je taak of je beloning krijgt slecht voor intrinsieke motivatie en de tweede volgt alleen als je het beter hebt gedaan dan verwacht -
Op welke manier uit de neiging van kinderen om oplossingen te zoeken?
In zelfbedachte redeneringen en voorspelbare regelmaat -
Noem de 3 stadia van Bloom in het leerproces
1. Affectieve stadia: aan leerstof snuffelen
2. Het gedisciplineerd en accuraat leren en oefenen: kind is geïnteresseerd en wil daarom precies weten hoe het zit en weten hoe het werkt. Daarom wil het luisteren, leren en oefenen.
3. Het geleerde integreren in zijn kennis arsenaal er iets mee doen: het gaan toepassen -> ontwikkeling gevoel van competentie -
Wat zijn de vier fundamentele oorzaken van de oorzaken van eigen slagen of falen?
Aanleg, inspanning, moeilijkheidsgraad van de taak en geluk -
Noem het verschil tussen een gunstige en ongunstige attributiestijl
Gunstige: schrijft de leerling succes of falen toe aan zichzelf
Ongunstige: schrijft een leerling succes toe aan iets buiten zichzelf -
Wat kan een gevolg zijn van ongunstige attributiestijl?
Faalangst -
Noem het verschil tussen positieve faalangstige mensen, en negatieve faalangstige mensen
Positieve: extra stimulans en nastreven van succes wordt er alleen maar sterker van
Negatief: onder hun eigen kunnen presteren. Gebrek aan zelfvertrouwen + persoonlijkheid en opvoedingsstijl thuis. -
Aan welke behoeften kan een leerkracht voldoen bij 'negatieve' faalangstige kinderen?
1. Overzichtelijkheid (taken in stukjes opdelen)
2. Kennis over eigen prestaties (reflecteren tussentijds)
3. Een warme persoonlijke relatie
4. Zichtbaar en navolgbaar voorbeeld (concreet kunnen zien hoe iemand iets doet)
5. Positieve verwachtingen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden