Autismespectrumstoornissen - ASS: n aandoening?

5 belangrijke vragen over Autismespectrumstoornissen - ASS: n aandoening?

Waarom staat de diagnose 'ASS' op basis van drie gedragsdomeinen ter discussie?

- Door de heterogeniteit van ASS is het de vraag of het nog wel als eenheid gezien kan worden.
- Het is steeds aannemelijker dat de verschillende gedragssymptomen geen gemeenschappelijke basis hebben op genetisch, neurologisch of cognitief niveau.
- Elk gedragskenmerk lijkt zijn eigen neuronaal circuit te hebben.

Wat zijn endofenotypen en wat is een voorbeeld van een endofenotype bij ASS?

Biologische of neuropsychologische markers die
  1. verband houden met ziekte (in de populatie)
  2. erfelijk zijn
  3. ook aantoonbaar zijn als de ziekte niet manifest is
  4. binnen families tegelijk aanwezig zijn met de ziekte
  5. vaker voorkomen bij verwanten dan in de algemene bevolking

Voorbeeld voor ASS: minder naar de ogen kijken bij het verwerken van gezichten

Wat is de functie van het onderzoek naar endofeno typen?

Tot begrip komen van de relatie tussen genetische afwijkingen en de symptomen van autisme.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke veranderingen betreffende ASS hebben plaatsgevonden in de DSM 5 t.o.v. de DSM 4?

- Geen onderscheid meer tussen klassiek autisme, Asperger of PDD-NOS -> nu autismespectrumstoornis. Binnen ASS wordt onderscheid gemaakt in drie niveaus van ernst, gebaseerd op de mate van ondersteuning die nodig is.
- De drie domeinen van gedragssymptomen worden teruggebracht tot 2:
  1. sociale en communicatieve beperkingen
  2. stereotiepe interesses en gedragingen (sensorische hyper- of hyposensitiviteit worden nu expliciet benoemd als autistisch kenmerk)
- Taalachterstand is niet meer typerend voor autisme en is uit de criteria verwijderd.

Hoe diagnose stellen in de toekomst?


  • een diagnostische categorie, zonder onderscheid in subgroepen: de autismespectrumstoornis
  • ipv subgroepen: drie niveau van ernst - gebaseerd op de mate van ondersteuning die nodig is
  • de drie domeinen van gedragssymptomen worden teruggebracht tot twee:
         1. sociale en communicatieve vaardigheden
        2. stereotype interesses en gedragingen (ook de sensorische hyper- en hypoactivieit)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo