Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Klinisch Lijn Onderwijs / moeheid-aandoeningen-vermoeidheid

Werkgroep 3: Vermoeidheid

45 belangrijke vragen over Werkgroep 3: Vermoeidheid

Wat zijn drie vormen van risicogedrag bij de klacht vermoeidheid?

1. Roken (onderliggende pathologie)
2. Misbruik van alcohol en andere middelen (overmatig gebruik psychofarmaca)
3. Onveilige seksuele contacten (SOA, hiv, HepB)

Welke twee zaken t.a.v. vermoeidheid hebben een voorspellende werking op elkaar?

1. Depressie
2. Onverklaarde moeheid

Bij moeheid speelt het ...(1)...fenomeen een rol, qua geslacht komt het vaker bij ...(2)... voor en incidentie ...(3)... met de leeftijd.

1. IJsberg
2. Vrouwen
3. Stijgt

Bij welke drie groepen mensen komt de klacht moeheid vaker voor?

1. Psychosociale problemen
2. Chronische ziekte
3. Hoge medische consumptie

Wat houdt het stressmodel in t.a.v. vermoeidheid?

Moeheid is een uiting van disbalans tussen draaglast en draagkracht

Welke drie gebieden worden verstaan onder draaglast?

1. Somatisch (recent ontstane ziekte)
2. Psychisch (rouw)
3. Sociaal (werk)

In welke twee gebieden kan de klacht moeheid verdeeld worden?

Fysiologisch en pathologisch

Wat wordt verstaan onder fysiologische moeheid?

Aanwijsbare relatie met belastende omstandigheden die passen bij het gewone leven en een goede reactie op rust en slaap.

Noem vier zaken die kunnen leiden tot fysiologische moeheid.

1. Intensieve lichamelijke inspanning
2. Zwangerschap
3. Jetlag
4. Overwerken

Wat zijn de 3 pathologische of niet-fysiologische soorten diagnoses?

1. Somatisch (30%)
2. Psychisch/Sociaal (17%)
3. Onverklaard (53%)

Noem vijf manieren waarop een vermoeidheidsklacht niet als primaire klacht optreedt.

1. Nieuwe klacht bij pre-existente aandoening (Angina Pectoris; aanval --> klachten)
2. Neveneffect van behandeling
3. Recidief (angststoornis)
4. Postvirale moeheid (QVS, Coxiella burnetii)
5. Bij infectie zoals HIV of TBC

Wat is een typisch klachtenpatroon (3) voor somatische aandoeningen?

1. Snel moe worden bij inspanning
2. Verergeren moeheid gedurende de dag
3. Rust heeft een gunstig effect

Welke 8 soorten aandoeningen vallen onder de groep somatische aandoeningen binnen vermoeidheid?

1. Infectieziekten
2. Cardiovasculaire aandoeningen
3. Gastro-intestinale aandoeningen
4. Aandoeningen van het bewegingsapparaat
5. Hematologische of oncologische aandoeningen
6. Hormonale stoornissen
7. Metabole stoornissen
8. Neuromusculaire aandoeningen

Welk kenmerk heeft een infectieziekte en noem voor viraal (4) en bacterieel (3) voorbeelden.

Koorts
Viraal: (1) LWI, (2) Hep, (3) HIV, (4) Mononucleosis infectiosa
Bacterieel: (1) TBC, (2) Endocarditis, (3) Ziekte van Lyme

Wat zijn vier somatische cardiovasculaire aandoeningen en welke drie symptomen passen hierbij?

1. Decompensatio Cordis
2. Chronische respiratoire insufficiëntie
3. COPD
4. Pulmonale hypertensie

1. Dyspneu d'effort
2. Nachtelijke dyspneu
3. Oedemen

Onder welke soort aandoening valt de IBD?

Somatische gastro-intestinale aandoeningen

Wanneer spreken we van vermoeidheid bij anemie?

Bij een Hb lager dan 6,5 mmol

Welke drie aandoeningen passen onder somatische hematologische of oncologische aandoeningen?

1. Lymfoproliferatieve aandoeningen
2. Ernstige anemie
3. Uitgezaaide carcinomen

Wat zijn de 5 kenmerken bij een maligniteit vaak?

1. Gewichtsverlies
2. Koorts
3. Verminderde eetlust
4. Nachtzweten
5. Veranderd defecatiepatroon

Welke vijf aandoeningen zijn vaak te zien bij somatische hormonale stoornissen?

1. Diabetes Mellitus
2. Hypothyreoïdie
3. Hyperthyreoïdie
4. Ziekte van Addison (bijnierinsufficiëntie)
5. Ziekte van Cushing (Cortisol)

Bij welke hormonale aandoening passen de klachten gejaagdheid, hartkloppingen en vermagering?

Hyperthyreoïdie ofwel Angststoonis

Bij welke hormonale aandoening passen de klachten kouwelijkheid, gewichtstoename, obstipatie en vermoeidheid?

Hypothyreoïdie

Welke drie metabole stoornissen worden bij vermoeidheid onderscheiden?

1. Hypercalciëmie
2. Ernstige nierinsufficiëntie
3. Leverinsufficiëntie

Welke 5 groepen vallen onder de hoofdgroep Psychisch/Sociaal bij Niet-fysiologische vermoeidheid?

1. Depressie
2. Angststoornis
3. Surmenage (overspannen zijn)
4. Sociaal probleem
5. Middelengebruik
6. Somatisatie

Welke drie symptomen worden bij depressie gezien, hoe wordt moeheid hier bedoeld en wanneer is de moeheid het ergst?

Eetlust, obstipatie en gewichtsverlies (gemaskeerde depressie)
Moeheid: lusteloosheid, verlies energie/interesse, sombere stemming
's Ochtends

Welke twee symptomen kunnen wijzen op een angststoornis?

1. Hartkloppingen
2. Gejaagdheid

Surmenage (overspannen) is een gevolg van te zware belasting door emotionele factoren en/of mentale en/of fysieke inspanning. Hoe is de prognose en welke 10 symptomen kenmerken dit beeld?

Prognose is gunstig; weken-maanden volledig herstel
1. Lusteloosheid
2. Prikkelbaarheid
3. Slapeloosheid
4. Hoofdpijn
5. Concentratieproblemen
6. Duizeligheid
7. Gejaagdheid
8. Gespannenheid
9. Emotionele labiliteit
10. Moeheid
samen ook wel het neuastheen syndroom of hyperesthetisch emotioneel syndroom

Wat wordt verstaan onder sociaal probleem?

Abnormale belasting in de leefomgeving
Werk- of relatieproblemen of stress

Wat wordt verstaan onder sociale somatisatie?

Neiging om lichamelijke ongemakken en klachten te ervaren en te melden terwijl ze organisch niet verklaard kunnen worden

Wat zijn drie overige oorzaken van moeheid?

1. Bijwerkingen geneesmiddelen
2. Onverklaard (symptoomdiagnose)
3. Chronisch-vermoeidheidssyndroom

Waaronder vallen nek-, rug- en gewrichtsklachten en spierpijn?

Onverklaarde overige oorzaken

Wat zijn de eisen voor het vaststellen van een chronisch vermoeiheidssyndroom?

1. Klachten van extreme vermoeidheid
2. Tenminste zes maanden bestaand
3. Aanzienlijke (>50%) beperkingen beroepsmatig, sociaal of persoonlijk functioneren
4. Geen lichamelijke verklaring gevonden bij anamnese, lichamelijk onderzoek of laboratoriumonderzoek

Welke twee vormen van aanvullend onderzoek doe je en wat onderzoek je bij beiden? (5) en (4)

Bloedonderzoek: BSE, Hb, TSH/T4, Glucose, Leukocyten
Urineonderzoek: Nitriet, leukocyten, erytrocyten, dipslide of kweek

Wanneer voer je via de NHG-standaard beperkt laboratoriumonderzoek uit?

Bij een vage vermoeidheidsklacht die al langer dan een maand bestaat (hele pakket - leukocyten en dipslide of urinekweek)

Waarom bepaal je de volgende dingen?
1. Hb
2. Ferritine
3. MCV
4. Reticulocyten
5. CRP/BSE/Leukocyten
6. TSH
7. Creat
8. Glucose
9. ALAT

1. Anemie
2. IJzergebrek
3. Gemiddelde volume erytrocyten --> sikkelcel
4. Verhoogd; acute bloeding
5. Infectie
6. Schildklieraandoening
7. Nieraandoening
8. Hyperglycemie
9. Leveraandoening

Wanneer spreken we respectievelijk van anemie bij vrouwen, zwangere vrouwen en mannen?

Vrouwen: < 7,8 mmol
Zwanger: < 6,8 mmol
Mannen: < 8,5 mmol

Noem de 8 aandoeningen die te veel afbraak van Hb kunnen veroorzaken en zo anemie.

1. Malaria
2. Zeer intensief sporten
3. Auto-immuunprocessen
4. Splenomegalie
5. Membraanafwijkingen
6. Enzymdeficiënties
7. HUS (hemolytisch uremisch syndroom)
8. Andere afwijkingen van rode bloedcellen

Noem 5 aandoeningen die te weinig aanmaak van Hb veroorzaken en zo anemie?

1. IJzertekort
2. Megaloblastaire anemie (tekort aan B12 of foliumzuur)
3. Nierinsufficiëntie (EPO)
4. Erfelijke afwijkende vormen van Hb (sikkel/thalassemie)
5. Chronische ziekten; reuma, infectie, tumoren, beenmergziekten

Noem 4 redenen voor excessief bloedverlies?

1. Menstruatie
2. Automutilatie
3. Bloeddonatie
4. Trauma/operatie

Op basis van mean corposcular volume kan anemie in drie groepen ingedeeld worden; welke groepen zijn dit en geef een korte toelichting per groep.

1. Microcytaire anemie

2. Normocytaire anemie

3. Macrocytaire anemie

Wat zijn drie kenmerken van Thalassemie (Hb, ery's, behandeling)

1. Hb wordt niet goed aangemaakt, celinhoud is verminderd
2. Aantal ery's verminderd door autoafbraak
3. Behandeling; bloedtransfusie

Wat is bij een acute bloeding gaande t.a.v. leukocyten, trombocyten en reticulocyten?

Laag, laag, hoog (jonge RBC)

Wat zijn vier oorzaken voor verlaagd ferritine (ijzergebrek)?

1. Toename verbruik (zwangerschap, sikkelcel, thalassemie, borstvoeding)
2. Te veel verlies (menstruatie, bloedingen en trauma)
3. Niet genoeg opname uit voedsel (IBD, duodenuminsufficiëntie, vitamine C def, coeliakie, melkproducten remmen Fe opname
4. Niet genoeg inname ijzerrijk voedsel (vlees, ei, spinazie etc.)

Welke vijf zaken bij lichamelijk onderzoek worden uitgevoerd of bekeken bij het vermoeden op een hematologische aandoening?

1. Icterus
2. Vergrote lymfeklieren
3. Vergrote lever
4. Vergrote milt
5. Vitale parameters

ALTIJD bij 50+

Wat zijn respectievelijk niet-medicamenteuze (2) en medicamenteuze (2) behandelingen van IJzergebreksanemie?

1. IJzerrijk dieet
2. Vitamine C supplementen

1. Anticonceptiepil
2. Ferrofumaraat

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Klinisch Lijn Onderwijs

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding