Het parkinsonspectrum - Stoornissen in stemming en gedrag

8 belangrijke vragen over Het parkinsonspectrum - Stoornissen in stemming en gedrag

Welke stemmingsklachten komen relatief vaak voor bij patiënten met de ziekte van Parkinson?

Klachten van angst en depressie (gedrukte stemming, onvermogen om plezier te ervaren).

Welke stoornissen in stemming en gedrag komen voor bij de ziekte van Parkinson?

  • Depressie
    • mn gedrukte stemming en anhedonie
    • minder gekenmerkt door schuldgevoel
    • ernst meestal mild tot matig
  • Angst
  • Apathie
  • Psychotisch gedrag (wanen, visuele hallucinaties, illusies)


Als gevolg van medicatie en DBS:
  • verhoogde impulsiviteit
    • gokken, hyperseksualiteit
  • pervasief stereotiep gedrag; punding
  • levodopaverslaving

Welk hormoon kan samenhangen met motivatieverlies bij Parkinsonpatiënten?

Dopamine, dit speelt een rol bij motivatie en beloning en Parkinsonpatiënten hebben te maken met een dopaminetekort.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is apathie bij Parkinson?

  • Apathie: een gebrek aan interesse, motivatie en emotie en een reductie in doelgericht gedrag.
  • passief, wat ten koste gaat van het algehele functioneren (onder andere mobiliteit, conditie en zelfredzaamheid)
  • Belasting voor naasten groot, zeker wanneer apathie wordt verward met luiheid of obstinaat gedrag
  • Naasten vinden apathie erger dan motorische stoornissen.
  • Net als bij angst en depressie is er een relatie met de hoeveelheid dopamine in de hersenen.

Hoe wordt apathie gedefinieerd?

Een gebrek aan interesse, motivatie en emotie en een reductie in doelgericht gedrag. Men is vaak passief, wat ten koste gaat van het algehele functioneren. (Ook verbonden met hoeveelheid dopamine in de hersenen.)

Bij welke patiënten komen psychoses relatief vaak voor?

Patiënten met dementie, depressie en slaapstoornissen, bij wie sprake is van verlies van cholinerge structuren. Patiënten hebben in het begin meestal goed besef en inzicht in de hallucinaties en deze zijn meestal niet bedreigend. In een later stadium kunnen ze angstaanjagend worden en kan het inzicht verdwijnen. Hallucinaties geven vaak aanleiding tot opname.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen van antiparkinsonmedicatie en diepe stimulatie van de STN?

- verhoogde impulsiviteit (pathologisch gokken, hyperseksualiteit)
- perseveratief, stereotiep gedrag zoals impulscontrolestoornissen, intense fascinatie voor het bezig zijn met irrelevante activiteiten (punding)
- levodopamineverslaving (dopamineregulatiesyndroom) -> verhoogd risico op hypomanie en automutilatie.

Waar kunnen antiparkinsonmedicatie en diepe hersenstimulatie van de STN toe leiden?

  • Verhoogde impulsiviteit
  • Perseveratief, stereotiep gedrag (zoals impulscontrole stoornissen; ICD's)
  • Intense fascinatie voor en bezig zijn met irrelevante activiteiten (punding)
  • Levodopaverslaving (dopaminedisregulatiesyndroom)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo