Aandacht en executieve functies - Begrippen en modellen - Executieve functies

9 belangrijke vragen over Aandacht en executieve functies - Begrippen en modellen - Executieve functies

Executieve functies van aandacht

Executieve functies van aandacht:
Functies die de sturing van en de controle over cognitieve processen bepalen.


Luria en Lezak legden daarbij de nadruk op planning en regulatie.

Shallice publiceerde in 1988 zijn invloedrijke boek 'From neuropsychology to mental structure'. Hij ontvouwt hierin een theorie over de menselijke informatieverwerking. Welke is dat?

De theorie deze mentale schemata: essentieel daarin is het onderscheid tussen routinematige selectie en niet-routinematige selectie.

Waarom is het woord "zelf" een kernbegrip van de executieve functie?

Het gaat om zelfsturend gedrag dat voortkomt uit eigen intenties en motivatie van een individu.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het trigger database?

Stimulatie uit de buitenwereld komt terecht in de trigger database waardoor een schema geactiveerd wordt.

Er kan veel stimulatie uit de binnenwereld binnenkomen die als trigger kan geen werken voor schema's. Daarom moeten er mechanismen zijn die chaotisch gedrag voorkomen en selectiviteit mogelijk maken. Welke drie mechanismen regelen de activeerbaarheid en de krachtsverhoudingen tussen schemata?

Competitieselectie, laterale modulatie en het superviserende aandachtssysteem

Als het 'Superviserende Aandacht Systeem' (SAS) optreedt, worden schema's niet meer geactiveerd door associatieve relaties in LTG. Waardoor wel? Met welk gevolg?

Door een strategie die in het werkgeheugen actief is. Gevolg: activatiedrempel van schema's kunnen worden gewijzigd en zodoende niet-gewenste schema's onderdrukken.

De rol van het werkgeheugen in het executieve functioneren is uitgewerkt door Baddeley (2000). Hij beschouwt het werkgeheugen als bestaande uit vier componenten. Welke zijn dit?

Een centraal systeem met drie hulpsystemen:
- Centraal systeem: central executive (vergelijkbaar met SAS): twee taken: de coördinatie van dubbeltaken en de selectiviteit van de aandacht.
De drie hulpsystemen:
- Fonologische lus: tijdelijke opslag  en manipulatie van verbale informatie.
- Kladblok: tijdelijke opslag en manipulatie van visuospatiële informatie.
- Episodische buffer: zorgt voor tijdelijke opslag van de gegevens die uiteindelijk gecombineerd worden tot één episodische representatie.

Welke 5 oorzaken worden door Brouwer en Fasotti gegeven voor inadequaat gedrag?

1. er ontbreekt een goede doelrepresentatie;
2. het vergelijkingsproces, monitorfunctie, is gestoord;
De opgemerkte discrepantie (afwijking) leidt niet tot ingrijpen in de schema's omdat:
3. er onvoldoende motivatie is;
4. het plan voor de schema-modulatie niet goed wordt gevormd;
5. het plan niet goed wordt geëffectueerd (uitgevoerd).

Onder een disexecutief syndroom worden, naast de regulerende werking op het cognitieve gedrag, ook veranderingen in emoties en sociaal gedrag verstaan. Welke 8 executieve vaardigheden onderscheidt Ylvisaker (1998)?

1. besef;
2. doelen stellen;
3. planning;
4. initiatie;
5. zelfinhibitie (onderdrukken van ongewenst gedrag);
6. zelfmonitoring (het vermogen om het eigen gedrag ook in sociale situaties kritisch te beoordelen);
7. het vermogen om een instelling te veranderen;
8. strategisch gedrag.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo