Klinische neuropsychologie: een historische schets - De celtheorie
15 belangrijke vragen over Klinische neuropsychologie: een historische schets - De celtheorie
Wie was Johann Lavatar (1741-1801)
Wat verstonden de Grieken onder lokalisatie van de ziel?
1. Ziel voor voedselopname (plant);
2. Ziel voor relatie met de omgeving (dieren) (affect was hierbij ook belangrijk);
3. Hogere orde ziel; een sturend principe en gaat over goed en fout; alleen de mens bezat deze ook.
Deze zielen moesten in den hersenen gelokaliseerd worden.
Welke drie zielen kenden de Grieken? (Psychikon hegemonikon/spiritus animalis. Het sturend principe)
- Overlevingsziel (via voedselopname)
- Activiteitenziel van een organisme in relatie tot de omgeving
- Hogere-ordeziel (onderscheid maken tussen wat goed-fout is om te doen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waar in het lichaam bevond zich de hoogste geest volgens Plato en Artistoteles?
- Plato: hersenen
- Aristoteles: hart
Hoe zagen filosofen in de oudheid de anatomische structuur van de hersenen
Eerste cel = Sensus communis: voor informatie die binnenkomt uit de verschillende zintuigen.
Tweede cel = representaties-beeld: interpretatie van het binnengekomen beeld.
Derde cel = memoria (het geheugen): het opslaan van de informatie.
Welke invloed heeft de celtheorie op de hedendaagse theorievorming gehad?
2. Het gaat om een opvatting over de geest van iedereen. Gaat niet in op individuele verschillen.
Individuele verschillen gaat over persoonlijkheid. (vroeger karakter)
Wat zijn belangrijke kenmerken van de celtheorie?
- Het gaat om een algemeen systeem van informatieverwerking. De geest kan alle informatie verwerken. Er zijn geen aparte functies voor visuele, auditieve beelden, voor muziek, taal, gebeurtenissen of kennis.
- Het gaat om een opvatting over de geest van iedereen. De theorie haakt niet in op individuele verschillen.
In welke 3 cellen in de hersenen (ventrikels) bevond de geest zich volgens de celtheorie en wat was de functie van de afzonderlijke cellen?
- Sensus communis: informatie uit zintuigen komt binnen
- Imago/beeld: interpretatie + affectieve evaluatie
- Memoria (geheugen)
In welke functies werd de geest in opgedeeld (ten tijden dat de 'filosofen' de anatomische structuur bestudeerden)?
- Sensus communis (verenigde zintuigen). Informatie uit de verschillende zintuigen komen via hier binnen.
- Imago-representatie. Het beeld (visueel of niet visueel) werd geïnterpreteerd en er werd een affectieve component aan toegeschreven (hoe belangrijk is dit beeld voor mij)
- Memoria (het geheugen). Hier werd het beeld opgeslagen
Wat bedoelde de Grieken met psychikon hegemonikon?
- ziel voor overleven
- ziel voor activiteiten van een organisme in relatie met de omgeving
- een hogere orde ziel (onderscheid tussen goed en kwaad)
(latijn :spiritus animalis ,anima=geest)
Welke 2 kenmerken van de celtheorie zijn nog steeds zichtbaar in de huidige cognitieve psychologie?
- Algemeen systeem van informatieverwerking
- Theorie gaat over de geest van iedereen (geen individuele verschillen)
Wat houdt fysiognomie in (beroemd geworden door Johann Lavater)?
Fysiognomie grijpt terug op ideeën van Artistoteles
Wat beschrijven cognitieve modellen?
Wat is fysiognomie? (Lavater)
Waar zou de geest volgens de Oude Grieken zich in de mens bevinden?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden