Samenvatting: Kleine Ontwikkelingspsychologie | 9789031334520 | Rita Kohnstamm
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Kleine ontwikkelingspsychologie | 9789031334520 | Rita Kohnstamm.
-
1 Groei, rijping en ontwikkeling
-
1.1.2 ontwikkeling als vooruitgang
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat staat centraal in de opvattingen van Rousseau?
Centraal in de opvattingen van Rousseau staat dat de aandacht voor het eindstadium van de groei van een kind, het zicht niet moet benemen op het eigene van elke kinderperiode. -
1.1.3 wat zet de ontwikkeling in gang?
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.3
Laat hier meer flashcards zien -
wie is de grondlegger van de maturistische theorie?
de grondlegger van de maturistische theorie is Rousseau
-
wie is Arnold Gesell en waar is hij bekend van?
Arnold Gesell (1920) was maturist, volgeling van Rousseau. vooral bekend door zijn gedetailleerde beschrijvingen van lichamelijke ontwikkeling.
-
Welke hoofdtheorieën zijn er in de ontwikkelingspsychologie?
Het maturisme en het behaviourisme, gecombineerd in het interactiemodel.
-
1.1.4 Aanleg en ervaring
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de opvatting van het behaviorisme over aanleg en individuele verschillen?
Het behaviorisme zegt: individuele verschillen ontstaan vooral, door ervaring. Aanleg betekent 'leermogelijkheid'.
-
Waarom kan men Freud zien als een interactonist?
De in aanleg gegeven driften worden door ervaringen (met name in relatie tot de ouders) gemodelleerd tot bepaalde persoonlijkheidsvormen.
-
1.1.5 Het interactiemodel
-
Welke drie vormen van wisselwerking worden onderscheiden in het interactiemodel?
Passief: de omgeving die ouders creëren, past bij het kind, omdat hij genetisch op hen lijkt
Evocatief: het kind roept al naargelang zijn aanleg in zijn omgeving bepaalde reacties wel of juist niet op.
Actief: het kind neemt uit de omgeving allen datgene op wat aansluit bij zijn aanleg.
-
1.1.6 Wat houdt ontwikkeling gaande?
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.6
Laat hier meer flashcards zien -
Wat houdt de ontwikkeling gaande volgens het behaviourisme?
De ontwikkeling wordt volgens het behaviourisme gaande gehouden door beloning en straf; positieve of negatieve reinforcement.
-
Wat houdt de ontwikkeling gaande volgens het maturisme?
De ontwikkeling wordt volgens het maturisme gaande gehouden doordat het kind voortdurend bezig is constructies te maken van de werkelijkheid, om die op zijn manier te kunnen begrijpen. Constructivistisch.
-
1.1.7 Stadia van ontwikkeling
-
Wat zijn beroemde voorbeelden van stadia van ontwikkeling?
Freud en Erikson: stadia van de karakterontwikkeling;
Piaget: de cognitieve ontwikkeling;
Kohlberg: moreel redeneren.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden