Samenvatting: Klinische Kinderneuropsychologie | Hanna Swaab

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Klinische kinderneuropsychologie | Hanna Swaab

• 1 Klinische kinderneuropsychologie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welk soort patienten komen bij de kinderneuropsycholoog terecht

  1. Na neurologische ziekten en hersentraumata.
  2. Kinderen met somatische aandoeningen die effect hebben op het functioneren van de hersenen (bv leukemie)
  3. Bij kinderpsychiatrische beelden: ADHD, ASS, aandacht en werkgeheugenproblematiek, agressie en angst.
  4. Gehandicaptenzorg ivm stellen van haalbare behandeldoelen.

• 7 Aandacht en cognitieve functies

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe noem je het verschijnsel dat EF-problemen op latere leeftijd worden geconstateerd dan dat de hersenbeschadiging plaatsvond

  Growing into deficit

• Welke subtests van de WISC meten werkgeheugencapaciteit

  Cijferreeksen achteruit in contrast met Cijferreeksen vooruit.

• 8 Emotie en sociale cognitie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 8
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem drie belangrijke sociaal-cognitieve functies die veel dynamiek laten zien op de kinderleeftijd.

  Ontwikkeling van gezichts(expressie)herkenning

  Ontwikkeling van kijkrichting volgen

  Ontwikkeling van mentaliseren

• 10 Diagnostiek

• 10.1 Neuropsychologische diagnostiek

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hulpvraag voor neuropsychologisch onderzoek kan ontstaan:

  - na het ontstaan van hersenziekte of aandoening

  - het willen evalueren van het effect van een interventie

  - indien er sprake is van een problematische opvoedingssituatie rond een kind; kind is niet opgewassen tegen opvoedingstaak, lukt het niet ontwikkelingstaak te vervullen of laat hierin een afwijkend patroon zien. Gebruikelijke opvoedingsinterventies volstaan niet.

     

• Diagnostiek is er op gericht informatie te verzamelen. Welke drie vragen kunnen aan de hand van de verzamelde informatie globaal beantwoord worden?

  1. De vraag naar het waarom en hoe van het probleem, de verklaring en beschrijving (wat is de aard van de neurocognitieve problematiek die maakt dat het kind niet optimaal is opgewassen tegen een bepaalde ontwikkelingstaak)

  2. de vraag naar de prognose met betrekking tot de ontwikkeling

  3. de vraag naar indicatie voor interventie

• Wat is de taak van de neuropsycholoog?

  deze zal de functionaliteit van de hersenen in termen van neurocognitie uitdrukken en daarmee indirect het disfunctioneren van de hersenen in beeld brengen.

• 10.1.2 Indicaties voor neuropsychologische diagnostiek.

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Op welk moment wordt neuropsychologisch onderzoek ingezet en is er een samenhang met de aard van de problematiek?

  Bij (verworven)trauma staat in de acture fase de medische behandeling op de voorgrond, neuropsycholoog heeft een bijdrage in de 'stabiel'of 'chronische' fase  van diagnostiek en behandeling.

  Bij kinderen zonder aanwijsbare hersenaandoening zal de neuropsycholoog juist in de eerste fase onderzoek doen naar het neurocognitieve profiel van het kind; zodat behandeling hierop afgestemd kan worden. 

• 10.2 Neuropsychologische diagnostiek-behandelcyclus

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Uit welke stappen bestaat de neuropsychologische diagnostiek-behandelcyclus?

  1. probleeminventarisatie

  2. ontwikkelingsgeschiedenis

  3. neuropsychologische hypothesen

  4. assesment

  5. sterkte-zwakteprofiel

  6. verklarende theorie

  7. prognose

  8. plan van aanpak/ indicatie

  9. behandeling

  10. evaluatie

• Wat is het doel van de probleeminventarisatie?

  het verhelderen van de vraagstelling en het beoordelen van de ernst van de problematiek