Frontotemporale dementie - Cognitieve stoornissen en gedragsveranderingen

7 belangrijke vragen over Frontotemporale dementie - Cognitieve stoornissen en gedragsveranderingen

Komen cognitieve stoornissen in vroeg stadium bij FTD-bv, PNFA en SD vaak voor?

Nee, over het algemeen worden vroeg in het proces geen aparte afwijkingen gevonden in overige cognitieve domeinen. Zowel het geheugen, de aandacht en concentratie, de executieve functies als de visuocontructieve of visueel-ruimtelijke vaardigheden zijn in deze fase ongestoord.

Wat wordt er in de vroege fase gevonden bij NPO bij FTD (bv / PNFA / SD)?

Meestal geen duidelijke afwijkingen

  • FTD-bv: gedragsveranderingen vooral uit heteroanamnese
  • taalvarianten: vaak geïsoleerde specifieke taaluitval die geen invloed heeft op overige testresultaten

Welke problemen zijn er bij het testen van stoornissen als gevolg van de FTD-bv?


De gedragsstoornissen vormen een problemen bij goed kunnen testen. Patiënten zijn meestal welwillend, maar zeer snel afgeleid, en er is minimale inspanning, en weinig doorzettingsvermogen. Niet planmatig testen kunnen volgens of verschillen kunnen aangeven.

Daarom moeten de uitkomsten van de testen ook beoordeeld worden op kwaliteit.

Of er een taalstoornis is essentieel die moet worden getest.
Ook veel problemen met geheugen.
Maar de visueel-ruimtelijke en constructieve vaardigheden zijn in de regel ongestoord.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zien we meestal bij patienten met FTD-bv?

Stoornissen binnen de aandacht (concentratie), taal, abstraherend vermogen en executieve functies. Ook de sociale capaciteiten oa emotieperceptie en TOM. Snel afgeleid en slecht in spreekwoorden. Abstraheren, structureren, organiseren en mentale flexibiliteit problematisch. Geheugen en orientatievermogen blijft lang ongestoord in het dagelijkse leven. Ook visueel ruimtelijke en constructieve vaardigheden blijven lang gespaard.
Wel prikkelbaarheid, agitatie, depressie en eetstoornissen.

Welke cognitieve stoornissen zijn er bij de progressieve niet-vloeiende afasie (PNFA) en wat blijft enigszins gespaard?

  • Problemen met de fonologie en/of de syntaxis. Bijv. lafel i.p.v. tafel.
  • Om tot het woord te komen > pogingen tot zelfverbetering en 'valse starts'.
  • Ontbreken bij de gesproken taal aan logische correcte grammatica 
  • Inconsistente articulatiefouten
  • begrip complexe zinnen kan verminderd zijn
  • Lezen en schrijven aangetast.

Woorden en object kennis enigszins gespaard.

DUS! aanbeveling non-verbale of visueel testen af te nemen!

Wat is een typerend beeld van de taalproblemen bij PNFA?

  • Aarzelend, haperend stotterend taalgebruik
  • Problemen met fonologie, syntaxis, fonematisiche parafasieën (lafel ipv tafel)
  • Agrammatisme
  • Pogingen tot zelfverbetering, valse starts
  • Inconsistente fouten
  • Begrip van complexere zinnen kan verminderd zijn
  • Woord- en objectkennis zijn relatief gespaard

Wat zien we bij PNFA patient op MRI?

Mn frontotemporaal een asymmetrische atrofie

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo