Samenvatting: Klinische Neuropsychologie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Klinische Neuropsychologie

• College 1: Introductie en Intelligentie

  Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/01/2016
  Laat hier meer flashcards zien

• Wie suggereerde dat de ziel zich in de hersenen bevindt en om preciezer te zijn in de pijnappelklier of in de epifyse? 

  Renee descartes (1596-1650)

• Wie vormde de basis voor de klinische neuropsychologie zoals wij hem nu kennen?

  Franz Joseph Gall (1758-1828)

• Wie suggereerde dat de hersenen één complex functionerend systeem is waarin meerdere subsystemen een eigen bijdrage leveren aan een gezamenlijke activiteit?

  Luria

• Wat heeft Roger Sperry ontdekt?

  Hij onderzocht de effecten van de ‘split-brain’ operatie: bij patiënten met een ernstige vorm van epilepsie werd de corpus callosum doorgesneden om zo ‘de vijand op te sluiten binnen één hersenhelft’. De operatie was een verrassend succes: de epilepsie verminderde en functies als waarneming, taal en geheugen leken intact.

• Wanneer is een hetero anamnese onmisbaar?

  Wanneer een patient waarschijnlijk frontotemporale dementie heeft omdat er meestal dan geen ziekte inzicht is.

• Wat veronderstelde Galton over intelligentie (1822)?

  Hij veronderstelde dat een slim persoon een goed neuraal netwerk had en een minder slim persoon een minder goed neuraal netwerk. Er is dus 1 eigenschap in het zenuwstelsel dat verantwoordelijk is voor intelligentie.

• Wat is het intelligentie debat?

  Galton en Spearman versus Thurstone, Gardner en Sternberg: is er één algemene g-factor of is het een verzameling van mentale eigenschappen?

• Welke huidig gebruikte test sluit aan bij het bestaan van de g-factor en waarom?

  De Wechsler Adult Intelligence Scales (WAIS). Er zijn vier totale indexscores: verbaal begrip, verwerkingssnelheid, werkgeheugen en perceptuele organisatie. Het feit dat alle vier indexen sterk met elkaar correleren zou aansluiten bij het bestaan van een g-factor.

• Welk onderscheid maakt Cattell (1943)?

  De tweedeling tussen het PIQ en VIQ vond hij onduidelijk en introduceerde een gekristalliseerde vorm van intelligentie (schoolse kennis zoals woordenschat en rekenen) en vloeiende intelligentie (vaardigheden die ingezet worden bij nieuwe situaties waar het gaat om bijvoorbeeld ruimtelijk inzicht). 

• Hoe heet de test die de vocabulaire intelligentie meet via de uitspraak van woorden?

  De Nederlandse Leest test voor volwassenen. Op basis van de testprestatie kan het premorbide intelligentieniveau worden geschat.