Beeldvorming van de hersenen - Tot besluit - neurofarmacologie

21 belangrijke vragen over Beeldvorming van de hersenen - Tot besluit - neurofarmacologie

Welke 2 systemen van veroudering zijn er in de hersenen?

geprogrammeerde celdood:apoptose->selectieve veroudering, cogn. en gedragsmatige beperkingen
slijtage door gebruik cellen:tear en wear->eiwitten en afvalstoffen worden onvoldoende afgebroken

hierdoor gaan de cognitieve functies achteruit (EF en flexibel brein)

Hoe word farmaca geelimineerd?

- uitscheiding
- biotransformatie(chemisch omzetten)
- dosis-effectrelatie

Wat is farmacie en farmacotherapie?

farmacie: leer van de bereiding, samenstelling, en aflevering van geneesmiddelen in een voor het organisme geschikte toepassingsvorm

farmacotherapie: toepassing van farmaca bij behandelen van ziekten en stoornissen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is een passief diffusieproces en wat zijn  actieve transportprocessen?

diffusieproces;transport van een stof in de richting van een lagere concentratie van deze stof. in wateroplosbarestof maakt gebruik van waterige kanaaltjes (poriën) in het celmembraan en soms vis gespecialiseerde kanaaltjes die zich voor hen openen(ionkanaaltjes)

actieve transportprocessen: bep. stoffen passeren selectief de celwanden

Noem 2 manieren van toedienen van farmaca

enterale toediening: via spijsverteingskanaal-> bucaal, oraal, rectaal
parentale toediening: zonder tussenkomst spijsverteringskanaal-> subcutaan,intramusculair,intraveneus, spinaal,absorptie slijmvliezen, transdermaal

Wat is first pass-metabolisme?

=gastro intestinale of hepatitische presystemische afbraak
afbraak van farmaca in het maagdarmkanaal en de lever

lever zorgt voor chemische omzetting vetoplosbare geneesmiddelen naar in wateroplosbare geneesmiddelen (biotransformatie)
gaat dit te snel dan worden de stoffen omgezet naar metabolieten= niet werkzame stoffen

Wat is metabole klaring?

eliminatie door enzymatische omzetting

Noem 2 manieren van tolerantie bij farmaca

farmacokinetische tolerantie sommige farmac vergroten de capaciteit van de enzymen waardoor ze sneller de stoffen afbreken. hierdoor steeds een hogere dosis nodig
farmacodynamische tolerantie:receptoren verminderen of worden minder gevoelig voor een  farmacon.
er kan dan een differentiële tolerantie optreden. voor 1 stof wel/de ander niet tolerant zijn in een farmacon.

Noem 2 manieren van interactie bij farmaca in het lichaam

interactie van 2 farmaca of farmaca en voeding
farmacokinetische interactie
; de concentratie van een stof of halfwaardetijd kan verlaagd/verhoogd worden doordat adsorptie beïnvloed word of door verandering in biotransformatie (enzymremming)
farmacodynamische interactie bij de receptoren waar de farmaca op inwerken.
als farmaca de werking van andere stof blokkeert: antagonist

Noem 2 manieren waarop je afhankelijk kunt worden van farmaca

psychologische afhankelijkheid:sterkte psychische drang naar de effecten van de stof en onderdrukken van negatieve verschijnselen.
fysiologische afhankelijkheid lichaam raakt ingesteld op de stof en functioneert niet goed meer als de receptoren niet meer bezet worden door deze stof
kruisafhankelijkheid:afhankelijk zijn van een groep van farmacalogische verwante stoffen

Op welke 3 niveaus communiceren cellen in ons lichaam met elkaar?

synaptisch:directe overdracht tussen zenuwcellen dicht bij elkaar
parasynaptisch:stoffen afgeven aan extracelluleire ruimten. zo kan men ook communiceren met cellen die verder weg liggen--> parasynaptische,paracriene ofvolumetransmissie
endocrien klieren staan hormonen af in bloedbaan. groter bereik

Wat is affiniteit en intrinsieke activiteit bij farmacon-receptor interactie?

affiniteit: de binding van een stof aan de receptor. sterk of zwak. hoeft geen activiteit te hebben
intrinsieke activiteit: effect van de activering wordt aangegeven. effect komt tot stand door confirmatieverandering(omkeerbare verandering) van de receptor.

Wat zijn agonisten, antagonisten en inverse agonisten?

agonisten: activeren de receptor en hebben een exciterende of inhiberende werking-> volledige en partiële

inverse agonisten:als een stof een uitwerking op de receptor heeft die tegenovergesteld is van de activiteit van de agonist

antagonisten: binden zich aan de receptor maar brengen geen confimatieverandering tot stand en activeren niet.
competetief antagonist
irreversibel antagonist

Wat weet je over desensitisatie en (re)sensitisatie?

desensitisatie:afname van de gevolgen van de receptoractivatie
(re)sensitisatie): activatie van de receptor heeft een groter effect.tegenhanger van farmacodynamiscehtolerantie

down regulation:afname van totaal aantal receptoren-> reactie op langdurig toedienen agonisten. effect toeding agonist vermindrt.

up-regulation: toename totaal aantal receptoren.-->reactie op afname normale synaptische activiteit. ook door langdurige blootstelling aan antagonisten

Leg uit wat de stappen zijn in de signaaloverdracht

  1. synaptische overdracht gaat via neurotransmitter
  2. synthese van de transmitter door een enzym in de neuron.
  3. transport van transmitter naar celuiteinde.
  4. opslag in synapsblaasjes
  5. transmitter wordt afgegeven als actiepotentiaal is aangekomen (instroom van calciumionen)
  6. afgifte kan weer geremd worden door activatie autoreceptoren , geremd of bevorderd door activatie van heteroreceptoren.
  7. de metabotrope of ionotrope postsyaptische receptoren worden geactiveerd.
  8. de transmitter wordt weer afgebroken  en afgevoerd naar bloed of door transporteiwit weer terug opgenomen in de presynaptische neuron.
  9. dan weer opslag in synapsblaasje

Welke 2 soorten presynaptisceh receptoren zijn er?

autoreceptoren:
activatie door eigen transmitter van eigen neuron. afgifte en synthese kan verminderd worden
heteroreceptoren
activatie door transmitter van ander neuron--> toename/afgifte van transmitter in doelneuron

Hoe kun je de neurotransmissie beïnvloeden?

afbraakremming:afbraak tegen gaan:remming van afbraak monoamine door MAO en COMT
remming terugopname in presynaptisch deel: serotononeheropnameremmers
toediening agonsten en antagonisten aan postsynaptisch receptor om transmissie tegen te gaan, te bevorderen ofblokkeren
activatie autoreceptoren: remt afgifte transmitter

Welke typen Ach receptoren zijn er?

nicotinegevoelige inotrope ACh receptoren: activering heeft exciterend effect
muscarinegevoelige metobtrope ACh receptoren: activatie kan exciterend of inhiberend effect hebben

Waar worden farmaca die de dopaminerge en noradrenerge transmissie beïnvloeden voor gebruikt?

dopaminerge: behandeling psychotische stoornissen(antagonisten) en ziekte van parkinson (agonisten)
drugs hebben ook invloed op dopamerge transmissie

noradrenegre: behandeling depressie

behandeling ADHD: terugopnameremming van dopaminde en noradrenaline

Wat is de belangrijkste neurotransmitter en waarom?

GABA:alle neuronen in CZ hebben receptoren voor GABA
inhiberend werking

Welke farmaca beïnvloeden de werking van GABA?

Barbituraten, benzodiazepinen verstreken werking :
ethanol(alcohol) versterkt werking
neurosteroiden en anesthetische gassen  versterken werking
picrotoxine blokkeert de werking

benzodiazepinen: algemene angst en spanning
als slaapmiddel of anestheticum

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo