Algemene en Neurofarmacologie - Algemene farmacologie - Toediening en absorptie

4 belangrijke vragen over Algemene en Neurofarmacologie - Algemene farmacologie - Toediening en absorptie

Vul in: Een stof die voornamelijk goed in water oplost (hydrofiele stof) moet gebruik maken van ......... in het celmembraan.

de waterige kanaaltjes (poriën)

Wat wordt verstaan onder 'actieve transportprocessen'?

Bepaalde stoffen passeren selectief de celwanden. 

Bijv. (terug)opname van bepaalde neurotransmitters in zenuwcellen en transport van aminozuren en glucose door darmwand.

Wat verstaan we onder enterale toediening en wat kunnen we hierin onderscheiden?

Onder enterale toediening verstaan we toediening via het spijsverteringskanaal. We onderscheiden:

  • Buccaal (oromiuscosaal (mondslijmvlies), sublinguaal)
    Plaatsing van een faramcon onder de tong. De afbraak van de stof in het maagdarmkanaal wordt vermeden en wordt niet naar de lever getransporteerd.
  • Oraal (per os)
    Doorslikken van farmacon met behoorlijke hoeveelheid water, begint in de maag of de darm de toedieningsvorm uiteen te vallen en wordt de werkzame stof afgegeven.
  • Rectaal
    Farmaca kunnen ook gegeven worden als zetpil of als vloeibaar rectaal preparaat (rectiole).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 2 factoren oefenen invloed uit op de biologische beschikbaarheid van een stof?

1. Onvolledige absorptie;
2. Biotransformatie in het spijsverteringskanaal of tijdens eerste passage door lever.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo