Geheugen - Taal, spraak, communicatie
26 belangrijke vragen over Geheugen - Taal, spraak, communicatie
Volgens sommige onderzoekers zijn er niet verschillende soorten geheugen, hoe noemen ze dit?
beschrijf het modal model van Atkinson en Shiffrin
zintuigelijk geheugen (- 1 sec) > korte termijn geheugen ( max paar min) > langetermijngeheugen ( geen beperking)
Wat stelt het Modal Model van Atkinson en Shiffrin?
Alle informatie (visueel, auditief, olfactorisch, tactiel) komt binnen via het niet bewust toegankelijke zintuigelijke geheugen (sensorische registers), waar het minder dan een seconde wordt vastgehouden voor een eerste ruwe analyse en selectie.
Vervolgens komt de informatie is het korte termijn geheugen waarna het doorgaat naar het lange termijn geheugen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Definitie van taal is: Systematisch en conventioneel gebruik van klanken, tekens of symbolen voor communicatie en zelfexpressie.
Waar verwijst systematisch naar?
Waar verwijst conventioneel naar?
Waar verwijst symbool naar?
Conventioneel: taal is gebaseerd op afspraken (semantisch)
Symbool: woorden zijn symbolen die naar concept verwijzen.
Relatie woord en concept is arbitrair: koe = cow = krowa= vache = lehmä
beschrijf het verschil tussen declaratief en procedureel geheugen en tussen episodische en semantisch geheugen
- In het procedurele geheugen liggen al onze niet of nauwelijks te verwoorden cognitieve en motorische vaardigheden opgeslagen.
- declaratief geheugen bestaat uit episodisch en semantisch geheugen.
- Het semantisch geheugen bevat ons algemene kennis van de wereld, los van tijd en plaats hoe deze verkregen is. Bijv. Parijs is de hoofdstad van Frankrijk; 3x5=15.
- Het episodisch geheugen bevat kennis over persoonlijke en specifieke, aan tijd en plaats gebonden informatie.
Wat maakt mensentaal uniek?
Informatie uit het langetermijn geheugen weer actualiseren
Naarmate de opdiepsituatie meer lijkt op de inprentinsgsituatie, bijv
zelfde fysiek omgeving (context afhankelijk)
dezelfde toestand van het individu ( toestand afhankelijk)
dezelfde betekenis van informatie (encoding specificity)
wordt het gemakkelijker om informatie op te diepen.
Plezierige gebeurtenissen worden beter onthouden dan minder plezierige gebeurtenissen.
Herkenning verloopt sneller dan reproductie.
Baddeley kent nog een functie toe aaan dit geheugen. Wat is dit?
Vul in: Wanneer het zintuiglijk geheugen gestoord is, uit zich dat veeleer als een (1).......... dan als een (2).........
Wanneer kan informatie vanuit het kortetermijngeheugen in het langetermijngeheugen terechtkomen?
Hoeveel informatie past er in de buffersystemen?
Wat is de kritiek op de indeling van Baddeley?
Welke functies heeft het kortetermijngeheugen?
Binnen het werkgeheugen maken Baddeley en Hitch (1974) een onderscheid tussen twee 'slaafsystemen', welke?
Welke processen zijn verwant aan het producereel geheugen?
- Retrieval-cues
- Skills
Hoe komen zaken in het LTG terecht?
Binnen het werkgeheugen maken Baddeley en Hitch (1974) een onderscheid tussen twee 'slaafsystemen' en een ander systeem. Welke?
Welk systeem van het KTG lijkt bij Alzheimerpatiënten al vroeg in het ziekteproces gestoord te zijn?
Hoe heet het verschijnsel dat het opdiepen van eerdere informatie verstoort door andere informatie te leren tijdens de retentie-interval?
Op welke 2 manieren kan informatie in het KTG aandacht krijgen en vervolgens in het LTG terechtkomen?
Wat zijn de mogelijkheden van het LTG, betreft capaciteit en duur?
Welke geheugenaspecten worden in het LTG onderscheiden?
Wat bevat het episodische geheugen?
Wat is opgeslagen in het procedurele geheugen?
Verwant aan het procedurele geheugen zijn conditionering en priming. Wat is priming?
Of informatie uit het LTG weer geactualiseerd kan worden, hangt af van... Noem 2 dingen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden