Autismespectrumstoornissen - Inleiding

8 belangrijke vragen over Autismespectrumstoornissen - Inleiding

ASS is een ontwikkelingsstoornis waarbij gedragsstoornissen in twee domeinen te vinden zijn. Welke domeinen?

  1. Stereotiepe/repetitieve gedragingen, interesses en activiteit
  2. gebrek aan sociale interacties en communicatie

Autisme werd door Bleuler als beschrijving van gedrag voor schizofrene patiënten gebruikt. Wat was die beschrijving?

In zichzelf gekeerd en geen contact met buitenwereld

Kanner sprake over infantiel autisme.

Kenmerken die hij bij elk kinderen met autistische kenmerken zag, waren extreme autistic aloneness;

  • Afwijkend taalgedrag met echolalie
  • letterlijk interpreteren
  • onvermogen taal gebruiken in communicatie
  • monotoom en repeterend gedrag routinmatig.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Asperger beschreef vier jongens met opvallend gedragspatroon. Wat toonden zij aan?

  • Gebrek aan inlevingsvermogen
  • weinig vaardigheden om vriendschappen te sluiten
  • eenzijdige conversatie
  • enorme belangstelling in bepaalde zaken
  • onhandige bewegingen


Hij veronderstelde biologische basis: hij trof trekken bij ouders aan en suggereerde dat het ging om extreme variant van mannelijke intelligentie

De psychoanalyse zag autisme als een stoornis die hoe ontstond?

Slecht contact tussen moeder en kind, veroorzaakt door moeder.

Gedrag van moeder leidt tot disfunctionele ontwikkeling van het zelf, internalisatie, identificatie en introjectie

Lang is er niet naar het werk van Asperger gekeken. Door Wing wel. Wat gebeurde er daarna?

Onderscheid maken tussen autisme en syndroom van Asperger.

Syndroom van Asperger zijn hoog functionerende autisten. Asperger beschreef de klassieke vorm.

In de jaren zestig van de twintigste eeuw begon de biologische psychiatrie weer meer aanzien te krijgen. Hiervoor waren drie redenen, welke?

- De opkomst van  effectieve psychomedicatie; hetgeen voeding gaf aan het idee dat bepaalde psychiatrische stoornissen (mede) bepaald worden door biochemische factoren;
- De opkomst van meer gedetailleerde beeldvormingstechnieken waardoor structurele, en later ook functionele afwijkingen aangetoond konden worden;

- Het inzicht dat beelden als schizofrenie voor een belangrijk deel genetisch bepaald bleken.

Er is een 4 tal modellen geformuleerd die trachten de afwijkingen  in de sociale interactie, communitactie en gedrag te verklaren.

  1. Theory of Mind-defect (cognitief aanleren van sociale regels)
  2. Zwakke centrale coherentie (informatievwerking verloopt fragmentarisch) wordt momenteel gezien als stijlkenmerk
  3. stoornis van executieve functies
  4. De empathizing-systemizing-theorie adequaat reageren op gevoelens van anderen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo