Intelligentie - Twee opvattingen over intelligentie

8 belangrijke vragen over Intelligentie - Twee opvattingen over intelligentie

Welke twee opvattingen over intelligentie zijn er op de voorgrond te onderscheiden?

Bij de eerste benadering gaat intelligentie over een basale eigenschap (de g-factor). Deze factor zou verantwoordelijk zijn voor de individuele verschillen in cognitieve prestaties. Verschillende cognitieve test bleken namelijk vaak met elkaar te correleren.

Bij de tweede benadering wordt intelligentie beschouwd als meerdere cognitieve domeinen, waarbij er interindividuele verschillen kunnen zijn tussen die domeinen.

Wat was de theorie van Galton met betrekking tot intelligentie?

Volgend Galton ging het bij intelligentie om een algemene eigenschap van het zenuwstelsel, namelijk de om de kwaliteit van de zenuwen (zenuwkracht en snelheid). Slimme mensen zouden een beter neuraal netwerk hebben dan domme mensen.

Wat was de theorie van Spearman met betrekking tot intelligentie?

Spearman veronderstelde (net als Galton) ook één achterliggende factor voor intelligentie, namelijk de g-factor. Eigenlijk is het een tweefactorentheorie, omdat hij ook nog de speciale factor onderscheidde, maar daar hechte hij minder waarde aan. Hij concludeerde dit, omdat hij constateerde dat er altijd wel een correlatie was tussen verschillende intelligentietests.

De g-factor hield volgens Spearman de mentale energie in die het vermogen tot sensorische discriminatie bepaald.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat was de theorie van Gardner met betrekking tot intelligentie?

Gardner sprak over multiple intelligences. Er zouden zeven bronnen voor informatieverwerking zijn: een talige bron, een logisch-mathematische, een ruimtelijke, een lichamelijke-kinestethische, een muzikale, een interpersoonlijke en een intrapersoonlijke bron.

Deze opvatting is neurologisch geïnspireerd.

Wat was de opvatting van Sternberg met betrekking tot intelligentie?

Sternberg erkent wel het bestaan van een g-factor, maar verondersteld dat er daarnaast ook nog specifieke vormen zijn van intelligentie: analytische, synthetische en creatieve/praktische intelligentie. Bij intelligentie zou het gaan om de set van vaardigheden waarmee je succesvol door het leven gaat.

Thurnstone kritiek op intelligentie als algemene factor

Factoranalyse: zeven factoren: g factor is niets zeggend gemiddelde van deze factoren.

Welke primaire vaardigheden heeft Thurstone opgesteld en representeren intelligentie?

  • Verbaal begrip
  • Woordvloeiendheid
  • Cijfervaardigheid
  • Ruimtelijk visualisatievermogen
  • Associatief geheugen
  • Perceptuele snelheid
  • Redenatievermogen

Welke mentale bronnen heeft Gardner onderscheiden om intelligentie weer te geven? (neuropsychologisch geïnspireerde opvatting van intelligentie)

  • Talige intelligentie
  • Logisch-mathematische intelligentie
  • Ruimtelijke intelligentie
  • Lichamelijk-kinesthetische intelligentie
  • Muzikale intelligentie
  • Interpersoonlijke intelligentie
  • Extrapersoonlijke intelligentie

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo