Rader - Algemene en Neurofarmacologie - Neurofarmacologie
12 belangrijke vragen over Rader - Algemene en Neurofarmacologie - Neurofarmacologie
Commuicatie tussen cellen in ons lichaam wordt verzorgd door chemische boodschappers. diverse niveaus van communicatie worden onderscheiden op grond van het doelgebied. Welke zijn dat?
- Synaptisch: hierbij gaat het om directe chemische overdracht van informatie tussen zenuwcellen (neuronen) op een gespecialiseerde plaats, waar de neuronen slechts door een nauwe spleet van elkaar gescheiden zijn: de synaps.
- Parasynaptisch: op dit niveau van communicatie worden de boodschapperstoffen door de neuronen ook afgestaan aan de extracellulaire vloeistof. De werking strekt zich uit tot op enige afstand van de plaats van afgifte. Dit wordt parasynaptische, paracriene of volumetransmissie genoemd.
- Endocrien: op dit niveau wordt de boodschapperfunctie vervuld door hormonen die in klieren geproduceerd en aan de bloedbaan afgestaan worden.
Waaruit bestaan receptoren en waar bevinden deze zich? Wat is het belang van de verschillende receptorsubtypen voor farmaca?
Welk niveau van celcommunicatie heeft de kortste afstand tot doelgebied?
Synaptische communicatie tussen neuronen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hieronder staat een aantal beschrijvingen. Welke concepten horen hierbij?
- wel affiniteit, geen intrinsieke activatie
- het permanent verdrijven van een overmaat van de agonist
- zowel affiniteit als intrinsieke activatie
- de werking op de receptor is tegenovergesteld aan die van de agonist
- wel affiniteit, lage intrinsieke activatie
- het permanent verdrijven van een overmaat van de agonist: irreversibele antagonist
- zowel affiniteit als intrinsieke activatie: agonist
- de werking op de receptor is tegenovergesteld van die van de agonist: inverse agonist
- wel affiniteit, lage intrinsieke activatie: partiële agonist
Welke vorm van communicatie wordt gebruikt om een gebied van het zenuwstelsel te moduleren?
Parasynaptische communicatie.
Hoe werkt parasynaptische communicatie?
Als neuronen ook neurotransmitters afstaan aan de extracellulaire vloeistof.
Op welke plaatsen in het neurotransmissieproces kan farmaca inspelen?
Farmaca kan de afbraak van de neurotransmitters remmen, waardoor meer neurotransmitters in de synaptische spleet blijven.
Farmaca kan de terugopname van neurotransmitters remmen, waardoor neurotransmitters in grotere mate beschikbaar zijn voor binding aan de receptor.
Farmaca kan bestaan uit agonisten of antagonisten die de neurotransmissie kunnen bevorderen, tegengaan of blokkeren.
Wat is het autocrien effect?
Als de bij parasynaptische transmissie afgegeven neurotransmitters ook inwerken op de afgevende neuron zelf.
Farmaca kunnen bepaalde neurotransmittersystemen beïnvloeden. Op welke neurotransmittersystemen spelen farmaca in bij de volgende ziektebeelden of toestanden?
depressie, psychotische stoornissen, angststoornissen, ziekte van Parkinson, schizofrenie, ziekte van Alzheimer, slaperigheid, afhankelijkheid van nicotine, ADHD
depressie - serotonine en noradrenaline
psychotische stoornisen - dopamine
angststoornissen - GABA en serotonine
ADHD - dopamine en noradrenaline
ziekte van Parkinson - dopamine en acetylcholine
ziekte van Alzheimer - acetylcholine
slaperigheid - GABA, histamine
afhankelijkheid van nicotine - acetylcholine
Welk niveau van celcommunicatie heeft het grootste bereik?
Endocriene communicatie.
Waarom heeft endocriene communicatie het grootste bereik?
Omdat het hormonen afstaat in de bloedbaan die zo het hele lichaam bereiken.
Op welke diverse momenten kan met farmaca het neurotransmissieproces beïnvloed worden?
- Door afbraakremmis is meer transmitterstof beschikbaar voor de neurotransmissie. Relevant voor de farmacotherapie is onder meer remming van de afbraak van monoaminen door de enzymen monoamine-oxidase (MAO) en cathechol- O-methyltransferase (COMT)
- Farmacotherapeutisch is naast afbraakremming verder de remming van de treugopname in het presynaptische deel van het neuron van belang. Hierdoor is de transmitter in grotere mate beschikbaar voor binding aan de receptoren. Voorbeeld: serotonineterugopnameremmers.
- Toediening kan de neurotransmissie bevorderen, tegengaan of blokkeren. Activatie van autoreceptoren remt de afgifte van de transmitter.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden