Ruggenmergspathologie

21 belangrijke vragen over Ruggenmergspathologie


1.     Beschrijf het klinische beeld bij een centraal cervicaal myelumsyndroom (bijv. bij een syringomyelie).


Beschadiging grijze stof cervicale ruggenmerg. Symptomen treden pas na enige tijd op ten gevolge van secundaire bloedingen en oedeem.
-hypotoon krachtsverlies armen (door kapotte motorische voorhoorncel)
-hypertone parese van de benen (kapotte piramidebaan)
-segmentale uitval van de vitale sensibiliteit van de armen (kapotte 2e neuron anterolaterale systeem in de achterhoorn)
-areflexie van de armen ( “”segmentale reflexboog)
-gnositsche sensiiliteitstoornissen aan de benen (“”achterstrejgej0
-sacrale sparing

Waarom kan men niet overleven bij een dwarsleasie boven C5?

Wanneer deze ruggenwervelsegmenten zijn aangedaan, zal de diafragmafunctie (m. Phrenicus, C3-C5) insuffciënt worden en zal er door hypoventilatie een CO2-intoxicatie optreden.


1.Beschrijf wat er bij een Brown-Séquard syndroom aan de sensibiliteit meer dan 2 segmenten onder het letsel te zien is.


Bij Brown-Sequard is er sprake van een halfzijdige dwarsleasie. Slechts 1 helft is kapot (linker of rechter deel van het ruggenmerg). De oorzaak hiervan kan bijvoorbeeld een bloeding, tumor of een infectie zijn.
Onder de leasie zie je centrale parese ipsilateraal, gnostische stoornissen ipsilateraal en vitale stoornissen contralateraal.
De reden dat de gnostische en vitale sensibiliteit niet aan dezelfde kant gestoord zijn, is dat de vitale baan net boven het niveau van binnenkomst in het ruggenmerg kruist, terwijl de gnostische baan dat laag doet.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart


1.     Beschrijf het klinische beeld behorende bij een langzaam progressieve cervicale myelopathie door druk van buitenaf. Wat is bij een man van 65 jaar de meest waarschijnlijke verklaring van deze aandoening?

Cervicale arthrosis deformans is een veelvoorkomende oorzaak van myelopathie. dit is ten dele door een compressio medullae en een chronische circulatiestoornis van het myelum. geleidelijk aan treden door beweging van de nek langzaam progressief beschadigingen en atrofie van het myelum op. Door een relatief gering trauma kan een uitgebreid symptoomcomplex ontstaan. het betreft vooral mensen ouder dan 50 jaar die in de loop van maanden gaan klagen over dove gevoelens en krachtsverlies van de vingers, uitstralende pijn in 1/beide armen, houterig lope bemoeilijkte mictie en impotentie.

Hoe zijn conus- en caudaletsels te onderscheiden?

Conus: onderste deel van het ruggenmerg, L1
Gezamenlijk symptoom: sensibiliteitsstoornis in S2 t/m S5 (rijbroekgebied), gestoorde blaasfunctie en seksuele functie.
Typisch conusletsel: uitval vaal symmetrisch en geen pijn
Typisch caudaletsel: spontane pijn en rekkingspijn bij proef v. Lagegue


1.     Beschrijf het beeld van een gecombineerde strengziekte. Wat is de oorzaak?


Oorzaak: vitamine B12 deficientie.
Beeld: gnostische senibiliteitsstoornissen en parasthesieen aan de benen waarbij men achterstrenstoornissen kan aantonen. Vaak ontstaat ook een polyneuropathie aan de benen,  later ook piramidebaanstoornissen. Psychische veranderingen.

Wanneer is het opereren bij een dwarsleasie geinduceerd?

  • epiduraal hermatoom
  • traumatische HNP
  • compleet caudaletsel

 Waardoor ontstaat contusio cervicalis posterior en hoe presenteert het zich?

Door overrekking van de achterstrengen. Is pijnlijk bij lichte aanraking, maar bij stevig vastpakken maar heel even

Door impact vanuit welke hoek kan whiplashletsel ontstaan?

Door impact van achter bij een onvoldoende ondersteund hoofd.

Hoe kan men bepalen bij welk ruggemergsegment een probleem zit?

De bovengrens is vast te stellen door middel van sensibiliteitsonderzoek als pijnzin, tastzin, temperatuurzin en vibratiezin op de wervels.
Ter hoogte van de aangedane wervel kan onderzocht worden naar kloppijn, drukpijn op en naast wervels.

Beschrijf osteochondrische cervicale myelopathie.

Een andere naam is cervicale kanaalstenose.
Veelal gaat het om een vernauwing van het mid-en/of laagcervicale wervelkanaal door benige uitsteeksels (osteofyten) en protrusie van tussenwervelschijven. Beiden zorgen voor congenitale vernauwing waardoor het myelum langzaam wordt beschadigd.
Dit treft vooral mensen boven de 50 jaar die in de loop van maanden zijn gaan klagen over dove gevoelens en krachtverlies aan de vingers (knoopjes vastmaken), soms wat uitstralende pijn in één of beide armen, houterig lopen en impotentie.

Wat is veelal de oorzaak van gecombineerde strengziekten?

  • MS
  • vaccinatie/infectie
  • bestraling
  • spinale anastetica
  • diabetes mellitus
  • vitamine B12 deficiëntie

Hoe herken je gecombineerde strengziekten?

Herkenbaar is de afwezigheid van gnostische sensibiliteitsstoornissen en paresthesieën van de benen.
Gecombineerde stengziekten laten een pathalogische voetzoolreflex zien en afwezige spierpeesreflex. De verklaring hiervan is dat er een centraal probleem is en een probleem met de piramidebaan (aansturing spieren spierpeesreflex).


1.     Wat is een TIA, ischeamisch CVA, Intracerebraal haematoom, Multi infarct brein, amaurosis fugax?


Tia (Transient ischemic infarct); voorbijgaande focale ischemie waarbij de klinische verschijnselen binnen 24 uur verdwenen zijn

Ischemisch CVA: cerebrovasculair accident veroorzaakt door een afsluiting van een bloedvat waardoor een ischemie van het achterliggende hersenweefsel ontstaat.

Intracerebraal hematoom: Bloeduitstorting in de hersenen, hersenstam of de kleine hersenen.

Multi infarct brein: Syndroom gekenmerkt door loopstoornissen en dementie op basis van multiple cerebrale infarcten


Amaurosis fugax: Voorbijgaande ischemie van de retina; klinisch: voorbijgaande uitval van het gehele of horizontaal begrensde bovenste of onderste gezichtsveld van één oog.


.
.


7. Door welke factoren wordt de druk in de hersenen bepaald?



De cerebrale bloeddoorstroming (CBF) wordt bepaald door de cerebrale perfusiedruk (CPP) en de bloedvatweerstand (CVR): CBF=CPP/CVR.
De druk wordt dus bepaald door CPP= CBF x CVR

De perfusiedruk is gelijk aan de gemiddelde bloeddruk (MAP) min de intracraniale druk (ICP) à CPP= MAP-ICP. ICP wordt weer bepaald door de veneuze druk.
De cerebrale vaatweerstand is afhankelijk van viscositeit van et bloed, de structurele diameterv.d. bloedvaten en de contractietoestand van de vaatmusculatuur.



Verder spelen factoren als ruimte innemende processen of belemmering van de liquor afvloed een rol.


1.     Hoe verschilt het klinische beeld bij een intracerebrale bloeding van dat bij een ischaemisch CVA?


Klinisch beeld intracerebrale bloeding:
-snel opkomende zeer hevige hoofdpijn, waarbij braken vaak optreedt.
-na korte tijd comateus
-hypotone (minder tonus) parese (gedeeltelijke onvolledige spiervelamming)van 1 lichaamshelft
-tenoriele inklemming door zeer verhoogde intracerbrale druk

klinscih beeld ischaemisch CVA:
-gehele/gedeeltelijke blindheid aan 1 oog
-parese van 1 arm /hand/been
-hemianopsie (uitval gedeelte gezichtsveld.)
-fatische stoornissen (taalstoornis)
-dubbelzien
-dysartrie (spreekstoornis in de articulatie)
-ataxie (verstoorde bewegingscoordinatie)


1.     Beschrijf het klassieke klinische beeld van een patiënt die een half jaar geleden een volledige afsluiting van de a. cerebri media in de linker (taal-dominante) hemisfeer heeft gehad en bij wie geen herstel is opgetreden, in termen van krachtsverlies, tonus, reflexen, gevoelsverlies, gezichtsveld stoornissen (centrale hemibeeld), corticale functiestoornissen.


-hemiparese (lichte vorm van verlamming (parese) aan 1 lichaamshelft)
-parese is aanvankelijk meestal hypotoon (verminderde tonus) en krijgt later kenmerken van een laesie van het centrale motorische neuron. Voetzoolreflex van Babinski is direct aanwezig.
-Hemihypestesie (vermindering gevoelheid aan 1 kant lichaam) betreft meestal meer de gnostische sensibiliteit.
-Bij parietale leasies is vooral de stereognosie (het vermogen door betasting voorwerpen te herkennen)gestoord.
-afasie
-hemianopsie (halfzijdige blindheid)
-stoornis in ruimtelijke orientatie (patient is niet in staat tekeningen van bijv. Een huis te maken)

Welke langebaansystemen lopen langs het ruggenmerg? Bij welke wervels begint en eindigt het ruggenmerg?

  • achterstrengen
  • tractus spinothalamicus
  • begin perifere motorische neuron (voorhoorncel).


Begin ruggenmerg = C2, einde ruggenmerg = L1.

Tot wat leidt een volledige dwarslaesie? (bijvoorbeeld vanaf C7?)

  • beschadiging van acterstrengen leidt tot uitval van gnostische sensibliteit vanaf het corresponderende dermatoom naar beneden
  • beschadiging van tractus spinthalamicus zorgt voor uitval in hetzelfde gebied
  • uitval van de reflexboog over het aangedane ruggenmergsegment
  • beschadiging van piramidebaan zorgt voor verhoging van reflexen onder het niveau (pathologische voetzoolreflex bijvoorbeeld.)
  • beschadiging van de voorhoorncellen leidt tot segmentale spieratrofie op het niveau van de laesie door uitval motorische voorhoorncellen
  • beschadiging van zijhoorn leidt tot stoornissen in blaasfunctie en in mindere mate blaasfunctie, seksuele stoornissen en vasomotorische uitval.

Waar wordt naar gekeken op een röntgenfoto van het wervelkolom en hoe worden ze gemaakt?

Er wordt op alle niveaus in twee richtingen röntgenfoto's gemaakt (achter- en zijwaarts). Cervicale en lumbale wervelkolom worden op indicatie halfdwarse opnamen gemaakt voor het beoordelen van het foramina.

Men let op stand, doorlopende lijn achterkant wervellichaam, traumatische afwijkingen, botdestructie, vormanomalieën, destructie van tussenwervelschijf en omgeving.

Welke vijf vragen stel je bij een niet-traumatische ruggenmergaandoening?

  • is er een bovengrens vast te stellen (waarop geen neurologische afwijkingen aantoonbaar zijn, kloppijn, drukpijn naast wervels etc.)
  • zijn er wervelafwijkingen op de röntgenfoto?
  • Zijn er algemene ziekten die wervelkolom kunnen aandoen? (verhoogd BSE, PSA, gestoord eiwitspectrum, anemie etc.)
  • Is er een compressio medullae of zijn er intrameddulaire afwijkingen?
  • Hoe is de samenstelling van liquor (liquorblok zorgt voor verhoogd eiwitgehalte en gele liquor)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo