De ziekte van Alzheimer - Op zoek naar veranderingen in de hersenen
12 belangrijke vragen over De ziekte van Alzheimer - Op zoek naar veranderingen in de hersenen
De behandeling van epilepsie bestaat primair uit het voorschrijven van anti-epileptica. Deze medicijnen kunnen negatieve effecten hebben op het cognitief functioneren.
Op welke cognitieve gebieden zijn deze effecten het grootst?
answer_MCpsychomotore snelheid, vigilantie en geheugen
answer_MCtaal, vigilantie en geheugen
answer_MCtaal, psychomotore snelheid en verdeelde aandacht
answer_MCverdeelde aandacht, taal en visuomotore snelheid
psychomotore snelheid, vigilantie en geheugen
Cognitieve effecten van epilepsie
door ontwikkeling van EEG werd aangetoond dat er ook interictaal sprake kan zijn van het disfunctioneren van de hersenen.
Begin twintigste eeuw ging onderzoek met name uit naar de algemene intellectuele capaciteiten
Hier zaten enkele methodische bezwaren aan:
studies voornamelijk gericht op geïnstitutionaliseerde patiëntenintelligentietest niet geschikt voor mensen met hersenbeschadigingmen benaderde epilepsie als eenheidsconcept
Cognitieve, pschiatrische en pschosociale problemen van epilepsie patienten zijn gerelateerd aan drie klinische factoren. Welke?
- Stabiele klinische factoren, zoals hersenafwijking, debuutleeftijd en typ
- Dynamische klinische factoren, aanvalsfrequentie, aantal jaar waarin de aanvallen plaatvinden, duur van de epileptische ontlading.
- behandeling met anti-epileptica kan beschouwd worden als een opzichzelfstaande klinische factor die neuropsychologische effecten kan veroorzaken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke alternatieve oorzaken zouden er kunnen zijn?
Wat wordt bij alle gebruikers van anti-epileptica vastgesteld?
Atrofie van mediale temporaalkwab + hippocampus is de opvallendste kenmerk van Alzheimer.
Hoe atrofie beoordelen?
Waar wordt op geprikt bij bloedprikken?
Een nieuwe diagnostische marker komt van liquorbiomarkers (hersenvocht), hoe dat krijgen en wat lees je eruit?
F-FDG PET is te zien dat temporo-pariëtale gebieden minder actief zijn. Een nieuwe toepassing van PET zijn amyloïdscans. Wat kan daarmee gezien worden?
Welke risicofactoren worden geassocieerd met een lager intelligentieniveau?
Identificeerbare structurele afwijkingen, het hebben van (een groot aantal) gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen, het doormaken van een status epilepticus, een vroege debuutleeftijd van een actieve epilepsie en het frequent optreden van (vooral gegeneraliseerde) subklinische epileptiforme ontladingen.
Omschrijf de relatie tussen epilepsie en aandacht/concentratie problemen.
weinig aanwijzing dat epilepsie leidt tot specifieke aandachststoornissen
anti-e[ileptica vaak enig effect op cognitief functioneren
transiënt cognitieve stoornis
geen aandachststoornis maar kenmerk van aanval
Wat is een transient cognitieve stoornis
Geen aandachtsstoornis, maar een kenmerk van een epileptische aanval.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden