Kracht en Gevoel - Fysiologische achtergronden
15 belangrijke vragen over Kracht en Gevoel - Fysiologische achtergronden
Waar bevindt het cellichaam van een perifere zenuw zich? Hoe heeten de zenuwvezel en de voorhoorncel samen? Waar bevindt zich deze?
Wat zijn andere woorden voor uitvoerend en invoerend?
invoerend = afferent
Hoe noem je het als het effect alleen via de motorische zenuwcellen verloopt?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het verschil tussen een agonist en antagonist?
Wat is een proprioceptieve prikkel en wat zijn leveranciers van proprioceptieve prikkels?
Waar is een exteroreceptieve prikkel van afkomstig en wat kan het opwekken?
Waarvoor is de tractus corticospinalis belangrijk? Hoe wordt dit ook wel genoemd? Welke cellen bevat dit? Hoe loopt deze baan? Waar kruist deze baan?
Wat gebeurt er bij uitval van de tractus corticospinalis? Waarom is dit belangrijk om te weten?
Wat is een spastische parese?
Wat betekenen de begrippen parese, paralyse, monoparese, hemiparese/hemiplegie, tetra-(quadri)plegie, paraparese/paraplegie en diplegie?
- paralyse = volledige krachtsverlies
- parese = krachtsverminderen, geen volledige verlamming
- monoparese = krachtsvermindering 1 ledemaat
- hemiparese/hemiplegie = parese/paralyse van 1 lichaamshelft
- tetraplegie = krachtsvermindering alle ledematen
- paraparese/paraplegie = parese van beide benen
- diplegie = parese van beide lichaamshelften, benen meer aangedaan dan armen
Wat is gnostische sensibiliteit en wat is vitale sensibiliteit? Via welke systemen loopt dit en waar kruist het? Waar bevinden het 1e, 2e en 3e neuron zich? wat zijn verschillen?
- Gnostische sensibiliteit = diepe gevoel (om te weten waar zich de pijn bevindt), subtiele aanraking, neutrale aanraking, vibraties, fijne beweging huid en haar.
- vitale sensibiliteit = pijnprikkels, temperatuurprikkels en emotioneel beladen aanraking.
verloop van systemen:
- gnostisch = achterstreng, lemniscaal systeem, kruist in medulla oblongata.
- vitaal = voorstreng, tractus spinothalamius, kruist in ruggenmerg.
cellichamen:
- gnostisch = 1e neuron achterstreng, 2e neuron medulla oblongata, 3e neuron thalamus
- vitaal = 1e neuron voorzijstreng, 2e neuron ruggenmerg, 3e neuron thalamus
verschillen:
- gnostisch = dikke, gemyeliniseerde zenuwvezels, vitaal = dunne, weinig/niet gemyeliniseerde zenuwvezels
- gnostisch = snelle geleiding, vitaal = langzame geleiding
Waardoor kunnen distale spieren en distale delen van de huid subtielere bewegingen maken?
Waar liggen de motorische voorhoorncellen van de proximale spieren en waar die van de distale spieren in het ruggenmerg?
De dermatomen die belangrijk zijn om te onthouden zijn die van de duim, middelvinger, pink, grote teen, kleine teen, navel en mammillae te kennen. Welke dermatomen horen hierbij?
- duim: C6
- middelvinger: C7
- pink: C8
- grote teen: L5
- kleine teen: S1
- navel: T10
- mammillae: T4/T5
Waarom is bij uitval van een dermatoom dit scherper begrensd bij vitale uitval dan bij gnostische uitval?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden